Interviewers die een gesprek met Herman Koch grondig voorbereiden komen er soms achter dat een scène uit het ene boek wel erg lijkt op een scène uit een ander boek. Dat overkwam ook Jurgen Tiekstra die vorige week Herman Koch interviewde. Ter voorbereiding had hij onder meer ook Red ons, Maria Montanelli gelezen, waarin een boosaardige gymleraar voorkomt. Het portret van de man komt direct nadat de hoofdpersoon verteld heeft dat hij goed is in trefbal.

Het was een beestachtige sport, er vielen regelmatig gewonden, maar we hadden een gymnastiekleraar die van een harde aanpak hield. Bij wijze van strafmaatregel moest je soms een halfuur lang in die benauwde gymnastiekzaal in het gelid blijven staan, in het gedeelte waar de zon door de dakramen naar binnen viel. Als je je bewoog, gooide hij een stok tegen je benen, en daar hield hij pas mee op wanneer de eerste flauw begonnen te vallen: net als bij zo’n militaire erewacht vielen ze recht voorover op hun bek. Hij had ook de gewoonte om ons allemaal achter elkaar over diezelfde dikke stok heen te laten springen en ons dan tegen de schenen te meppen als we niet hoog genoeg sprongen.

In het Boekenweekgeschenk Makkelijk leven komen we dezelfde man tegen.

Deed het er iets toe dat de gymleraar een psychopaat was? Zijn methoden leken rechtstreeks aan het leger te zijn ontleend. We moesten rondjes lopen en over een stok heen springen, en wie niet hoog genoeg sprong sloeg hij met die stok tegen de schenen. Een andere keer, het was midden in de zomer, liet hij ons een halfuur in het gelid staan, precies op de plek waar het zonlicht door de dakramen van de gymzaal naar binnen viel. Pas nadat er drie van ons waren flauwgevallen hield hij ermee op.

Koch reageert geamuseerd als Tiekstra het onderwerp aanroert en doet alsof hij niet helemaal weet om welke scène het gaat:

Koch: ‘Nu moest ik even nadenken, maar op het moment dat ik die scène schrijf met die gymleraar, dan – ik lees zelf mijn boeken nooit over – denk ik: dit heb ik al eerder gedaan. In welk boek? Zat het in Het diner, nee, nee, nee. Montanelli! Dan ga je niet weer die scène nakijken, want je moet het weer vers opschrijven. Maar het is wel waar, ik kan niet meteen voorbeelden noemen, maar ik heb wel meer scènes die ik in meer boeken heb gebruikt en dan op een net iets andere manier. Een iconische scène, volgens jou. Die is dan zo belangrijk of ik vind die zo’n voorbeeld van iets, dan denk ik die mag je best in verschillende boeken één of twee of zelfs drie keer gebruiken. Je schrijft het toch altijd net iets anders op. Je gaat het nooit kopiëren. Ik zit me trouwens af te vragen… volgens mij heb ik wel gekeken, hoe ik het in Montanelli heb opgeschreven. Ja, maar het is anders opgeschreven, maar het is wel dezelfde scène.’
Tiekstra: ‘Het is ongeveer hetzelfde, ja.’
[gelach]

Via de site van Jurgen Tiekstra kun je het hele gesprek terug luisteren.