Vakantieboek

In deze tijd van het jaar rijst de vraag wat we gaan lezen aan het strand. Dat luistert nauw: elk jaar nemen velen zich voor de vrije weken te gebruiken om nu eindelijk hun Joyce, Proust of Musil bij te spijkeren, maar dat mislukt altijd. Die monumenten vergen meer concentratie dan in een half-slapende toestand onder de subtropische zon is op te brengen.

Een ideaal vakantieboek daarentegen is Daar heb je vrienden voor door Astrid Harrewijn. Dat voldoet werkelijk aan alle criteria. Om te beginnen is daar de uiterst eenvoudige structuur: de gebeurtenissen worden in strikt chronologische volgorde verteld, steeds vanuit het perspectief van ik-figuur Joost, werkloos archeoloog. Alles is verdeeld in scènes van beperkte omvang, die vaak beginnen met het ’s ochtends ontwaken van Joost. Alles wordt beschreven in de tegenwoordige tijd, en de verteller doet er real-time verslag van, zonder blijk van kennis van het vervolg.

De stijl is bovenal vlot te noemen. Dat uit zich in een heel beperkt gebruik van bepalingen en bijzinnen, maar bijvoorbeeld ook doordat het woord ‘en’ meestal wordt vervangen door een komma: ‘Een drukkende warmte slaat me in het gezicht, beneemt me bijna de adem. Ik snuif de geuren van de stad op, geniet van het lawaai.’

Hoofdpersoon Joost is niet onsympathiek, maar erg onhandig en vooral passief. Op een dag bedenkt hij plotseling dat hij graag vader van een kind zou willen zijn, hoewel hij zichzelf volkomen ongeschikt acht voor het vaderschap en ook geen vrouw kent die hij de rol van moeder zou willen toevertrouwen. ‘Die vrouw kan me gestolen worden. Ik wil het kind. Ik kan het niet uitleggen, ik snap het zelf niet. Het voelt als een essentieel ontbrekend iets.’ In overeenstemming met zijn karakter doet Joost vervolgens niets om deze wens te verwezenlijken, waarmee dit motief als motor voor het verhaal is uitgeschakeld.

De werkelijke aanzet tot de verdere gebeurtenissen zal de lezers van de boeken van Dan Brown bekend voorkomen. In de kelders van het Rijksmuseum treft Joost een geheimzinnig symbool aan. Met behulp van een Amerikaanse professor in de symboolkunde blijkt dit terug te voeren op een geheim genootschap, waar Joost in weet te infiltreren. Op een manier die ook na lezing van het boek niet helemaal duidelijk is verwijst het symbool naar andere in historische Amsterdamse gebouwen; combinatie van alle gevonden symbolen wijst ten slotte de weg naar een kunsthistorische vondst van belang. Bij wijze van vette knipoog kan een essentiële aanwijzing alleen gevonden door het bijwonen van een meet-and-greet met… Dan Brown.

Vanzelfsprekend komt aan het eind alles helemaal goed. Joost is zonder er moeite voor te doen rijk en beroemd geworden, en lijkt zelfs zijns ondanks uitzicht te krijgen op het gewenste gezinsleven. En zo hoort het ook, aan het strand. O ja, het boek is onderdeel van een nog onvoltooide trilogie, maar daar heb je gelukkig helemaal geen last van.

Lex Bijlsma

Astrid Harrewijn – Daar heb je vrienden voor. Boekerij, Amsterdam, 316 blz. € 15,00.