Oude man denkt terug aan vroeger

Nadat hij in 2010 onderdak vond bij uitgeverij Passage publiceerde Paul Gellings vier romans en een dichtbundel. Onlangs kwam daar zijn debuut als verhalenverteller bij met Zondagavondbuurt. Waarschijnlijk staan daar ook verhalen in die hij in het begin van zijn carrière gemaakt heeft, al geeft de verantwoording achterin het boek daar nauwelijks informatie over. ‘Uit een vorig leven’ gaat bijvoorbeeld over een docent van vijfendertig jaar oud die terugdenkt aan zijn eerste baan én liefde voor een leerlinge tien jaar daarvoor.

Zijn zwak voor de verkeerde meisjes was gebleven, zij het in sluimertoestand, een zoete nostalgie, wat ook maar beter was, omdat er tegenwoordig een andere moraal heerste dan in de jaren zeventig.

Dat ’tegenwoordig’ slaat dan op de jaren tachtig, maar met dat gegeven gebeurt verder niets.

De verhalen van Gellings zitten vaker vast aan de niet erg gelukkige constructie van een oude man die terugdenkt aan vroeger. Daardoor krijgen ze iets gezapigs. ‘Het was de tijd waarin stadsbussen nog bordeauxrood waren en ikzelf in spijkerkleding door het leven ging,’ staat er in een verhaal over een sadistische en gewelddadige buschauffeur. ‘Vol weemoed dacht hij terug aan het kleurige gebouw dat ooit gonsde van het leven,’ denkt de gepensioneerde docent Kranenburg. Bij het opdelven van een graf van een oud-leerling start een verhaal over vroeger. Dat verhaal heeft op zichzelf potentie, maar in deze vorm draait alles om de clou: wat is er meegesmokkeld in de kist waardoor de grafdelver zo schrikt? Als Gellings zich had beperkt tot de psychologie van de oud-leerling was het verhaal vele malen sterker geweest. Dat gebeurt ook ‘De scherprechter’ waarin een man met een pistool op bezoek gaat bij een andere man. Op het eind van het verhaal wordt uitgelegd waarom hij dat deed en ook nu werkt het weer als de oplossing van een puzzel. Had je die reden vooraf geweten dan was de onderhuidse spanning tussen de mannen veel voelbaarder geweest.

Gelukkig staan daar ook verhalen tegenover waarbij Gellings zijn neiging om uit te leggen weet te beteugelen. Het beste voorbeeld daarvan is ‘Gast in eigen huis’ waarin de hoofdpersoon opeens bezoek krijgt van krokodillen in zijn zwembad en huis. Dat ietwat surrealistische gegeven blijft de hoofdpersoon tot aan het einde met een naïeve verwondering gadeslaan. Van dat soort verhalen had ik er wel meer willen lezen.

Coen Peppelenbos

Paul Gellings – Zondagavondbuurt. Passage, Groningen. 192 blz. € 18,90.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 9 juni 2017.