De racistische Suske en Wiske

‘Dat is geen Afrikaanse man, dat is een halve aap. Dat zijn geen lippen, dat is hoe je de mond van een dier tekent.’ Aan het woord is de Vlaamse schrijfster Dalilla Hermans op Facebook nadat ze de vernieuwde Suske en Wiske onder ogen kreeg. Suske en Wiske hebben onlangs een total make-over gekregen en in Vlaanderen was er in eerste instantie een beetje ophef ontstaan omdat Wiske en Tante Sidonia na al die jaren opeens vrouwelijke vormen kregen. De echte hardcore fans waren ook verbijsterd door de bril van Tante Sidonia: die had namelijk pootjes gekregen. Mami Wata, het tweede album in de nieuwe stijl bevatte nog iets opmerkelijks: de blote borsten van een zwarte vrouw waren zo maar te zien. Dalilla Hermans was echter verbijsterd dat er wel ophef ontstond over die blote borsten, maar niet over de manier waarop de zwarte man in de strip getekend was. ‘We zijn in 2017, mensen en we moeten dit niet meer pikken.’

Hermans heeft gelijk. Vooral beeldtaal is erg belangrijk. ‘Zolang zwarte mensen worden afgebeeld als halve apen, is het niet meer dan normaal dat zwarte mensen worden behandeld als domme mensen.’ Daarna deed ze een oproep aan haar creatieve vrienden om een normale zwarte man te tekenen. Er kwamen meteen voorbeelden, dat is het mooie van internet, waarbij het in één oogopslag duidelijk was hoe ouderwets die nieuwe Suske en Wiske eigenlijk was. De Standaard Uitgeverij voelde zich genoodzaakt om op haar eigen homepage excuses aan te bieden. Wel met een klein terzijde. ‘Net zoals bij alle avonturen van Suske en Wiske spelen allerhande personages een rol, van karikaturaal tot bijna realistisch.’ Daarna lieten ze twee afbeeldingen zien van twee zwarte vrouwen die niet al te stereotiep waren. Dus ze weten wel hoe het kan.

Ik vind het heel bemoedigend dat er de laatste jaren moedige mensen opstaan tegen de karikaturen in de media. Ze weten dat je een riool van reaguurders open trekt maar durven toch te zeggen dat ze iets niet meer pikken. Verzet begint met kleine daden, een filmpje op Facebook bijvoorbeeld.

Coen Peppelenbos

Deze column stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 1 juli 2017.