Beetje warrige reportage gisteren in de Volkskrant over Marten Toonder. Journalist Wiep Idzenga toog naar het vissersdorpje Greystones in Ierland om te zien of er nog sporen waren van Marten Toonder. Niet veel blijkt al snel, ondanks de inleiding bij het stuk

Wat hij vindt, wordt almaar ongelooflijker en is bepaald wel iets meer dan een voetnoot bij de geschiedenis. En iets wranger ook.

We komen in het met Bommelcitaten doorspekte stuk wel te weten dat de Ieren veel drinken en zomaar een gedicht kunnen reciteren, maar over Toonder weet men in het dorp een stuk minder te vertellen. De kruidenier en de kolenboer weten dat Toonder nooit zo veel zei, de bibliotheek heeft geen boeken van Toonder en de oude huishoudster weigert te praten. Dan laat Idzenga Loumina, oud-schoondochter en adoptiefkind van de Toonders aan het woord, die leegloopt over haar overleden schoonvader.

‘Marten was een egoïstische schoft,’ zegt ze, terugkerend met de thee. ‘Het was altijd werk, werk, werk. Hij was een briljante kunstenaar, maar een waardeloze vader en opa.’ […] He wasn’t a nice man. Echt een Grunneger, een koude kikker.’

Toonder, overigens geboren in Rotterdam, komt er bij haar niet zo goed af. De vraag is echter of ze een betrouwbare bron is. Door andere dorpsgenoten wordt ze voor een nogal excentrieke vrouw aangezien. Binnen een kolom is haar aandeel in de reportage ook alweer voorbij.

Is dat alles? Een verwarde, wrokkige vrouw als wrange voetnoot bij de geschiedenis van Toonder in Ierland? Tijd voor een echte biograaf.

(foto: Hans Peters/Anefo, CC0 1.0)