Ontdekkingen in Drenthe

Tjerk Vermaning (1929-1987) was een Drentse amateurarcheoloog die in de jaren zeventig voor de nodige opschudding zorgde nadat de door hem gedane ‘archeologische vondsten’ vervalsingen bleken te zijn. De eerlijkheid gebiedt mij te bekennen dat ik – geboren in 1977, het is geen excuus, maar ik vermeld het er toch even bij – nog nooit van deze figuur had gehoord. Pas nadat ik dit boek had uitgelezen en voor de aardigheid wat achtergrondinformatie googlede, drong tot mij door dat ik een roman had gelezen over een bestaande figuur. Maar ik besefte pas hoe ontzettend bekend deze amateurarcheoloog ooit was toen mijn eigen vader met allerlei details uit de jaren zeventig kwam nadat ik hem en passant vertelde over mijn leeservaring. Voordeel aan mijn onwetendheid op dit gebied was echter dat ik Tjerk compleet onbevangen heb gelezen. Roeters verdient een pluim omdat ik geen moment het gevoel had dat ik een biografische schets zat te lezen. Hij heeft de inmiddels historische gegevens knap omgezet in een boeiende, prettig leesbare roman.

Tjerk, zoon van een binnenvaartschipper, wordt door Roeters neergezet als iemand met een verfrissend gebrek aan respect voor hiërarchische verhoudingen. Kruiperigheid ten opzichte van de hogere klasse is hem vreemd, best uniek voor een ongeletterde jongeman uit de arbeidersklasse. Het zorgt voor de komische noot in dit vlotgeschreven verhaal. Tjerk trouwt met Trijnie die echter algauw aan godsdienstwaanzin begint te lijden en zijn vondsten niet kan verenigen met wat er in de bijbel staat (‘Hij is aangeraakt door de duivel’).

Dankzij zijn vondsten komt Tjerk in contact met wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen, waar met een mengeling van verbazing en ongeloof op zijn komst wordt gereageerd. Toch kunnen ze niet om hem heen, want zijn opgravingen lijken aan te tonen dat Nederland al duizenden jaren eerder werd bewoond dan men altijd dacht. Hoewel autodidact Tjerk niet bepaald hoogopgeleid is, beweegt hij zich bruusk en zonder respect voor autoriteit door de hogere kringen waarmee hij in aanraking komt. Zijn steeds ouder wordende schooljuf, één van de meest aandoenlijke personages, staat hem bij met raad en daad, maar ook zij kan niet voorkomen dat Tjerk het toch wat hoog in zijn bol krijgt, iets waaraan men zich in Groningen steeds meer gaat ergeren. Toch stijgt hij lange tijd in ieders achting, waarbij het van pas komt dat hij nooit wil vertellen wáár hij zijn opgravingen doet. Het besef dat zijn vondsten vervalsingen blijken te zijn luidt uiteindelijk zijn ondergang in.

Roeters biedt de geschiedenis als raamvertelling aan en zorgt voor een vleugje spanning met een alternatieve kijk op de historische gang van zaken. Dat is allemaal heel aardig gedaan, maar ook een beetje geforceerd. De kracht van de roman zit hem vooral in de details over het leven van de derde stand. De personages uit de arbeidersklasse worden bijzonder goed neergezet, zonder de clichématige ‘authentieke’ onnozelheid waarmee dergelijke types nogal eens worden neergezet in de Nederlandse literatuur. Afgezien van Tjerk zijn ze weliswaar ongeletterd, maar ze worden niet neergezet als dom. Het domste gedrag, daarentegen, komt van personages die gezien hun opleiding beter zouden moeten weten.

Het toegankelijke Tjerk wordt gekenmerkt door levendige dialogen, vlotte beschrijvingen en vooral de nodige vaart. Tegen het einde schakelt de auteur over naar een wat al te hoge versnelling, maar echt afbreuk aan de leeservaring doet dat niet. Tjerk is niet het beste boek dat ik dit jaar heb gelezen, maar het verhaal ga ik onthouden.

Lucas Zandberg

Bennie Roeters – Tjerk. Passage, Groningen, 218 blz. €19,99.

(foto: Tjerk Vermaning [1929-1987] en zijn echtgenote met een zak met vondsten op zijn woonboot in Meppel, Fotograaf Onbekend / Anefo, CC0 1.0)