Het leven is zo moeilijk niet

Mirjam Oldenhave die eerder jeugdboeken schreef debuteert met een roman voor volwassenen, Alles goed en wel. Een toegankelijk en aantrekkelijk boek waarmee ze laat zien dat van elk leven iets te maken valt. Geen zwaar beladen verhaal en zonder stilistisch moeilijk geneuzel.

Alles goed en wel beschrijft het verhaal van Julia. Wanneer haar ex-verslavingsarts en man Stan voor de zoveelste keer een andere vrouw in zijn bed heeft gehad, pakt ze haar spullen en stapt ze de straat op. Pas dan beseft ze dat ze geen onderkomen heeft. Bij Wonen Centraal lijkt ze geen voet aan de grond te krijgen; er zijn geen woningen. Dan komt ze de jonge Dylan tegen. Hij doet haar een bod. Ze mag het huis van de oude mevrouw Smit bewonen, met slechts één tegenprestatie:

Ik mocht zolang in het huis wonen, maar ik moest wel een klein halfuurtje per dag die zieke mevrouw gaan verzorgen. Het ziekenhuis vroeg het aan de familie, maar de neef had er geen zin in.

In allerijl stemt Julia toe. Ze heeft een huis. Dan blijkt echter dat ze niet alleen huist in de woning. Al snel maakt ze kennis met de kleine Veronique, kat John, tuinman Louis en vluchteling Magwan.

Zo beschreven lijkt het plot van Oldenhaves debuut simpel en dat klopt. Het verhaal floreert niet bij complexe structuren, diepgaande thematieken of ingewikkelde relaties, maar moet het hebben van de eenvoud. Oldenhave intrigeert met onverwachte wendingen en bijzondere personages, die door het verhaal volledig naar voren gebracht kunnen worden.

Meer dan types worden die personages daarbij niet. Hoofdpersoon en schilder Julia laat slechts een paar kanten van zichzelf zien, waarbij je alleen écht iets over haar komt te weten wanneer ze terugdenkt aan de relatie die ze had met Stan. Verder blijft ze vooral de vrouw die een nieuw leven op moet bouwen, waarbij ze geconfronteerd wordt met situaties waarin ze niet wil verkeren.

Ook de andere personages worden niet uitgewerkt. Erg problematisch lijkt dat echter niet. Juist de oppervlakkige karaktertekeningen van de bewoners, die overigens wel zeer consequent getypeerd worden, zorgen ervoor dat de lezer beter met Julia mee kan leven: de lezer kent de personages immers net zo slecht als Julia en kan haar gedachten over deze mensen daardoor beter volgen. Vooral Veronique heeft hierin een bijzondere rol. Dit zevenjarige te vroeg volwassen meisje emotioneert met haar taalgebruik (‘Kutzooi! Zie je wel, ik kan het niet’) versus haar kinderlijk eenvoudige manier van denken. Oldenhave slaagt erin Veroniques problemen niet expliciet of te groot weer te geven, waardoor ze juist meer indruk maken. Onbewust sluit je dit meisje direct in je hart.

Oldenhave creëert met deze personages, hun verhalen en Julia een aantrekkelijk en tragikomisch plot dat meeslepend wordt door de talloze levendige dialogen die het verhaal rijk is. Het betreft een plot waar van alles op aan te merken is: losse lijntjes worden niet opgelost, af en toe komt er een cliché voorbij en thema’s worden niet uitgediept. Echter, al deze aanmerkingen lijken futiliteiten als gekeken wordt naar de aantrekkelijkheid van het verhaal. Vanaf het moment dat Julia met de bewoners geconfronteerd wordt, ziet de lezer problemen aankomen waar hij van zal gaan smullen. Elke bewoner heeft zo zijn eigen verhaal en reden waarom hij bij mevrouw Smit in het huis mocht verblijven. Langzaam ziet de lezer dat Julia niet meer weg kan uit het huis en verbonden raakt met andere bewoners. Met gepaste smart zit de lezer te wachten op het moment dat Julia met de rug tegen de muur staat en moet beslissen wat de lezer vanaf de eerste bladzijde al hoopte dat ze zou doen.

Halverwege het verhaal ontstaat een zoete inval van opkomende en verdwijnende problemen, waarbij ethische kwesties als ‘valt misdaad te rechtvaardigen’ heel lichtjes aan bod komen. Echter, het blijft bij lichtjes. Alles goed en wel moet vooral niet te zwaar worden. Een gewoon grappig, verdrietig en positief verhaal blijkt voldoende.

Marloes Otten

Mirjam Oldenhave – Alles goed en wel. Ambo|Anthos, Amsterdam. 250 blz. € 17,99.