Echt warmlopen kan taalkundige Marc van Oostendorp niet voor Het litteken van de dood van Onno Blom.

Het is zo’n proefschrift dat een zesje verdient, een moloch waarin een enorme hoeveelheid wetenswaardigheden wordt opgesomd – wie waar wanneer woonde, wie wat wanneer zei – zonder dat er veel lijn in wordt aangebracht, en alles in de stijl van een boek voor de opgroeiende jeugd.

Van Oostendorp zegt dat in een reactie op het stuk van Ilja Leonard Pfeijffer (die in een lange reeks artikelen op Neerlandistiek met veel enthousiasme taalkundig is uitgebeend, maar deze keer toch enige tegenwind krijgt).

Ik vind het sympathiek dat Pfeijffer het zo voor zijn vriend opneemt, maar jammer dat hij zich daarbij overschreeuwt.

Lees het hele stuk hier.

Interessant is ook het artikel in NRC Handelsblad van Marita Mathijsen die in de eerste commissie zat die het proefschrift van Onno Blom moest beoordelen en het onvoldoende wetenschappelijk vond. Mathijsen refereert aan de commotie rond Blom en formuleert acht punten waaraan een wetenschappelijke biografie moet voldoen. Daarna trekt ze een algemene conclusie, waarbij ze niet zegt of de herschreven versie van het proefschrift nog steeds onwetenschappelijk is, maar die suggestie wel levensgroot op tafel legt.

De biografie die wetenschappelijk verantwoord is en waar op gepromoveerd kan worden, bestaat dus wel degelijk. Of die van Onno Blom over Jan Wolkers daar ook toe behoort, laat zich beoordelen met behulp van deze acht punten.

Lees het hele artikel hier.