Wordt een warrig verhaal dit

Joubert Pignon is een loser. Zo portretteert hij zichzelf althans in Mooie lieve schat, een verzameling erg korte verhalen. In een van die verhalen probeert hij van zijn literaire agent af te komen omdat deze een groot deel van zijn royalty’s afroomt. En dat bedrag houdt toch al niet over. Pignon weet hoeveel boeken hij verkoopt: ‘Een voorschot hoger dan duizend euro eisen zou megalomaan zijn.’ In een ander verhaal moet hij in een boekhandel blijven werken tot een derde van zijn oplage van zevenhonderdvijftig exemplaren verkocht is. Dat mislukt grotelijks: de enige klant die een exemplaar van zijn boek koopt, ruilt het na een paar dagen al om.

De stijl van Pignon is doordrenkt met zelfspot en ironie. Dat komt vooral tot uiting de in de vijftiendelige reeks verhalen over zijn poging om van het drinken af te komen, met behulp van steeds wisselende deskundigen bij de verslavingskliniek. Uiteindelijk, het zal niemand verbazen, zal het de schrijver niet lukken. In andere verhalen is de schrijver hyperbewust van wat hij opschrijft en onderbreekt hij de vertelling met grappig bedoelde, maar niet echt noodzakelijke terzijdes:

Wordt een warrig verhaal dit, op deze manier. Zullen we anders nu gewoon verdergaan met het verhaal. Wanneer we het teruglezen halen we de onlogischheidjes er wel uit.

Of:

Ik vermoed een complot, de literatuur zit vol pretfiguren, voor je het weet sta je op Tzum.info.

Mooie lieve schat staat daarnaast vol met absurdistische verhalen en interessante experimenten, zoals ‘Een verhaal dat uit trefwoorden bestaat’. In slechts achttien trefwoorden, waarbij de zeven woorden ‘zee koelbox parasol vastgebonden windvlaag hond zee’ de kern vormt, wordt toch een afgerond verhaal verteld. Niet alle verhalen zijn zo geslaagd: er is wel heel veel zelfbeklag aanwezig in deze bundel en sommige ingevingen zijn wel erg puberaal provocatief zoals ‘Mongolenpact’ waarin schrijvers afspreken ‘op hun eigen manier, een mongool hun komende boek in te schrijven.’ Daar tegenover staan enkele juweeltjes, zoals ‘De modernen en de traditionelen’ waarin een groep mensen alleen maar naar dansvoorstellingen gaat om gevechten uit te lokken tussen liefhebbers van moderne dans en aanhangers van traditionele dans. Dat verhaal heeft ook een prachtige beginzin: ‘Hij heeft te kleine voeten om een goede Jehova’s getuige te zijn.’

In het naschrift zegt ene Robert Schuit dat hij nu wel lang genoeg onder het door Anton Dautzenberg en hem bedachte pseudoniem Joubert Pignon heeft geschreven en dat de serie Pignon-boeken nu overgenomen wordt door een ander schrijversduo. Weer een grapje, maar intussen kun je je wel afvragen hoe lang je je kunt handhaven in zo’n zelfgeschapen niche en of de bakens daadwerkelijk niet eens verzet moeten worden.

Coen Peppelenbos

Joubert Pignon – Mooie lieve schat. Atlas Contact, Amsterdam. 192 blz. € 19,99.

Deze recensie verscheen in iets kortere vorm eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 17 november 2017.