Een leergierig type

Het toedichten van goede menselijke eigenschappen aan dieren, heeft iets vertederends, zoals in het ontroerende, subtiele, prentenboek Kleine wijze wolf van illustrator Hanneke Siemensma en tekstdichter Gijs van der Hammen. De wolf die er, zoals alle roofdieren, vaak alleen slecht en boosaardig vanaf komt. Denk maar eens aan Roodkapje en De wolf en het lam van Jean de La Fontaine.

Hoewel in het laatste geval er juist ook een verklaring wordt gegeven voor de ‘wraakzucht’ van de wolf op het onschuldige lam, nog niet eens geboren ‘toen er kwaad werd gesproken’. Er wordt sinds mensenheugenis meedogenloos gejaagd op de wolf. De wolf in La Fontaine’s parabel, voldoet dan maar aan het stereotype beeld en verslindt het lam, eerder als vertegenwoordiger van een soort. Het wordt van hem verwacht.

Het is de oerangst voor roofdieren die tot op de dag van vandaag doorspeelt, en die steeds weer gevoed wordt, elke keer wanneer het verhaal van de grote boze wolf, de wolf en de drie biggetjes, wordt verteld. Wanneer er een wolf in het wild wordt gesignaleerd, slaat de blinde paniek, vooral bij veehouders en jachtopzieners, meteen toe. In de Verenigde Staten zijn wolven zelfs met dynamiet te lijf gegaan.

Wie ooit de moeite heeft genomen om zich meer in de wereld van de wolf te verdiepen, merkt dat dit zeer sociale dieren zijn, die hun kroost liefdevol opvoeden. Ten opzichte van de mens zijn ze eerder uiterst schuw. Ja, er zijn wel gevallen bekend van het wegslepen van vooral jonge kinderen, verschrikkelijk, maar dat heeft ook te maken met de inperking van het leefgebied. Dieren doden niet uit sadisme, jaloezie, of vanuit een andere menselijke drijfveer, maar uitsluitend om te overleven.

De kleine wolf van Van der Hammen en Siemensma is een leergierig type, eerder puur slim dan het altijd weer benadrukte sluw, dat toch een negatieve connotatie heeft. Hij (of zij natuurlijk) leest dikke boeken, weet van kruiden, kent de sterrenbeelden op z’n duimpje, heeft zelfs een paar nieuwe sterren ontdekt en is daar trots op. Een prachtige, duistere eerste overzichtsplaat, met een hoofdrol voor de maan, de sterren en het verlichte raam van de kleine wolf. Maar in het struikgewas is ook nog wat te ontdekken. Daar schuilt een van de eerste wachtenden voor het consult van wolfje.

Het oblong prentenboek is opgebouwd uit over twee pagina’s doorlopende platen. Dat zorgt door de omvang van het boek, ruim groter dan A4, elke keer weer voor een panoramisch kijkje. Er is van alles te ontdekken. De stoet van dieren komt tevergeefs bij wolfje aan de deur. Het is een echte wetenschapper, of eerder een homo universalis. Hij wil alles van alles weten en heeft daardoor geen spatje tijd over. De deur blijft dicht. Niet storen! Maar de kraai van de koning vliegt door het raam naar binnen en wanneer de koning roept – hij is ernstig ziek en alleen tovenaar kleine wolf kan hem waarschijnlijk redden – dan kom je gewoonweg. Door berg en dal, hoe ver het ook is. Het is een barre tocht. De dieren vragen elkaar een paar keer of ze hem niet moeten helpen, maar niemand onderneemt wat. Wolfje hielp hen ook niet, de vragen die ze hadden, lieten hem koud.

Het is wolfje langzaam zwaar te moede. Hij heeft honger, zijn zolen doen pijn en hij vindt zichzelf niet slim genoeg om de koning beter te maken. Maar er is letterlijk een lichtpuntje. Beer heeft een tentje in het bos, met een bedje en een pan soep. De dieren hebben toch besloten om de kleine wolf op pad te helpen. De koning geneest snel door het kruid dat alleen kleine wolf kent. Zal hij een baan aannemen als hofarts, of gaat hij terug naar zijn bos, om nu eindelijk open huis te houden? Kleine wijze wolf is een fijn sprookje, zonder zware moraal, mooi ‘vol’ getekend, met waskrijt lijkt het wel, met sprekende accenten. Laten we een beetje naar elkaar luisteren, een dergelijke boodschap kun je alleen maar onderstrepen.

Guus Bauer

Gijs van der Hammen en Hanneke Siemensma – Kleine wijze wolf. Hoogland & Van Klaveren, Hoorn. 48 blz. € 14,50.