Poëtische controverse

Ieder mens kent verdeeldheid, maar lang niet iedereen zal zich er zo aan over geven als Nynke Nauta, Skip, uit het nieuwe boek van Nina Polak. Gebrek is een groot woord gaat over de vraag naar vrijheid en in het verlengde daarvan naar het belang van mensen om je heen. We leren Skip kennen als een dappere matroos op de zee die leven heet en waarop zij al vele golven trotseerde. Maar wanneer ze in een Franse haven het gezin tegenkomt waar ze jaren geleden na de dood van haar moeder tijdelijk bij inwoonde, speelt haar verleden van vóór de zilte zeelucht op. Ze trekt de daaropvolgende zomer opnieuw bij ze in en leert in een nieuw heden haar geschiedenis kennen. Amsterdam is in haar beleving veranderd en haalt het niet bij haar herinnering.

Het dagelijkse ritme van de stad, dat ik nog steeds kan dromen, is het decor geworden van een gigantisch immersief theater, waarin toeristen zich koortsachtig proberen te verliezen, hopend iets te ervaren van een leven dat het hunne nooit was, een spannender, mooier, wilder leven.

Haar gangen door de stad – in gezelschap van de nieuwe smartphone waarvan ze op zee niets wilde weten – leveren haar eenzelfde gevoel van theater op, een thuis blijkt onvindbaar in de moderne stad. Bovendien is Skip net zo goed op zoek naar dat wat ooit haar leven was: haar jeugd en haar moeder zijn verstopt in een opslagcontainer, haar relatie met Borg in de novelle die hij schreef over hem en haar.

Verschuild achter een ander personage vertoont Polaks proza in die geïmplementeerde novelle opeens een directheid die de poëtische toon in de rest van dit boek onderstreept. Vele concrete tijdsaanduidingen (Toen, drie maanden later, daarna) volgen elkaar gauw op en woorden voor gevoelens of seksuele handelingen zijn hier harder: ‘Paul voelde een soort trots. […] Hij zag hoe verlekkerd ze keek.’ Zoals Skip zelf verwoord heeft de novelle iets ‘gemakzuchtigs’ en dus rijst de vraag wat het verhaal op het bieden van een ander perspectief na toevoegt aan deze roman.

Dat andere perspectief heeft Polak eigenlijk niet nodig, wel ontbreekt het soms nog wat aan een origineler verloop van zaken. Dat Skip eigenlijk vooral ronddobbert in haar verleden en ons deelgenoot maakt van haar twijfels over thuis en uit, familie en geborgenheid, is plottechnisch gezien niet heel verrassend. Maar Polak heeft een liefde voor de taal die geen enkele lezer met een beetje poëtische inborst zal ontgaan. Sommige hoofdstukken zijn monologen die voor poëzie zouden kunnen doorgaan.

Backtracking, je eigen voetstappen volgen naar waar je vandaan komt, ik heb er een hekel aan. […] Ik wil vooruit, om het even in welke richting. Je hoeft niets te bereiken, je moet alleen weg van waar je bent. Schrijft Margueritte Duras dat? Zo doe ik het ook, volle kracht, naar ergens waar het anders is, om steeds weer bewezen te zien dat afstand het verleden verdunt.

Haar organische formuleringen botsen met de moderne WhatsApp gesprekken, maar die lijken in het leven te zijn geroepen om te onderstrepen dat ze mensen nooit helemaal verbinden. Dat de wereld er kleiner van wordt, maar ook minder dichtbij. En die gedachte past bij het onderzoek naar eenzaamheid dat deze roman incorporeert.

Het is net als de leegte om me heen, die nu weer eens eenzaam heet, en dan weer vrij, en op de mooiste, de beste, de heelste ogenblikken eenzaam en vrij, allebei.

Ivanka de Ruijter

Nina Polak – Gebrek is een groot woord. Prometheus, Amsterdam, 238 blz. € 19,99.