Wat goed is mag duren

Op geen enkele manier is Een ster van zwart katoen een doorsnee verhaal over oorlog. Niet alleen bestrijkt het drie generaties, waarmee het van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog tot de Tweede Wereldoorlog reikt, ook de twee invalshoeken zijn bijzonder: enerzijds de zwarte strijd voor gelijke burgerrechten en anderzijds het werk van de geallieerde Monuments, Fine Arts, and Archives-divisie, die ten tijde van WO II belast was met het opsporen en terugbrengen van gestolen erfgoed. In Een ster van zwart katoen draait het om het prototype van de Amerikaanse vlag, zoals wij die nu kennen, destijds nog voorzien van dertien sterren en dertien witte en rode banen.

Johanna Bolton is een zwarte studente geschiedenis, in 1944 nog een zeldzaamheid, die een dagboek erft van een verre voorouder. Deze Angela Brown leefde tijdens de Onanfhankelijkheidsoorlog en in het dagboek beschrijft ze nauwgezet de laatste dagen van die strijd en de oprichting van de Verenigde Staten aan het einde van de achttiende eeuw. Betsy Ross, Angela’s werkgeefster, wordt verzocht de eerste versie van de stars & stripes te ontwerpen. Angela ziet de witte sterren als een ontkenning van de zwarte aanwezigheid in het land en pleegt een daad van verzet door ook de gekleurde Amerikaan een plek te geven op de vlag: zij naait een zwarte ster onder een van de witte sterren. Wie de vlag en daarmee de geschiedenis letterlijk tegen het licht houdt, zal zien dat de zwarte gemeenschap vanaf het begin bij Amerika heeft gehoord.

De vlag wordt in de vrijheidsstrijd die volgt buit gemaakt en verdwijnt uit het zicht, om eeuwen later in nazi-Duitsland op te duiken in de inboedel van een rijke Joodse zakenman, van wie het doek tijdens de Kristallnacht wordt ontvreemd. Het is aan de MFAA-divisie om het terug te vinden. Colin Bolton is de broer van Johanna en is in Engeland gelegerd als militair in een zwarte divisie. Hun werk speelt zich niet af aan het front, omdat de legerleiding geen vertrouwen heeft in hun zwarte militairen. Johanna’s geestdrift om de vlag terug te vinden, slaat over op Colin die met twee collega’s de missie aanvaardt om de vlag terug te halen.

Het wonderlijke van Een ster van zwart katoen is dat het verhaal ondanks de thematiek en vele lijnen en invalshoeken geen zware kost oplevert. De strijd voor zwarte burgerrechten en het racisme in het Amerikaanse leger is nog steeds actueel, waarmee het verhaal dichtbij de lezer blijft: het is bepaald geen achterhaald historisch gegeven. De zoektocht naar de eerste vlag, beladen met symboliek, spreekt enorm tot de verbeelding en geeft de zoektocht van Colin en zijn kameraden een spannende extra dosis heldenmoed.

Het verhaal is mooi uitgebeeld, met veel filmische vaart en karakter in de koppen. De beide tijden, eind achttiende eeuw en de jaren veertig, zijn mooi uitgebeeld en in stemmige kleuren gevat. Klein smetje zijn enkele gesprekken van de zwarte militairen waaruit het virulente racisme blijkt: het wordt erg expliciet, terwijl het racisme overal voelbaar is. Wat je overtuigend genoeg laat zien hoef je niet ook nog eens letterlijk te zeggen.

Een ster van zwart katoen verscheen in de Vrije Vlucht-reeks, een serie losstaande albums van steeds verschillende auteurs, die steeds beter wordt. Met de jaren is het een kwaliteitsstempel geworden: de Vrije Vlucht staat voor knappe verhalen, met diepgang en finesse die bovendien niet kijken op een pagina meer of minder. Een ster van zwart katoen is 176 pagina’s lang; gelukkig, wat goed is mag duren.

Stefan Nieuwenhuis

Steve Cuzor & Yves Sente – Een ster van zwart katoen. Vrije Vlucht, Dupuis. 176 blz. Hardcover, € 27,95.