Langzaam bereiden we ons voor op een huis zonder de zwarte panter. De laatste haren pak ik op met de hand. Op efficiëntie gerichte instrumenten maken onverschillig, soms. Kattenharen. Hele wolken waren het. En geknoei rondom het etensbakje ook. Met dat moeilijke eten. Ons monstertje was bijna overal allergisch voor. Behalve voor de allerduurste brokken van de dierenarts. En altijd naar buiten of naar binnen willen (door de deur waar geen kattenluikje in kan). Liefde is een vorm van ongemak.