Aan het begin van het programma Nieuwsweekend mag de criticus van dienst de boeken die hij gaat bespreken al even noemen. Soms worden er ook nog drie nieuwsfeitjes onder de aandacht gebracht. Vanochtend ging Jeroen Vullings in op drie zaken. Eén nieuwsfeit noemde hij positief (A.F.Th. van der Heijden heeft weer een uitgever), de andere twee waren dat niet.

Renate Dorrestein overleed vorige week en werd deze week, op Hemelvaartsdag, begraven.

Jeroen Vullings: Dat heeft ze zelf natuurlijk geregisseerd. Ze had een slopende ziekte. Ja, eh, d’r waren zelfs condoleanceregisters in boekhandels. Dat doet je toch eerder aan prinses Diana denken, maar dat gaf wel ongeveer aan wat voor band ze had voornamelijk met haar lezeressen van haar leeftijd en wat ouder en ook de functie die ze voor die lezeressen had. Ze had wat mij betreft meer een emancipatorische functie dan een literaire, vooral in het laatste deel van haar oeuvre en ze begon eigenlijk met boeken waarin de man de schuld was van alles, wat feministische literatuur werd het genoemd…
Kees Boonman: Het zit je dwars geloof ik.
JV: Nee, volstrekt niet, want ik kon er wel van genieten. Ontaarde moeders was een goed boek, Een sterke man ook. Het was ook altijd gothic, hè, dus een beetje griezelig. Ik vond wel dat ze literair ’t liet zitten in haar latere oeuvre, maar ja, nogmaals, toen had ze een wat andere rol voor haar lezerspubliek aan wie ze zeer gehecht was en toen stonden er in boeken bijvoorbeeld ook advertenties voor middelen tegen vaginale droogte, want dat zijn van die problemen waarmee je kunt zitten als je wat ouder bent, als vrouw. Nou ja, in ieder geval, ze is er niet meer. Ja, jammer, maar zo gaat het.
KB: 64 is wel erg jong.
JV: Ja, dat is erg jong.
Mieke van der Weij: Nou ja, ze deed daar zelf helemaal niet dramatisch over in haar laatste interviews. Ze zei, nou ja luister, 64, ik ben bepaald niet in de wieg gesmoord. Ze gaf wel een bewonderenswaardige…
JV: Ja, dat is stoer natuurlijk, alleen de vraag is of je dat echt vindt. Wij vinden het allemaal te jong.

Daarna komt nog de Libris Literatuur Prijs voor Wees onzichtbaar van Murat Isik aan de orde (zonder de titel van de roman te noemen):

JV: Murat Isik, heeft de Librisprijs gewonnen voor een roman. Nou, ik vind dat de literatuur een huis is met bijzonder veel kamers, verdiepingen zelfs, gewelven, keldertjes, maar ook hele mooie torenkamers, dus wat dat betreft laat je duizend bloemen bloeien, dat mag allemaal. Maar wanneer je een roman bekroont als beste roman van het jaar en dat pretendeert de Libris Literatuur Prijs, ja, dan geef je daarmee toch bewust of onbewust een behoorlijk signaal af, van dit is nou de maat der dingen, dit is wat wij het beste vinden. Dat heeft de Librisjury gedaan met de roman van Murat Isik en daar is behoorlijk wat reactie op gekomen. Er is een eh een heel nou beheerst geschreven maar behoorlijk vernietigende blog verschenen van de jonge schrijver van Nederlands-Marokkaanse komaf Jamal Ouariachi, hele goeie schrijver, die gewoon eens even heeft gekeken naar de stijl en die heeft bijvoorbeeld laten zien dat eh dat gewoon benedenmaats is.
KB: Ja, want vind je zelf?
JV: Wat zeg je?
KB: Wat vind je zelf?
JV: Ik vind dat ie daar gelijk aan heeft. Ik vind dat het boek wel andere dingen te bieden heeft. Je kan kijken naar het sociale aspect van het boek. Isik pretendeert een wat bredere Marquez-achtige verteller te zijn en er zijn zeker…, het had misschien meer geredigeerd moeten worden, het boek. Alleen het punt is toch wanneer je zo’n boek bekroont waar toch heel wat feilen in zitten. Bijvoorbeeld een kind heeft het over een vurige whisky. Ja, dat kan een kind niet zeggen, een kind kan het ook niet hebben over een milde whisky, maar een kind kan wel zeggen: ‘Ja, dat drankje waar papa dan altijd zo boos van wordt en waar papa van gaat schreeuwen.’ Dat is kinderperspectief, dat zijn stijlfouten. Dus wanneer je dat doet dan zet je eigenlijk een heleboel schrijvers opzij en ook vandaar die behoorlijk forse reacties van feitelijk zijn generatiegenoten die zich gepasseerd voelen.
KB: Ja, we spreken niet over een aanbeveling als ik jou hier zo hoor.