Poëzie als doelloze gekte

‘ik zet het beeld op tv stil, precies op het moment dat/ iemand begint te praten.’ Daniël Vis’ nieuwe bundel begint onschuldig, maar lang duurt dit niet. In Insect Redux vormen zijn gedichten een ‘montage’ vol wanen en flarden van de werkelijkheid. Grimmige patronen worden zichtbaar naarmate de bundel vordert en de ‘ik’ zichzelf meer en meer kwijtraakt in een psychotische realiteit. Vis schept een wereld waarin niemand te vertrouwen lijkt: ‘er wordt sinds kort iets vreemds/in het leidingwater gedaan.’

Insect Redux is de tweede bundel van Daniël Vis (1988), winnaar van het NK Poetry Slam 2014. Zijn debuutbundel Crowdsurfen op laag water kwam eveneens uit in 2014 nadat Menno Wigman Uitgeverij Prometheus op het spoor van Vis had gebracht. Vis is wars van metaforen of andere mooischrijverij waardoor zijn poëzie rauw en niets verhullend is. In zowel Crowdsurfen op laag water als Insect Redux moet hij het hebben van een harde, maar verwarrende werkelijkheid, niet van zalvende woorden en fijne alliteraties.

Insect Redux is, zoals de achterflap vermeldt, een montage van gedichten. De gedichten hebben geen titel, maar zijn genummerd in romeinse letters en lopen achterelkaar door. Iedere nieuwe sectie is gemarkeerd met een 0, waardoor de afstand tussen de ‘ik’ in de gedichten en de lezer vergroot wordt. De vorm past bij de opzet: flarden van beelden vormen samen een collage van vreemde wanen. De geabstraheerde weergave van de werkelijkheid zorgt ervoor dat je als lezer nooit precies weet wie de hoofdpersoon is of waar deze zich bevindt: een gesloten instelling, een laboratorium of binnen de muren van zijn eigen hoofd.

Vis neemt ons mee in een herkenbare, maar ook bevreemdende wereld waarin de wanen van de ‘ik’ het ritme bepalen:

III

ik draai de kraan dicht en wacht tot ik
de douchecabine uit mag komen.

er is een patroon dat ik in de condens
op het plexiglas moet tekenen

als het af is trek ik de deuren precies ver genoeg open
en stap, met m’n linkervoet eerst, op de tegels.

ik kijk naar het plexiglas en weet niet
waar ik moet beginnen.

De titel Insect Redux verwijst naar de psychotische staat van de ‘ik’ die zich tot een insect gereduceerd voelt door zichzelf en zijn omgeving, al spelen sentimenten nooit de hoofdrol. De ‘ik’ raakt zichzelf en daarmee zijn grip op de wereld langzaam kwijt en houdt zich krampachtig vast aan wetenschappelijke zekerheden. Vis dicht geregeld over chemische samenstellingen en biologische en natuurkundige termen waardoor de hele bundel een kille bedoening wordt: ‘productsamenstelling: pyrethrinen en piperonylbutoxide:/ neurotoxines en een hulpstof.’

De hoofdpersoon raakt zichzelf meer en meer kwijt tussen feitelijke beschrijvingen, maar zinnen als: ‘15,6 millimeter van het netvlies tot de binnenkant van de lens./ 3,7 millimeter door de lens./ 2,9 millimeter tussen de voorkant van de lens en het hoornvlies,’ spoorde mij niet tot verder lezen aan. Alhoewel de eerste gedichten een gevoel van beklemming oproepen, raakt de bundel die spanning langzamerhand kwijt. Insect Redux is te lijvig om de benauwde atmosfeer die Vis creëert vol te houden; na enige tijd las ik een lege opsomming van vreemde wanen en klinische termen. In veel gedichten is een lijst van getallen te vinden: de ‘ik’ houd tijden, millimeters, doseringen en afmetingen nauwgezet bij. Hierdoor komt de ‘ik’ niet tot leven, zijn gekte voelt nooit echt, maar als een karikatuur. Daardoor missen de gedichten zeggingskracht en is het lastig je in te leven. Een effect dat Vis bewust najaagt: – ook de ‘ik’ raakt zichzelf immers kwijt – maar wat blijft erover voor de lezer? Vis mag dan een kille wereld scheppen, maar de vraag is waarom we tot die wereld toe zouden willen treden.

Vis toont lef door een bundel te schrijven die niet voor de massa bedoeld is: daarvoor is de opzet te onpersoonlijk en zijn stijl te kil. De afstand die Vis creëert zorgde ervoor dat de bundel voor mij een worsteling werd. De gebrekkige houvast is duidelijk Vis’ intentie, maar juist daardoor komt Insect Redux over als een persoonlijk experiment van een dichter met weinig oog voor zijn lezers. Na een gedicht waarin de ‘ik’ een vrouw (de enige vrouw in de bundel) penetreert, filmt en wurgt, begreep ik dat ik een stuk mannen-proza in handen had waarvan ik hoopte dat het enige tijd geleden een stille dood gestorven had. Maar dat laat niet weg dat er ook mensen zullen zijn die juist de originaliteit van Vis’ werk kunnen waarderen en zich graag door hem mee laten nemen in de kille wereld van Insect Redux.

Kinha de Almeida Guimarães

Daniël Vis – Insect Redux. Prometheus, Amsterdam. 112 blz. € 19,99.