De Grote Nederlandse Damesroman

Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig verschenen in het Groningse vijf damesliefdesromans op lesbisch-feministische basis, geschreven door een collectief dat bestond uit Marianne Gossije, Margriet ter Steege, Marlite Halbertsma en Hanneke Dantuma. Wat zoveel wil zeggen dat ik verre van de doelgroep ben en hier anno nu eigenlijk ook niets van mag vinden, maar dat, beste lezer, zou ontzettend zonde zijn, want dan zou ik u op deze veelgelezen plek niet kunnen vertellen hoe geweldig deze omnibus, deze familiesaga, dit kloeke boekwerk dat de geschiedenis beschrijft van enkele Groningse vrouwen, vanaf de eerste echte opstandigheid rond 1900 tot de ondergang in punk, radicalisme en Happinez, deze Grote Nederlandse Damesroman is en dat u die allemaal moet kopen en lezen.

Vier vrouwen uit even zovele generaties vrouwen vormen de ruggengraat. De eerste, Jet, loopt van begin tot eind mee. Het zijn verhalen van strijd, waarbij het lesbianisme of hoe je dat tegenwoordig ook moet noemen vaak een complicerende factor is. De strijd wordt dan ook niet alleen tegen de buitenwereld gevoerd, maar net zo goed intern, tegen feministen bijvoorbeeld die niet lesbisch zijn. Al met al wordt in zeer levendige kleuren en vanuit een verrassend perspectief een meeslepend beeld geschetst van een roerige eeuw, met veel aandacht voor veelbetekenende details die alles stevig verlevendigen.

Als Doortje in Doortje vindt het geluk bijvoorbeeld op bezoek is bij Nel, die zowaar over een pick up beschikt, vraagt haar gastvouw of ze een plaatje wil opzetten. Nieuwsgierig bekijkt Doortje de platenkast, met daarin werk van onder meer de Selvera’s, Malando en Bill Haley en ‘muziek van negers.’ Het idioom beweegt ook mee met de tijd. Een generatie later gaat het over dat ‘je manier van met elkaar omgaan erg maatschappelijk bepaald is’ en andere van iedere inhoud verstoken inzichten uit de oude doos, al is de observatie dat ‘negerinnen’ zo mooi zingen omdat ze verdrietig zijn wel weer prachtig.

Directe inspiratie vond het collectief bij de De opstandigen van Jo van Amers-Küller uit 1925, maar er zingt nog veel meer mee uit de wereldliteratuur en daarbuiten, en vanuit de hoek van de dokters- en stuiversromans, de thriller, oorlog en verzet, en de wazige mystiek uit de spirituele boekhandel. Dat alles met enorm veel eruditie en ironie opgeschreven. Zo grappig vaak, dat je hardop moet lachen. Om de aan Austen ontleende passages waarin de lezeres direct wordt toegesproken en om meta-intermezzi als dit generatieconflict:

‘’s middags lezen we dat, al interesseert ons alles niet meer zo als vroeger.’
‘En het boek dat vorig jaar uitkwam, De huilende libertijn?’
‘Wel kind, even denken… Met die vrouwenopstand op het eind? We vonden het boek wat gemaniëreerd, misschien zijn wij nog wat ouderwets en verwachten we van een roman dat de schrijfster haar persoonlijke mening niet zo op de voorgrond plaatst, maar zichzelf uit via haar personages, en…’
‘Wil je thee of een borrel, kind?’ kwam Fokje ertussen.

In de opmerking van de inmiddels bejaarde Jet over de roman van Andreas Burnier uit 1970 zit tevens de complete tragiek van deze hele geschiedenis samengebald. De dames worden naarmate de tijd verstrijkt steeds navelstaarderiger. Als een aantal senatoren van de VVD verruiming van abortus wegstemt – één van de vele historische gebeurtenissen die het verhaal verankeren – protesteren ze daartegen door diens huis te bekladden. Een geslaagde actie, heet dat, maar je bereikt er in het beste geval helemaal niets mee. Het is niet meer dan masturbatie, en die wordt alleen maar erger, tot de hele boel verdwaalt in zelfbedachte pseudomystiek die geheel en al is losgezongen van de alledaagse werkelijkheid. De zusters die het minder goed hebben getroffen zoeken het verder maar uit, als ik me maar goed voel. Solidariteit is alleen iets om uit te spreken en over te discussiëren, met shag en bier.

Die werdegang geeft een elektriserende spanning aan het verhaal, ook al omdat hij/zij zo hevig contrasteert met de ironische humor die pagina na pagina van de bladzijden spat. Het zal zijn omdat ik het zelf nog heb meegemaakt, maar de verhalen over het gemiep en gezeur in de talloze collectieven en andere initiatieven voor en door vrouwen zijn hilarisch. Alsof we in een zeer strenge gereformeerde kerk zitten wordt op alle slakken zou gelegd. Mogen vrouwen die zich bij de commune willen aansluiten worden geholpen hij de verhuizing? Uiteindelijk wel. ‘Maar eerst hadden er felle discussies plaatsgevonden. Een aantal vrouwen vond het maar onzin dat het zo gemakkelijk gemaakt werd. Als ze hier willen wonen, moeten ze zelf maar zorgen dat ze er komen.’ En ook in de liefde maar politiek veel kapot: ‘Na de eerste verliefdheid krijgt Beertje weer oog voor de dingen waarin ze van Joke verschilt: haar anarcha-feministische principes botsen met die van Joke.’ Dat het met die tweede feministische golf tragisch afliep kan geen verrassing zijn.

Neemt niet weg dat dit een voor de Nederlandse letteren zeldzaam boek is, verschrikkelijk goed geschreven en niet vastlopend in moeilijkdoenerij, maar altijd de lezer in het achterhoofd. Kopen dus. En lezen.

Enno de Witt

Damesschrijfbrigade Dorcas – Wilde rozen. Uitgeverij kleine Uil, Groningen, 652 blz. € 30,-, hardcover € 37,50.