Docenten Nederlands lezen niet veel, laten hun keuzes bepalen door de verkoopsuccessen en hebben relatief slecht zicht op de literaire actualiteit. Dat zijn de interessante, maar ook nogal alarmerende resultaten van het onderzoek van Jeroen Dera naar het leesgedrag van docenten Nederlands in de bovenbouw.

Begin 2017 vroeg Dera aan docenten Nederlands hoeveel boeken ze lazen en welke titels. Daarnaast vroeg hij in hoeverre ze titels op de laatste longlist van de Libris Literatuurprijs kenden en gelezen hadden. De resultaten op de eerste vraag zijn nogal schokkend. Meer dan een kwart van de docenten leest slechts één boek per maand. Meer dan 60 % van de docenten komt niet verder dan twee boeken. De groep docenten in de leefstijdscategorie 20-25 leest het minst (maar wellicht ervaren die ook de hoogste werkdruk).

Bij de boeken die gelezen werden, werd de top 10 ingenomen door boeken die in de belangstelling stonden vanwege tv-optredens of vanwege hun plek op de bestsellerlijst. Het smelt van Lize Spit werd bijvoorbeeld getipt door het boekenpanel van DWDD. Enkele titels die wel gegeven werden, werden niet herkend door de onderzoeker: Conserven, De provincie, Gewapende man en Brussel. Wij vermoeden dat de respondenten waarschijnlijk Conserve van W.F. Hermans, De provincie van Jan Brokken, Gewapende man van Gerwin van der Werf bedoelden. Brussel is wat lastiger. Het boek Brussel Eurabia (niet echt een roman) van Arthur van Amerongen of De intrede van Christus in Brussel van Dimitri Verhulst? De complete lijst van gelezen boeken die Dera aan het eind van zijn onderzoek opneemt, laat overigens wel zien dat de docenten een zeer brede smaak hebben.

Worden de docenten alleen maar gestuurd door de boeken en de schrijvers die het meest in de publiciteit komen? Daar lijkt het wel op als Dera ze vraagt naar de bekendheid met de titels die op de longlist van de Libris Literatuurprijs 2017 voorkomen. De tolk van Java van Alfred Birney (de latere winnaar) scoort opmerkelijk laag. Slechts 1% van de respondenten heeft het boek gelezen. Bij Wil van Jeroen Olyslaegers idem dito, later won dat boek diverse belangrijke literaire prijzen, waaronder de Tzum-prijs. Zou je het onderzoek nu herhalen, dan zouden die boeken veel hoger scoren, aldus Dera.

Het onderzoek is interessant en zou zeer zeker herhaald moeten worden vooral omdat je zo inzicht krijgt in het leesgedrag van de docenten die hun leerlingen enthousiast moeten krijgen om te lezen. Er komt nog een ander intrigerend onderzoek van Dera aan: de titels die leerlingen kiezen voor hun literatuurlijst.

Het hele onderzoek, gepubliceerd in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (TNTL) is hier na te lezen.