Vakwerk van een rasverteller

In De winter voorbij, de zoveelste roman van de Chileense rasvertelster draait het om drie hoofdpersonages, een auto en een lijk. De al wat oudere, verzuurde universitair docent Richard leidt een teruggetrokken leven in New York dat steeds meer op kluizenaarschap dreigt te lijken. Als gevolg van een trauma uit zijn gezinsverleden raakt hij steeds meer in zichzelf verkeerd en vervreemd van zijn omgeving. Ook met zijn huurster, de uit Chili afkomstige collega Lucia, onderhoudt hij moeizaam contact. Als huurbaas toont hij weinig inlevingsvermogen, zelfs niet als deze ook al wat oudere vrouw zowat doodvriest in haar slecht geïsoleerde appartement.

De winter is op z’n hevigst als Richard betrokken raakt bij een verkeersongeluk. Bizar genoeg is de andere verkeersgebruiker, de jonge uit Guatemala afkomstige Evelyn, weg na het ongeval. Compleet bizar wordt het echter als zij een aantal uren later ineens plompverloren bij hem op de stoep staat met het wazige verhaal dat ze de auto heeft geleend van haar werkgever en bang is voor zijn reactie. Uiteindelijk blijkt er een andere reden te zijn voor haar angst: in de kofferbak van de door haar geleende auto bevindt zich het bevroren lichaam van een jonge vrouw. Richard, Evelyn en Lucia komen tot het onnavolgbare besluit dat zij zich moeten ontdoen van het lichaam van de jonge vrouw. Ook de auto moet verdwijnen. Anders zal Evelyn als illegale vreemdeling uit Guatemala uit de Verenigde Staten worden verwijderen en dat scenario moet toch worden voorkomen?

De roman, die meteen al in het begin elementen van een politieke roman, psychologische roman en thriller bevat, wordt vervolgens een roadtripnovel als het drietal middenin de hevige winter besluit het stoffelijk overschot naar een afgelegen gebied te brengen. Dat valt nog niet mee, want het weer is zo slecht dat de wegen vrijwel onbegaanbaar zijn en geen normaal denkend mens zich op de weg waagt. Voordeel is dan weer dat het lijk van de jonge vrouw goed bevroren blijft. Helemaal duidelijk wie die jonge vrouw is en wat Evelyn met haar dood te maken heeft blijft lang onduidelijk voor de andere twee reizigers.

Het verlies van een trauma, geestelijke stoornissen, (vrouwen)mishandeling, moord, immigratie, drugsbendes, Trumps politieke beleid, door internet ontstane massahysterie… Het komt allemaal aan bod in dit dikwijls komische, soms alle kanten uitschietende maar desondanks toch onderhoudende verhaal. Van elke andere schrijver zou het een allegaartje zijn en dat is het in zekere zin ook. Juist als je denkt een grappige thriller à la het meesterlijke Ripper te lezen, word je als lezer ineens vergast op de persoonlijke levensgeschiedenissen van de personages. Allende neemt dan, zoals gebruikelijk, uitgebreid de tijd en beschrijft op Dickensiaanse wijze allerlei details en bijfiguren waarin een minder goed schrijver verstrikt zou raken. Toch is één en ander wonderbaarlijk goed met elkaar verweven. Op Allendes werk wordt weleens neergekeken, maar dat zo’n schijnbaar overvloedige roman toch leesbaar blijft is misschien een bewijs van haar meesterschap.

Vooral de levensverhalen van Lucia en Evelyn maken veel indruk. Allende schetst een akelig portret van de moeilijkheden van illegale immigranten tijdens hun oversteek naar het beloofde land. En als ze daar eenmaal zijn aangekomen, worden ze geconfronteerd met een beleid dat in veel opzichten compleet onbegrijpelijk is. Critici die het fijn vinden om af te geven op gelukszoekers doen er allicht goed aan deze roman te lezen (zijn we trouwens niet allemaal gelukszoekers, ieder op zijn eigen manier?). Deze roman werd al begin dit jaar gepubliceerd, maar de recentelijke gruwelijke beelden van het Amerikaanse beleid om peuters en kleuters van hun ouders te scheiden en op te sluiten in kooien maakt De winter voorbij angstwekkend actueel.

Lucas Zandberg

Isabel Allende – De winter voorbij. vertaald door Rikkie Degenaar. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 336 blz. € 19,99.