Zo is de liefde, zo is het leven

Hoe omvangrijk en divers het oeuvre van Ted van Lieshout ook moge zijn, toch hebben zijn boeken en dichtbundels wel wat gemeen; de constante hoge kwaliteit bijvoorbeeld, de bijzondere aandacht voor typografie en de quasi natuurlijke souplesse waarmee de zinnen zich aan elkaar rijgen. Dat laatste klopt echter niet helemaal, zo vertelt de auteur op zijn blog: Waar sommige boeken haast vanzelf tot stand komen, besloeg het gehele werkproces van zijn nieuwe bundel bijna zeven jaar. Al in 2011, na het afronden van Driedelig paard, voegde van Lieshout sporadisch gedichten toe, zocht naar de juiste toon en perfecte invalshoek, zodat deze bundel niet in de experimenteerfase zou blijven steken.

Ze gaan er met je neus vandoor opent met een op het eerste zicht eenvoudig gedicht over een verliefde sneeuwman die tedere gevoelens koestert voor een lief kijkend konijn. Dat die liefde niet wederzijds is, blijkt wel wanneer het konijn er met z’n neus vandoor gaat. Meteen een geslaagde metafoor voor de sombere gemoedstoestand van de dichter, die geplaagd door liefdesverdriet niet in staat blijkt om z’n pas begonnen dichtbundel te voltooien. Een koor van haast wegkwijnende letters (en cijfers) neemt zelfbewust het heft in eigen handen. Meerdere opties worden zorgvuldig overwogen; een nieuwe dichter contacteren of simpelweg zelf aan de slag gaan, rekening houden met van Lieshouts poëtica:

We hadden ook in het boek van een andere schrijver kunnen staan, en dat hadden we niet fijn gevonden, want bij jou mag meer. (…) Wij wíllen helemaal niet altijd wat betekenen! Wij willen onszelf zijn.

Dat zelfstandig creëren verzandt aanvankelijk in ‘huilebalkerige rijmelarij’, en dat beseffen de kritische letters maar al te goed: ‘Wij zijn goed in woorden maken, maar niet in verwoorden.’

Ten einde raad besluiten de geplaagde woorden tot drastischer maatregelen; hun wat schutterig geformuleerde contactadvertentie wordt beantwoord door de woorden van een jonge, vrouwelijke dichter. Een geanimeerd gesprek ontspint zich tussen beide partijen, die ieder de belangen van hun auteur ter harte nemen. In de typografie wordt dit makkelijkheidshalve weerspiegeld in de afwisseling van rode en zwarte zinnen. Het spaarzame gebruik van wit en zwart, aangevuld met een felrode contrastkleur draagt onmiskenbaar aan de sobere vormgeving en visuele charme bij.

Wanneer de rode woorden weigeren hun nieuw verworven plaats te verlaten, proberen de zwarte letters hun concurrenten uit alle macht weg te duwen, naar de marge te plaatsen, te overstemmen. De bitse strijd lijkt in het voordeel van de roden te worden beslecht, die fier hun eigen dichtbundel Sneeuw introduceren, oftewel een zorgvuldig uitgewerkte mise en abyme, waarbij een dichtbundel in een andere bundel wordt opgenomen. Geïnspireerd op de eeuwherdenking van de Grote Oorlog, presenteert de dichter ingetogen poëzie, over het slagveld honderd jaar later, herdenkt hij gevallen soldaten en dicht over een winters landschap vol koude en pijn. Graag had ik nog meer van zulke gedichten gelezen. In het nawoord herdenkt van Lieshout expliciet de (gevolgen van) de Eerste Wereldoorlog op Belgisch grondgebied, zowel in woord als beeld. Tegenover de kwetsbare sfeer in de gedichten plaatst van Lieshout de voortdurende strijd tussen rode en zwarte letters, zodat de thematiek nogmaals in de vormgeving weerspiegeld wordt. Zwart en rood afgebeelde gedichten staan tussen, over en onder elkaar, en reflecteren een doorgedreven zoektocht naar de grenzen van een gedicht, een verhaal, bij benadering een volledig boek. Wanneer het geweld op de spits wordt gedreven, zijn wapens en bommen nooit veraf, met ook op papier desastreuze gevolgen.

Ze gaan er met je neus vandoor is ontegensprekelijk het resultaat van een auteur, dichter én zelfbenoemd ‘letterkundig beeldend kunstenaar’ in topvorm. De geslaagde alliantie van woord en beeld, de eigengereide personages met hun authentieke vertelstem en de sprankelende dialogen vormen het zoveelste manifeste bewijs van een onuitputtelijke creativiteit, in combinatie met eigenzinnigheid en durf om te blijven experimenteren. Ze gaan er met je neus vandoor doet nergens als een geforceerd experiment aan, zoals van Lieshout in een eerste fase van het werk vreesde, geen naïeve l’art pour l’art, maar wel degelijk een bundel mét inhoud, die ook stilistisch en typografisch weet te verrassen. Ted van Lieshout bevestigt nogmaals zijn status als één van de meest veelzijdige kunstenaars in ons taalgebied, zowel literair als beeldend.

Jürgen Peeters

Ted van Lieshout – Ze gaan er met je neus vandoor. Leopold, Amsterdam. 84 blz. € 14.99.