Ariette is thuis. Haar hand pakt een glas voor mij als ik de deur opendoe. De keuken watertandt. Er gaat wijn in het glas. We klinken. Ik zie het sieraad om de pols van mijn geliefde die haar dochter is. Stoer en heel lief, zwart zilver. Zo smeedde Ariette het. En zo zijn ook haar mensenlevens. De verliefde ogen van Ariette volgen de mensenlevens. Altijd. Als ik over Ariette schrijf, dan houd ik vier woorden over. Die zijn voor Jack.