Ach mijn laffe hart!

De Italiaanse schrijver, dichter en revolutionair Ugo Foscolo (1778-1827) leefde in een tijd van grote veranderingen. Hij groeide op in Venetië, waar hij getuige was van de Frans-Oostenrijkse deal die de oude havenstad onder Oostenrijks gezag plaatste. Foscolo vocht daarna als vrijwilliger in het Franse leger, in de hoop op een nieuw offensief tegen de Oostenrijkers. Na vele omzwervingen in Frankrijk en Italië leefde hij als banneling in Zwitserland en Engeland, waar hij ook stief.

De briefroman Laatste brieven van Jacopo Ortis is de neerslag van de schok die de val van Venetië bij de schrijver teweegbracht. Het boek verscheen voor het eerst in 1798, kende een reeks aanpassingen, waarna in 1816 de huidige versie verscheen. Ultime lettere di Jacopo Ortis is ook de eerste briefroman uit de Italiaanse literatuur.

Het verhaal wordt verteld via de correspondentie tussen Ortis en zijn vriend Lorenzo Alderani, waarin eerstgenoemde een begeesterd verteller is en laatstgenoemde een luisterend oor. Lorenzo is zo de beheerder van Ortis’ nagelaten brieven en is als een soort eindredacteur ook de verteller van de reconstructie van zijn dood.

Die dood is niet onverwacht. Jacopo Ortis is een vurige patriot en welbespraakte jongeling uit Venetië, die in 1797 moet vluchten nadat de Fransen onder bevel van Napoleon de stad innemen. De ooit zo machtige, maar reeds tanende republiek wordt na Vrede van Campo Formio (1797) definitief aan Oostenrijk toegewezen, zodat er geen hoop meer lijkt te zijn voor stad en land.

Zijn vlucht voert hem naar de Euganeïsche Heuvels (onder Padua, westelijk van Venetië), waar de rijke koopman T*** ook verblijft, samen met zijn twee dochters: de jongvolwassen Teresa en haar kleine zus Isabella. Ortis wordt ernstig verliefd op Teresa, maar die is door haar vader reeds weggegeven aan de welgestelde Odoardo. Het is een verloving waar niemand plezier van lijkt te hebben — behalve de bruidegom, die in alles de tegenhanger van de hoofdpersoon is. T*** mag Jacopo weliswaar graag, maar kiest vanwege de onrustige politieke situatie voor financiële zekerheid; Teresa is ongelukkig met haar gearrangeerde huwelijk, maar heeft als vrouw geen keuze en Ortis weet dat hij in dit huwelijksgeweld geen schijn van kans heeft.

Dat is schrijnend, omdat de liefde tussen deze twee jonge mensen wederzijds is. Als Ortis en Teresa tijdens een lentewandeling elkaar met veel handkussen, smachtende ogen en vochtige lippen in slow motion hun liefde bekennen — we schrijven  1798, hoogromantiek — is ook het besef van verlies meteen daar: ‘Haar deugdzaamheid, en niet zozeer haar deugdzaamheid als wel haar hartstocht, verbijsterde me: ik voelde en voel spijt dat ik haar als eerste in haar onschuldig hart in vervoering had gebracht. En het is spijt — spijt  over verraad! Ach mijn laffe hart! Ik ging bevend naast haar staan. — ‘Ik kan nooit de uwe zijn!’ — En ze sprak deze woorden vanuit het diepst van haar hart en met een blik waarmee ze zichzelf leek te beschuldigen en mij te beklagen.’

Laatste brieven van Jacopo Ortis kent twee delen, die grofweg ook twee verhaallijnen uiteenzetten. Deel 1 gaat vooral over de persoonlijke relatie tussen Jacopo en zijn directe omgeving, deel 2 gaat meer over de geopolitieke spanningen in het nog niet-verenigde Italië. Opvallend hierbij zijn de veroordelingen van zinloos geweld, machtsmisbruik en oorlogsterreur in niet mis te verstane bewoordingen — lange bezwerende zinnen vol (nationalistische) woede: ‘En het leek me dat langs de steilste bergpaden de schimmen van al die Toscaners die elkaar gedood hadden, klommen en daalden, elkaar met hun bebloede zwaarden en kleren grimmig aankeken en heftig beefden, elkaar in de haren vlogen en oude wonden openreten. — O! Voor wie dat bloed? De zoon hakt het hoofd van de vader af en schudt het bij de haren door elkaar — en voor wie zo veel misdadig bloedvergieten? De koningen, voor wie u elkaar afslacht, drukken elkaar in het heetst van de strijd de rechterhand en verdelen vreedzaam uw kleren en uw grond onder elkaar.’

De gebeurtenissen zullen uiteindelijk leiden naar Ortis’ vrijwillige dood. Die lijkt alles te maken te hebben met een gevoel van overbodigheid, spijt en verlies, maar ook met de trots op de deugd van het reine hart: ‘Als de Vader van de mensen mij zou roepen om rekenschap af te leggen, zal ik hem mijn handen zuiver van bloed en mijn hart zuiver van misdaden tonen […]. Ik heb mijn brood gedeeld met de hongerige, mijn tranen gemengde met de tranen van de verdrukte; ik heb het ongeluk van de mensheid altijd beweend. Als jij [Teresa] me een vaderland gegund had, zou ik mijn geest en mijn bloed helemaal daaraan gewijd hebben en niettemin heeft mijn zwakke stem moedig de waarheid geschreeuwd.’

Er wordt op gewezen dat Laatste brieven van Jacopo Ortis nogal wat overeenkomsten vertoont met Goethes Die Leiden des jungen Werthers uit 1774. Maar de pathos van Foscolo’s hoofdpersoon is ook diep verankerd in de Italiaanse grond. Ortis wordt gebracht als een impulsief gevoelsmens, die zijn klassiekers kent (Petrarca, Dante, de Bijbel) en zijn verhaal kleur geeft met filosofisch getinte beschouwingen. Zijn liefde is dan ook niet sentimenteel. Net als zijn patriottisme is het de kans gezien te worden en op te gaan in een hoger bewustzijn of andere orde.

Vertaler Jan van Geldrop leverde prachtwerk af met de vertaling van deze bijzondere roman — de eerste vertaling sinds 1832 (!). Iets anders is of de uitgave ook een prachtboek is. Deze druk werd verzorgd door de leden van uitgeverij Flanor en is bestemd voor een kring van literatuurliefhebbers en ‘enkele belangstellende buitenstaanders’, wie dat dan ook moge zijn.

Hoe de inhoud ook valt te eerbiedigen, oneerbiedig gesproken is de vorm niet meer dan een pakje stencils. Het lettertype (Times Roman) is lelijk en klein, de opmaak is druk en het omslag is niet om aan te zien. Het interessante voorwoord wordt verzorgd door Giuliana Nuvoli, maar who the hell is Giuliana Nuvoli? Wellicht is een professionele aanpak duur, maar anderzijds kunnen er ook kosten bespaard worden door bijvoorbeeld eens te denken aan een e-book.

Gezien deze uitgave is dat zelfs een must.

Jaap Krol

Ugo Foscolo – Laatste brieven van Jacopo Ortis. Flanor, Nijmegen. 176 blz. € 19,50.