[woord] plus is plus de letter d

Winter is het tweede deel van het vierluik van Ali Smith. Hoewel het qua personages en plot geen vervolg op Herfst is, liggen de boeken wat stijl, thematiek en engagement betreft in het verlengde van elkaar.

Op de eerste pagina wordt al duidelijk dat het slecht gesteld is met de wereld:

God was dood: dat om te beginnen.
En romantiek was dood. Ridderlijkheid was dood. Poëzie, proza, schilderkunst, ze waren allemaal dood, en kunst was dood. Theater en film waren allebei dood. Literatuur was dood. Het boek was dood. Modernisme, postmodernisme, realisme en surrealisme waren allemaal dood.
[…]
De liefde was dood.
De dood was dood.
Een heleboel dingen waren dood.
Maar sommige waren niet, of nog niet, dood.
Het leven was nog niet dood. Revolutie was niet dood. Rassenongelijkheid was niet dood. Haat was niet dood.
Maar de computer? Dood. Tv? Dood. Radio? Dood.

Net als bij eerdere boeken van Ali Smith moet je even een drempel over, maar als je gewend bent aan haar merkwaardige interpunctie, de afgebroken zinnen en de neiging van Smith om zonder veel uitleg te veranderen van scènes en vertelperspectief, komt er een rijke en veelzijdige roman tevoorschijn. Ze refereert volop aan moderne en oude literatuur, ze maakt gebruik van het collectieve geheugen en in dit boek komen zelfs Elvis en The Byrds (Turn! Turn! Turn!) voorbij.

De verhaallijnen zijn simpel, maar sympathiek. Het begint met Sofia Cleves, een chique oudere dame die op de dag voor kerstmis, waar ze ook kijkt een hoofd zonder lichaam ziet. Dan komt een zus in beeld, Iris, een activiste die in alles haar tegenpool is en later maken we kennis met Art, Sophia’s zoon die een jonge vrouw heeft ingehuurd om tijdens de kerstdagen van 2017 zijn vriendin te spelen. Stukje bij beetje ontvouwt zich het verhaal en blijkt dat het verleden het enige is wat Sophia, Iris en Art gemeen hebben. Het zijn ideale personages om het grote verhaal te vertellen.

Als contrast voor het bescheiden plot, zijn er de kolossale thema’s die Smith na aan het hart liggen. Waar ze in Herfst vooral fel van leer trok tegen de Brexit en de bureaucratie, fulmineert ze in Winter met name tegen Trump, de politieke hufterigheid en de doorgeslagen automatisering met pratende robots en denkende computers. Gedurende het hele boek vermijdt ze het trouwens om de naam Trump te gebruiken. Het lijkt erop alsof ze die naam niet op papier wil of kan zetten. Pas op de allerlaatste bladzijde weet ze hem met pijn en moeite uit haar pen te persen.

Maar hoe zit het dan met het begin van het boek? Met de liefde die dood is, de literatuur en de poëzie die dood zijn? Op pagina 48 zit Art op Google en hij toetst woorden in. Hij komt erachter dat als je in de zoekmachine invoert: [woord] plus is plus de letter d, het door Google automatisch aangevuld wordt met het woord dood. Ik heb het geprobeerd en het is doodeng.

Winter is geschreven met de zelfverzekerdheid van een auteur die het gelijk aan haar zijde heeft, zowel qua thematiek als qua stijl en (gedoseerde) mafheid. Ze weet dat het werkt. Maar kan je dit boek lukraak onder elke kerstboom neergooien? Laat ik vooropstellen dat Winter een uitstekend boek is. Alle ingrediënten zijn aanwezig: visie, diepgang, stijl, eigenheid, satire, relevantie, humor, elegantie. Toch zou ik het boek niet iedereen aanraden. Het is geen pageturner in de klassieke zin van het woord en het vergt enige mentale lenigheid van de lezer om Smith te kunnen volgen. Maar als je je door de auteur mee wilt laten voeren, weg van de gebaande paden, is het een bijzondere en gedenkwaardige ervaring.

Vincent Kortmann

Ali Smith – Winter. Vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer. Prometheus, Amsterdam, 306 blz. € 19,99.