De waarachtigheid van opgediste leugens

Het miraculeuze van literatuur is dat je in het leven van anderen kunt stappen. Je beleeft de gedachten en gevoelens van een ander alsof het de jouwe zijn. Je leert mensen beter kennen dan in je echte leven. Sla je het boek dicht dan is er in het beste geval in jou iets in trilling gebracht. Je kijkt ergens anders tegenaan, je vraagt je iets af, je beschouwt je omgeving met andere ogen. Een geslaagde roman drukt een waarheid uit die verder gaat dan literaire verbeelding en dan de feiten uit het echte leven waar het boek mogelijk op is gebaseerd. Soms kun je door iets te verzinnen dichterbij de waarheid komen. Het is de vraag of A.F.Th. van der Heijden daarin is geslaagd met zijn laatste roman, Mooi doodliggen.

Van der Heijden heeft zich voor deze roman vrij gebaseerd op enkele nieuwsfeiten uit mei van dit jaar, toen de SBOe in Kiev een nepaanslag organiseerde op de beroemde Russische onderzoeksjournalist Arkadi Babtsjenko die vanwege zijn onderzoeksjournalistiek uit Rusland was gevlucht. Babtsjenko werkte mee aan deze misleiding om de huurmoordenaars die het echt op hem gemunt hadden in de kraag te kunnen pakken. Direct na zijn verschijnen ontstond er gemor: mag een journalist bijdragen aan het in gang zetten van nepnieuws? Heeft hij daarmee zelf niet ‘de geloofwaardigheid van de onafhankelijke journalistiek te grabbel gegooid’, inclusief zijn eigen integriteit? De eerste berichten waren dat de vrouw van Babtsjenko niet wist dat de aanslag in scène was gezet en hij voor dood moest gaan liggen. Later werd bekend gemaakt dat ze er wel van op de hoogte zou zijn geweest. Van der Heijden begon direct na dit wereldnieuws te schrijven aan deze zijtak van zijn grote roman over president Tsaar en de verwikkelingen rondom MX17 (waar hij twee jaar geleden in NRC al een feuilleton over publiceerde). In het NRC van 18 november geeft Van der Heijden in een interview aan dat de kern van Mooi doodliggen wordt gevormd door een liefdesverwachting die voor de mannelijke hoofdpersoon niet zo uitpakt als hij had verwacht. Babtsjenko’s literaire alter ego Moerasjko verliest namelijk de allesverzengende liefde van zijn vrouw Yulia door zijn stunt.

Het staat buiten kijf dat Van der Heijden kan schrijven. Hij weet de lezer behendig mee te voeren in zijn weids uitwaaierende verhaal, dat meandert van zijtak naar zijtak, dat bol staat van geëngageerdheid en van beschouwing. Er zitten weergaloos mooie scènes in de roman, zoals het moment dat de levende Moerasjko in het mortuarium gesprekken voert met de daar aanwezige doden. Het is typerend dat het meest surreële hoofdstuk het meest overtuigt: in dat hoofdstuk komt de hoofdpersoon voor de lezer tot leven. We zien een man van vlees en bloed die zijn angsten en diepste gevoelens toont. Juist dat aspect ontberen de overige hoofdstukken. De liefdesrelatie tussen man en vrouw blijft een papieren werkelijkheid. Nergens ervaart de lezer werkelijk hoe het moet zijn geweest om Yulia te zijn, om in de veronderstelling te leven dat je man echt dood is gegaan, dat je voorgelogen bent. Nergens ook ervaar je aan den lijve de zielenpijn die Gori Moerasjko wordt toegedicht, als zijn vrouw hem verlaat. Waarom gaat hij niet tot het uiterste om terug te krijgen wat hem zogezegd het dierbaarst is? Van der Heijdens fictie overtuigt me niet, omdat ik het niet kan voelen. Gori is vooral een drager van ideeën, van gedachtes. En Yulia’s beslissing om haar man te verlaten blijft onnavolgbaar. Mooi doodliggen krijgt door de ontberende psychologische karakteriseringen niet de omvang van de tragedie die het wil zijn, ondanks de opzichtige verwijzingen naar Shakespeares verhaal.

Van der Heijdens vaart heeft hem wellicht in de weg gezeten. Het is goed om nieuws te laten bezinken, juist als chroniqueur van je tijd. In meerdere romans (bijvoorbeeld het nog immer fenomenale Advocaat van de hanen) heeft van der Heijden laten zien zeer goed uit de voeten te kunnen met de grondstof van het dagelijkse nieuws. Hij kan betere fabels verzinnen dan hij in Mooi doodliggen presenteert. Het is hem eerder gelukt om ons als lezer te laten geloven in de waarachtigheid van die opgediste leugens, maar nu hij een leugen als uitgangspunt neemt, weet hij er paradoxaal genoeg geen waarachtig verhaal van te maken.

Miriam Piters

A.F.Th. van der Heijden – Mooi doodliggen. Querido, Amsterdam. 368 blz. € 22,99.