Het tollende hoofd van Erik Jan Harmens

Op de eerste bladzijden van Door het licht lijkt Erik Jan Harmens zich in te dekken door bij voorbaat de meest voor de hand liggende vraag te stellen: ‘Schrijf je nou nog steeds over alcohol?’ Om vervolgens het ontkennende antwoord in een ruime introductie te onderbouwen. ‘Of critici Door het licht ongeloofwaardig, zelfs karikaturaal vinden, weet ik nog niet…’ mijmert hij tenslotte. Nee, dit boek is verre van ongeloofwaardig en zeker niet karikaturaal, Harmens’ beschreven wereld in vele gemoedstoestanden kan alleen maar serieus genomen worden. De vraag is alleen: wat moet de lezer ermee?

Na het goed ontvangen Hallo muur, het boek waarin Harmens schrijft over de periode van zijn zware alcoholverslaving, moet hij samen met zijn uitgever hebben gedacht: daar valt meer uit te halen. Dus is een samenstelling van allerhande ‘flarden en fragmenten’ uit artikelen voor diverse media aangegrepen om de stand van zaken ná de alcoholperiode te beschrijven. Een toestand van herpakken, opnieuw leren met jezelf en anderen om te gaan zonder de fluwelen streling van de alcoholische roes.

Dat valt niet mee. Harmens beschrijft zijn moeite met ‘in het licht zijn’, de harde werkelijkheid die rechtstreeks binnenkomt en niet meer wordt afgezwakt door de gekoesterde omhelzing van vrienden Westmalle Dubbel en Jim Beam. Hij moet opnieuw leren ‘in zijn gevoel te leven’, wat zoveel betekent als de angst overwinnen om moeilijke situaties en andere mensen onder ogen te komen. De daarbij benodigde handvatten zijn niet direct beschikbaar, het ontbreekt hem vooralsnog aan doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen om de buitenwereld het hoofd te bieden. En daar schrijft hij dus over.

Uitgenodigd worden voor een feest is zo’n dingetje. Wat voor kleding moet je aan en hoe laat kun je het beste verschijnen? En dan de conversatie, met wie, en wat te zeggen? Dansen of juist niet, ook al zo’n dilemma. De wetenschap dat er in de keuken een onaangebroken fles wodka staat is in deze omstandigheden de enige vaste waarde, maar blijft een verleidelijke en tegelijkertijd uitgesloten vluchtweg. Harmens probeert een soort luchtigheid te bewaren, ‘kijk eens wat mij allemaal overkomt’, maar geeft daarmee zijn eigen onbeholpenheid een diepgang die de tragiek alleen nog maar versterkt.

Seks is ook een onderwerp. Met een stukgelopen relatie op de achtergrond is de nieuwe liefde een bron van zorg en onzekerheid. Als alles werkt in de lichamelijke intimiteit is het geluk slechts van korte duur: de twijfel aan het eigen functioneren is fnuikend. Eigenlijk is het beter als het niet wil lukken in bed, dan is alles glashelder en wordt de teleurstelling al snel omgezet in een zekerheid die iedere impuls van verlangen de das om doet.

Alle onmacht en onzekerheid wordt veroorzaakt door het leven ‘in het licht’, maar hier en daar vraagt Harmens zich ook af of er niet meer aan de hand is. ‘Het tolt in mijn hoofd’ is een regelmatig terugkerende vaststelling waarmee hij aangeeft dat het niet alleen de afwezigheid van alcohol is die hem parten speelt. Het ongemak om met mensen te communiceren, de explosieve irritatie die ontstaat bij bepaalde geluiden (‘als iemand met zijn sleutelbos schudt, krimp ik in elkaar als spinazie in een wok’) wijzen op een andere herkomst, wellicht van autistische aard. Door Harmens eufemistisch vastgelegd als mogelijkheid: ‘dat het zo druk is bij mij bovenin, lijkt me voldoende indicatie dat in het heb’.

Het is een moeizame exercitie, het doorploegen van deze verhalen die hier en daar gelardeerd worden met een liedje. Harmens is muziekliefhebber en heeft voor iedere situatie een song klaarliggen die, in tekst of in melodie, ter ondersteuning dient van het beschreven voorval. Of voor weer nieuwe irritatie zorgt, omdat het niet uit het ‘tollende hoofd’ van de schrijver wil verdwijnen. Ter afsluiting is de complete tracklist bijgesloten, voor wie wil terugluisteren waar het precies fout ging.

Om de Harmens-fans nog meer tegemoet te komen kondigt de schrijver aan dat Door het licht het begin vormt van een serie boeken die onder de naam ‘Ware grootte-reeks’ de komende jaren het licht gaat zien. Een merkwaardig initiatief gezien de ook hier toegeslagen onzekerheid: ‘het roept de vraag op wat er van dit boek komt, hoe het zal vallen, of het überhaupt wordt gezien of onopgemerkt blijft, voortijdig weg wordt gehaald, dood wordt geboren of maar heel even leeft’.

Geen stevig uitgangspunt, maar wel een vooruitziende blik. Harmens doet er goed aan zijn twijfel in dit geval serieus te nemen en vanaf nu zijn lichtvermoeiende zelfreflectie te laten voor wat het is. Of om te zetten in poëzie, de wereld waar onmiskenbaar zijn grootste kracht ligt.

André van Dijk

Erik Jan Harmens – Door het licht. Lebowski, Amsterdam. blz. 192. € 21,99.