Zojuist zijn de nominaties voor de Grote Poëzieprijs 2019 bekendgemaakt tijdens de finale van de Turing Gedichtenwedstrijd in de Rode Hoed in Amsterdam. Niet vijf maar zes bundels staan er op de shortlist. Bij de jury zag vooral de actuele urgentie van veel bundels:

Ons viel op dat er veel gedichten waren die een expliciet of impliciet politieke lading hadden: blijkbaar vraagt deze tijd om een antwoord van de literatuur. Divers is de Nederlandstalige poëzie ook getuige de vertegenwoordiging van vele bevolkingsgroepen op de inzendingslijst. Vrouwen publiceren alleen nog altijd minder poëzie dan mannen: nog niet eens 30% van de gepubliceerde bundels is geschreven door een vrouw.

Die diversiteit blijkt nog niet in de keuze voor uitgeverijen. Voor het eerst mochten bundels in eigen beheer meedoen, nadat ze 75 euro hadden ingelegd. De jury komt er nog op terug:

Geen van de bundels is uiteindelijk op de longlist terechtgekomen. Hoewel de jury enkele inzendingen met plezier gelezen heeft, bleek toch dat het selectiemechanisme van de traditionele poëzie-uitgevers, zeg maar hun ‘poortwachtersfunctie’, functioneert.

De uitreiking van de prijs vindt plaats op 16 juni tijdens het 50e Poetry International Festival.

Dit is de shortlist:
Nachtboot – Maria Barnas (Van Oorschot)
Stalker – Joost Decorte (Poëziecentrum)
Habitus – Radna Fabias (De Arbeiderspers)
Het woedeboek – Roelof ten Napel (Hollands Diep)
Genadeklap – Willem Jan Otten (Van Oorschot)
Onze kinderjaren – Xavier Roelens (Atlas Contact)