Het gevoel dat je in de wereld past

‘Waar ik ook keek en bij welke conversatie ik ook probeerde aan te sluiten overal trof ik eenzelfde opgeklopte leegte.’ Als Mark Oostermans, arts bij Dokters Zonder Kleur, terugkomt van zijn werk in Afrika, dan kan hij niet goed aarden in de oppervlakkige Belgische maatschappij. In De Geesten laat Yves Petry zien welke motieven mensen hebben om te kiezen voor een humanitair doel, om te blijven in de uitzichtloze situaties waarin ze terechtkomen.

Voor Mark is sleur een van de redenen om te vertrekken uit België. Dat blijkt als hij een tijdlang een relatie heeft met Kristien. Kristien kent de Petry-volger nog uit zijn vorige, met de Tzum-prijs bekroonde, roman Liefde bij wijze van spreken, maar dat staat voor een groot deel volstrekt los van dit boek. Als de seks tussen de twee niets meer voorstelt en Kristien zwanger wordt van een ander is zijn vertrek naar Afrika ook een poging om te bewijzen dat hij zijn mannetje staat. Het uitputtende werk geeft hem die voldoening: ‘Het gevoel dat je in de wereld past en de wereld in jou.’

In Afrika ontmoet hij andere ontheemden die zich thuis voelen waar ze nodig zijn. Zoals Jeroen Ullings, overdag een kundig arts en leider in het kamp, maar ’s avonds een drinker. Nadat een jeugdvriend zich heeft doodgereden is hij ingetreden bij de jezuïeten om na een paar jaar toch te kiezen voor het werk van arts. In Afrika botst hij met de idealistische Margot. Jeroen heeft een hekel aan wereldverbeteraars van wie het ‘ware streven in feite geen reet nobeler is dan dat van om het even wie.’

Dat het met die Jeroen slecht zal aflopen weten we al vanaf het begin als Mark getraumatiseerd en gedesillusioneerd terugkeert uit Afrika. We moeten alleen tot het einde van de roman wachten om te weten wat er precies is gebeurd. Bij De maagd Marino, het boek waarin (onder veel meer) een man zich liet opeten door zijn minnaar, waardoor die spanningsboog meteen al in het begin afgewikkeld was. De rest van het boek was meer een antwoord op de vraag waarom de hoofdpersonen hiertoe kwamen. Ondanks de spanningsopbouw in De Geesten, de diverse achtergronden van de personages en de grote vragen over het nut van hulpacties blijft dit een afstandelijk boek. Dat komt niet alleen door de gefingeerde bevolkingsgroepen en plaatsen in Afrika die Petry gebruikt, maar ook door de namen van de hoofdpersonen die zijn afgeleid van de literatuurcritici Mark Cloostermans en Jeroen Vullings. Ik weet niet of het een afrekening betreft, maar juist die namen en een zeer onvoordelig portret van Ullings, wringen zich tussen de tekst en de lezer. Juist als je iets over de actualiteit van vandaag wilt zeggen, moet je geen literair spelletje spelen. Daarmee ondergraaf je als auteur de zeggingskracht van de thema’s die je aan de orde stelt.

Coen Peppelenbos

Yves Petry – De Geesten. Das Mag, Amsterdam. 312 blz. € 23,99.

Deze recensie stond eerder in een iets verkorte vorm in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 8 maart 2019.