De zelfs in eigen kring omstreden anti-fascist Arthur Graaf is een van de breinen achter de actie om een eerbetoon aan Armando te dwarsbomen.

In de Leusder Krant laat hij weten waarom hij tegen een eerbetoon is. Dat heeft vooral te maken met het ‘vergoelijkende’ boek De SS’ers:

Het huldigen van een omstreden figuur als Armando betekent het eren van iemand die met SS’ers heulde, die hun de ruimte gaf om onweersproken hun zeer antisemitische en racistische opvattingen breed uit te venten. De man verdient totaal geen eer, want hij heeft een verachtelijk boek met vergoelijking, verdraaiing en leugens geschreven.

Het is bijna ondoenlijk om uit die geestelijke warboel iets recht te breien, maar literatuurwetenschapper Wiljan van den Akker heeft gisteren juist beschreven waarom deze aantijgingen ‘misselijkmakend‘ zijn. Het stuk staat ook in zijn geheel te lezen op Neerlandistiek.

Laten we nog maar eens proberen om uit te leggen waarom Arthur Graaff mis zit. Dat is altijd lastig bij verblinde mensen.
1 De SS’ers bestaat uit interviews. De bedoeling van de interviewers was om er geen commentaar bij te leveren. Dat deden ze niet omdat ze iets wilden vergoelijken, maar juist om het verhaal zo puur te krijgen. In een gesprek met Martin Bril zegt Armando in 1980:

Ons plan was: we moeten mensen hebben die er nog volledig achter staan, die wilden we hebben. Ik heb echt bijna een jaar nodig gehad om die man te overtuigen. Hij was natuurlijk bang dat wij hem voor gek wilden zetten. Via die man kregen we anderen. En via anderen weer anderen. We moesten ze overtuigen dat onze journalistieke methode anders was, dat het niet onze bedoeling was om er commentaar bij te leveren.

Die kritiek op de methode was er al eerder vertelt Armando in een interview met Wam de Moor:

Ik heb me niks aangetrokken van de kritiek van mensen die vonden dat ik zo’n boek als over de SS’ers niet kon maken. Ik wilde dat maken. Als je zo gefascineerd bent door die tijd en de vijand kent, dan vind ik het logisch dat je achter de beweegredenen van diens handelen wilt komen. Vooral als die in een andere gedaante schuilgaat. In burger. En zoveel jaren later en na een gevangenisstraf uitgezeten te hebben.

2 In bijna zijn gehele literaire (en beeldende) werk heeft Armando de oorlog centraal gezet. Juist de vraag waarom mensen bepaalde keuzes hebben gemaakt wordt keer op keer aan de orde gesteld. Niet op de moraliserende toon van de antifascist, maar door heel veel ‘stemmen’ aan het woord te laten. Wie Aantekeningen over de vijand, Uit Berlijn, Machthebbers of bijvoorbeeld Krijgsgewoel heeft gelezen dan gaat het keer op keer over de verwerking van de oorlog. Hoe die oorlog nog elke dag doorwerkt in de levens van mensen. Uit die boeken kun je ook zinnen isoleren waardoor je de schrijver in een verdachte hoek kunt plaatsen, maar het tegendeel zou een literair lezer moeten doen. Ik ken zelf weinig andere boeken waar je zo ver in de psyche van mensen duikt als in die flarden monologen die Armando heeft opgeschreven om de drijfveren van ‘de vijand’ te begrijpen. Niet te vergoelijken, maar een daadwerkelijke poging doen om uit te komen bij het beginpunt van die mensen in de massa die zich opeens achter een dictator opstelt.

3 De verhalen van Armando laten mij juist zien hoe mensen altijd en altijd opnieuw gemanipuleerd worden, omdat ze niet goed kunnen lezen en de intentie achter de teksten totaal niet begrijpen, de manier waarop Arthur Graaf blijkbaar leest. Mensen die kunstenaars verketteren die juist de machinaties achter machtsspelletjes blootleggen. Mensen die in hun zwart-witdenken zover doorslaan dat ze de schrijvers die alle grijstinten daartussen heeft laten zien aan de schandpaal nagelen.

De actie van Arthur Graaff is zo stuitend dat je woede je treurigheid overstemt.

(foto Armando signeert, © CP)