Buck buigt voor niets of niemand in zijn universum

Van een album als Buck, de eerste man op aarde van de Vlaming Frederik Van den Stock is er geen tweede. Het verhaal dat letterlijk begint met het pretentieuze ‘in den beginne…’ handelt over de eerste dagen van de vroegste man op aarde, die uit de lucht komt vallen in het jaar 4000 voor Christus. Zijn komst wordt letterlijk samengevat als het ontstaan der mensheid. Daarna is de lezer voortdurend getuige van allerlei magische momenten; van het produceren van geluiden met de mond, de ontdekken en benoemen van de wereld om hem heen en de ontdekking van zichzelf – in de spiegeling van het water. Om het begin te completeren noemt deze oermens zich Buck.

Vanaf dan kijkt de lezer eens voorzichtig naar het dikke, grote boek en vermoedt dat deze rare toestand zo gerust nog door kan gaan. We hebben immers wel een idee. Maar daar steekt de auteur een stokje voor, dit is niet zomaar het scheppingsverhaal en een verslag van de ontwikkeling der dingen.

Zo krijgt Buck tijdens een van zijn overpeinzingen in het open veld ineens een spontaan godsbesef. Zomaar, zonder reden. Hij spreekt de heilige vader aan, maar die antwoordt niet, evenmin de beesten die hij naar de almachtige vraagt. Buck, niet vies van enige dramatiek, vervloekt daarop theatraal zijn eenzaamheid en geeft God de schuld van zijn ondraaglijke leven.

Het wordt meteen nog hilarischer als Buck ijzererts smelt en een receptje van salpeter, zwavel en houtskool aan het experimenteren gaat. Met gepaste trots toont hij de lezer zijn 8.8 cm Flugabwehrkanone 37, een hoogtepunt van menselijke beschaving in het algemeen. Zo springt Van den Stock door de evolutie van de mens, al is de volgorde daarvan steeds in het geding. De atoombom was er eerder dan de vrouw, dat idee.

In een experimentele maar heerlijke, opvallend toegankelijke stijl vertelt de jonge Vlaamse auteur in zijn officiële debuut hoe Buck zich verder ontwikkelt. Hij gebruikt het personage praktisch, als een vehikel om veel maatschappijkritiek aan op te hangen. In een milde vorm, maar evengoed raak: met name de passage waarin Buck ‘eventjes’ de moderne kunst in de grondverf zet en de appreciatie ervan maar niet uitgelegd krijgt aan ‘die primitieve imbecielen’, is ronduit geweldig, in woord en beeld. Hij vernielt zijn eigen grottekeningen die volgens hem een uiting zijn van figuratieve bourgeoiskunst. Wat hij daarna schept is al even onbegrepen. Ooit zullen ze het snappen, verzucht hij, dan schrijven ze boeken vol over Buck de visionaire kunstenaar. Om eraan toe te voegen dat hij daarvoor wel eerst even het schrift moet uitvinden. En zo voorts.

Buck, de eerste man op aarde verlangt een bepaalde mindset van de lezer. De grote thema’s, de kwinkslagen en de strijd van Buck tegen God zijn bepaald geen doorsnee. Ook grafisch gaat dit album beduidend verder dan het gemiddelde stripalbum en dat kunnen we welbeschouwd als grote verdienste beschouwen. Buck is een heerlijk album dat ook na twee, drie keer lezen nog even geestig, overdreven, lyrisch en sympathiek is. Alleen al het verhaalgegeven maakt het een uniek werk, verteld door een tekenaar van wie nog veel te verwachten is. En Buck? Die blijkt de punch line van zijn eigen leven. Gelukkig maar, want het had er voor ons heel anders uitgezien als hij zijn zin had doorgedrukt.

Stefan Nieuwenhuis

Frederik Van den Stock – Buck, de eerste man op aarde. Oogachtend. 96 blz. hardcover. € 28,00.