Dakloos

Een science-fiction libretto dat speelt in het jaar 2000; geschreven in 1933. Het klinkt behoorlijk onheilspellend of niet? Er is geen hemelgewelf meer. Vreselijk: er is geen dak boven ons hoofd, er is geen instantie die over ons waakt. Of gelukkig: we zijn op ons zelf aangewezen. Einde der tijden? In 2000 al? Grappig dit te lezen in 2019.

In 1933 schreef Antonin Artaud op verzoek van Edgar Varèse het science-fiction libretto ‘Il n’y a plus de firmament’ voor een opera die er nooit kwam. De tekst inspireerde diverse latere makers tot muziek, dans en hoorspel. Jan H. Mysjkin vertaalde de tekst in modern Nederlands met een Vlaamse kleur: ‘Kijk daar, idioot, het is daar.’ ‘Zon en vlees, zeg maar.’ ‘Help, hij rukt mijn jurk af, straks sta ik in mijn blootje.’ Dat laatste klinkt nogal onschuldig, maar in Deel 1 klinken explosies in het donker. Er lijken rampen te komen. De zon wordt groter. Een apocalyps? Een grote stem overheerst alles. ‘Wat overkomt me?’ ‘Stuk onnozelaar!’ Vechtpartijen, scheldpartijen: ‘sadist, sadist, vuile sadist. En dan een wervelwind en alles begint opnieuw op de scène. Deel 2. Het toneel loopt vol mensen die naar de hemel wijzen. Het hemelgewelf lijkt te vallen. Een ramp. Is het de pest? De aarde op één seconde van Sirius. ‘De interplanetaire taal is een feit.’

Wikipedia: ‘In het Oude Egypte was deze ster bekend onder de naam Sopdet, wat volgens Plutarchus zwangere vrouw betekende en in het Grieks als Σῶθις – Sothis, werd overgenomen. Ook in de Oudheid was Sirius al een beroemde ster. […] Tijdens de Hondsdagen van 23 juli tot 24 augustus is Sirius in Zuid-Europa kort voor zonsopkomst zichtbaar. De opkomst van Sopdet tegelijk met de zon (zogenaamde heliakische opkomst), markeerde in het Oude Egypte het begin van het nieuwe jaar, conform de Egyptische kalender. Dit moment gaf ook het begin aan van de jaarlijkse overstroming van de Nijl. Aan de hand van de helderheid en de kleuren van het twinkelen van Sirius tijdens deze opkomst werden astrologische voorspellingen voor Egypte gedaan. Veel megalythen zijn gericht op Sirius.’

Op het toneel een massa mensen en stemmen, die er boven uit gaan en dingen zeggen als: ‘Het is geen kracht, het is radiatie… De alteratie van de materie.’ Iemand anders zegt: ‘Het is liefde. Ster en vuur. Jij bent het vuur.’ Dan begint revolutionair gezang.

Deel 3. Gezang zwelt aan en er verschijnen ongure types onder de baliekluivers en de burgers. ‘Rot op, jij daar.’ Klinkt daar de Internationale? Een geweldig koor zingt: ‘Alles wat zich verheft zullen we neerhalen.’ Koor en gezang van de Opstand. Het koor scandeert: ‘Snuffelaar, wat zie je, Snuffelaar?’ en de Grote Snuffelaar: ‘Ik zie de grote rats van de oelewappers en klotenklappers!’ De humor van Artaud.

In deel 4 is er een uitvinder die praat en gebaart. Anderen zeggen dat hij ruimte en zwaartekracht opheft. De uitvinder zou instantstraling hebben ontdekt. Dat betekent het einde van de kosmos. ‘De moleculaire verzameling in Sirius is van alles.’ Hij begint te seinen en alles stopt. Deel 5 is daarom leeg.

Ernst Maréchal, gewezen artistiek leider van Rocsa vzw te Gent heeft er in 2015 met Ruben Nachtergaele een hoorspel met stemmen uit de wijk Muide-Meulestede van gemaakt. Zou dat ooit nog eens herhaald worden?

Remco Ekkers

Antonin Artaud – Er is geen hemelgewelf meer. Vertaald door Jan H. Mysjkin. Vleugels, Bleiswijk.
48 blz. € 20,45.