Stierenvechten omdat het móet

Ernest Hemingway stierf in 1961, drie weken voordat hij tweeënzestig zou worden, een zelfgekozen dood. Zijn gezondheid liet te wensen over en hij voelde zijn krachten afnemen: voldoende redenen voor de Amerikaanse schrijver die zoveel van diepzeeduiken, stierengevechten en de jacht op groot wild hield om zichzelf door middel van een pistoolschot van het leven te beroven. Had het leven hem geen avontuur meer te bieden, dan hoefde het leven voor hem niet meer.

In zijn boeken en in de levensstijl die daaraan ten grondslag lag, manifesteerde zich de typische macho die nu in sommige kringen met denek wordt aangekeken – maar in 1954 werd hem nog de Nobelprijs voor de letterkunde toegekend voor een oeuvre waarin The sun also rises (1926), A farewell to arms (1929), Death in the afternoon (1932) en For whom the bell tolls (1940) de onmiskenbare hoogtepunten zijn.

Al vroeg ontwikkelde de schrljver een voorliefde voor Europa. In de Eerste Wereldoorlog nam hij dienst bij de ambulancetroepen in Frankrijk en later in Italië, in 1920 vestigde hij zich in Parijs. Over ’the lost generation’ – de groep voornamelijk Amerikaanse schrijvers en kunstenaars die zich in de jaren twintig in vrijwilllge ballingschap in Parijs ophield, schreef Hemingway in The sun also rises, een ontroerende roman die wordt geprezen om zijn sfeertekening. Postuum verschenen in 1964 de herinneringen aan dezelfde tijd onder de titel A moveable feast, waaruit duidelijk wordt dat Ernest Hemlngway tijdens het opschrijven ervan de controle over de stof was kwijtgeraakt.

Hemlngway schreef in een losse, directe – vermoe, delijk overgehouden aan de journalistieke periode waarmee hij zijn carrière was beïgonnen. Er is van alles op aan te merken, en het meest in het oog lopende aspect van die stijl zijn wel de talloze herhalingen. Wie zo durft te schrijven moet wel wat te vertellen hebben wil het niet ontaarden in geouwehoer. In zijn beste tijd wist He?mmgway zijn lezers zo te boeien dat de herhaling niet als bezwaar werd ervaren.

Op het eerste gezicht hangt ook The dangerous summer – uitgegeven in boekvorm vijfentwintig jaar nadat Ernest Hemingway het, oorspronkelijk als reportage voor Life, schreef — van herhalingen aan elkaar. Zelfs lijkt het boek in zijn geheel een herhaling en wel van Death in the afternoon, een handboek over het stierenvechten waarin ook Hemingways opvattingen over leven en schrijven worden verwoord. De uitvoerige verklarende woordenlijst met termen en begrippen uit de wereld van het stierenvechten in Death in the afternoon, is voor een deel letterlijk in ‘de nieuwe Hemingway’overgenomen.

Toch doe je Hemingway tekort als je The dangerous summer domweg een doublure zou noemen. In de eerste plaats is de opzet al anders: Hemingway schreef het in opdracht van Life, het (toenmalige) Amerikaanse weekblad dat brood zag in een verhaal over de rivaliteit tussen de stierenvechters Antonlo Ordónez en Luis Miguel Dominguin , rivaliteit die – zo zag het er in het begin van het seizoen 1959 naar uit – gemakkelijk zou kunnen leiden tot de dood van een van beiden. Zelf noemde Hemingway de uitvoering van de opdracht ’trabajando forzado’ – geforceerde arbeid. Hij stelde zich tussen oktober 1959 en mei 1960 ten doel de rivaliteit tussen Ordónez en Dominguin zo gedetailleerd mogelijk vast te leggen. Kennelijk liet hij zich door dat werk zo meeslepen dat de reportage uitdijde tot honderdduizend woorden.

Life plaatste er uiteindelijk dertigduizend van. Voordat hij stierf bewerkte Hemingway zijn manuscript tot een voor  publicatie geschikt geheel van 75.000 woorden, maar tot boekuitgave kwam pas vijfentwintig jaar later, overigens niet dan nadat de Amerikaanse uitgever nog eens twintigduizend woorden had geschrapt. ‘Er bestaat geen twijfel aan dat het originele handschrift is volgepakt met een opeenhoping van details over stierenvechten, van weinig belang voor non-aficlonados misschien, en dat het volledige handschrift in gelijke mate grote aantallen herhalingen en uitweidingen bevat,’ aldus de uitgever in een notitie voor in het boek.

Er bleven, zoals opgemerkt, nog genoeg herhalingen staan, maar op de een of andere manier doen ze geen afbreuk aan het boek. Zoals Hemingway werd meegesleept door het schrijven, zo wordt de lezer meegesleept door wat hij schreef. Zelfs voelde ik, die nooit bijzondere gedachten, tenzij afkeurende, over het stierenvechten heb gekoesterd, het verlangen in mij opkomen eens zo’n gevecht bij te wonen.

Hemingway beschrijft de corrida de toros als een nobele sport waarin de mens zijn krachten meet met het dier. Hij stelt het voor alsof mens en dier gelijkwaardig zijn – wat niet geheel waarachtig is. De stierenvechter is immers uitgerust met wapens en bovendien kan hij zich in gevaarlijke momenten laten bijstaan door collega’s die de stier afleiden. Zodoende staat de uitslag bij voorbaat vast: de stier legt het af, zelfs als die erin is geslaagd om de toreador te verwonden.

Dat gebeurt nogal eens in de strijd tussen beide rivalen. Beiden maken aanspraak op de titel ‘beste stierenvechter ter wereld’, en om die titel te veroveren wagen zij wel eens iets  te veel. Bloemrijk zijn de beschrijvingen van de verwondingen die Hemlngway geeft, maar nooit zijn de letsels zo ingrijpend dat niet na enkele weken weer de arena kan worden betreden. Juist door de herhalingen die onvermijdelijk optreden in de uitvoerige uiteenzettingen over de verschillende gevechten, die de schrijver in een paar maanden tijd alle uithoeken van Spanje deden bereizen, treedt een climaxwerking op. In toenemende mate raakt de lezer in een sfeer van beklemming, waaruit slechts de laatste bladzijden hem kunnen bevrijden.

Tot die beklemming dragen ook bij de verslagen van de nachtelijke autoritten door het woeste Spaanse landschap en de herinneringen aan de Spaanse burgeroorlog die Hemingway als oorlogscorrespondent van nabij had meegemaakt. Zoals een goede tekenaar in een paar rake lijnen een stadsbeeld schetst, gebruikt Hemingway doorgaans maar enkele woorden om het land, een stad of een dorp te beschrijven.

De openingszinnen van hoofdstuk 9 bijvoorbeeld: ‘Pamplona is geen plaats om je vrouw mee naar toe te nemen. De kans is groot dat ze ziek wordt, gekrenkt of gewond raakt of op zijn minst in het gedrang wijn over zich heen gespuugd krijgt, of dat je haar kwijt raakt; misschien alles tegelijk.’

Zó schrijf je een boek dat zijn eigenlijke onderwerp ontstijgt, en dat vijfentwintig jaar na dato nog leest alsof het gisteren werd geschreven.

Frank van Dijl

Ernest Hemingway – The dangerous summer. Hamish Hamilton, London.

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Het Vrije Volk op 24 augustus 1985.

(foto via Wikimedia, Ticket stub for bullfight which Ernest Hemingway attended in 1926, public domain)