Aandacht voor niet-progressieve ziektes

In Welkom in het rijk der zieken van Hanna Bervoets wordt aandacht gevraagd voor mensen die lijden aan ziektes die niet progressief zijn. Het voorbeeld in dit boek is het Q-koortsvermoeidheidssyndroom dat de hoofdpersoon Clay onder de leden krijgt. Het grote verschil met iemand die aan een progressieve ziekte als kanker lijdt, is dat de status van de zieke Clay nauwelijks verandert: hij wordt niet beter en hij gaat niet dood.

De ontwikkelingen in het boek passen goed bij deze onveranderlijke status: er gebeurt niet veel. Clay wordt langzaam minder fit. In het begin jogt hij nog elke dag, dan gaat hij wandelen en uiteindelijk bestaan zijn dagen uit niet veel meer dan wakker zijn in ongewassen kleding. Het verschil met een ziekte als kanker wordt mooi beschreven. Marla, een personage met een vermoeidheidssyndroom, heeft een bovenbuurvrouw die aan kanker lijdt. In haar gebouw wordt iedereen met een nieuwsbrief op de hoogte over de ontwikkelingen van de bovenbuurvrouw en zij krijgt veel positieve aanmoedigingen en zelfs een verrassingsfeestje als ze weer naar huis mag. Marla is beteuterd, want zij krijgt die aandacht niet.

Het grootste deel van het verhaal wordt in het jij-perspectief verteld. De verteller lijkt te kijken naar een film over Clay en constateert al vertellend wanneer de scène zich afspeelt. Hij vertelt: oh, Nora is er nog, dan is het voor de grote koorts, en ik zie dit en dat en daarom is het in deze periode. Daarmee wordt de lezer in de gedachten van een afwezige verteller getrokken en uit het verhaal gehaald. Dat is storend, want als lezer wil je in dit verhaal blijven. De keuze voor het jij-perspectief in plaats van het ik-perspectief is dan ook vreemd.

Een andere verhaallijn is waarin Clay in het rijk der zieken is. Deze hoofdstukjes wisselen steeds af met de hoofdstukjes in jij-perspectief en zijn volledig als dialoog geschreven. Zo vertelt Clay steeds wat hem overkomen is, en wordt er dus veel verteld in plaats van getoond. Dat haalt de spanning er een beetje uit.

Het rijk der zieken is natuurlijk een metafoor. Clay krijgt een lijf dat hij mee moet nemen en een begeleider Susan die hem helpt. Hij is voornamelijk bezig met het verkrijgen van een kar om het lijf op te vervoeren. Er zijn mensen die werken in het rijk der zieken en daarna naar huis gaan, en zijn mensen die zelfmoord plegen. Clay blijkt een permanente bewoner te zijn. Metaforen die op uiteenlopende manieren kunnen worden uitgelegd. In het boek wordt verwezen naar Susan Sontag, die beweerde dat je ziektes niet in metaforen moest proberen te vangen (zoals ze ook beweerde dat je kunst niet moet willen interpreteren). Het rijk der zieken is volgens Susan Sontag echter de enige acceptabele metafoor. Het is aan de lezer om die te duiden.

De roman is echter op zijn sterkst in de beschrijving van alledaagse gebeurtenissen. Clay wil niet met zijn vriendin Nora mee naar een feestje, besluit wel te gaan, denkt na over hoe hij over zijn ziekte moet vertellen, en dan vraagt niemand ernaar. Of: Clay beseft dat hij zich af en toe aanstelt om te voorkomen dat Nora denkt dat hij zich aanstelt. Of: Clay schreeuwt Marla toe wat zij haar buren altijd kwalijk nam. Of: Clay heeft door dat zijn psycholoog eigenlijk van hem af wil. Het zijn deze kleine, menselijke interacties van een zieke die het boek lezenswaardig maken, niet de literaire avonturen van een jij-perspectief of een hele wereld als metafoor.

Erik-Jan Hummel

Hanna Bervoets – Welkom in het rijk der zieken. Pluim, Amsterdam, 280 blz. € 22,50.

Luister ook naar de Tzumcast over dit boek.