Een oefening in doorschijnendheid

Behalve de uitgesproken mensenmensen, de lieden die nooit tijd hebben om te slapen, omdat ze geen sociale gebeurtenis willen missen en het de anderen ook niet aan willen doen ergens afwezig te zijn, heb je ook degenen die genieten van het isolement. Tenminste, dat maken deze twee mensentypen zichzelf wijs. In haar coming of age-roman Ava Miller en ik beschouwt Kristien De Wolf op veelkantige en inventieve wijze de psychologie van menselijke verhoudingen.

Sieg Engel is een meisje nog als ze tijdens haar schooljaren in de laatste decennia van de vorige eeuw een muur opwerpt tegen de buitenwereld door voor totaal zwart te kiezen. Zwart haar, zwarte make-up, vormeloze zwarte kleren en al even kleurloze schoenen. Een voor iedereen gemakkelijk te begrijpen boodschap: benader me niet. De permanent zwijgzame en afzijdige Sieg beschouwt het leven als een oefening in doorschijnendheid.

Op een bepaalde manier hou ik wel van het leven hoor, het is te zeggen, ik kijk er graag naar bij anderen, maar er in gaan staan daar heb ik altijd feestelijk voor bedankt. Nog steeds denk ik af en toe dat ik niet echt besta, dat ik maar een schaduw ben, een plukje zwakke energie, toevallig in een vorm gegoten, een hologram zonder substantie.

Sieg ziet slechts voordelen aan haar eenzaamheid, maar dat verandert als ze in een drieste bui uitgebreid haar kennis en opvattingen uitspreekt tijdens de Griekse les, waar ze een groot zwak voor heeft. Waar Matisse, de bink van de klas, geen antwoord weet op vragen van de leraar over Odysseus, omdat hij slechts woorden leest en geen betekenissen herkent, maakt zij de verbouwereerde klas duidelijk dat iets ook kan bestaan als het er niet staat.

Het levert haar eerst het respect op van Matisse en later ook van Ava Miller, een al even zelfbewuste scholier. Maar nadat Matisse steeds meer tegenvalt door zijn narcisme, arrogantie en eendimensionale kijk op de maatschappij, raakt Sieg geobsedeerd door de altijd drukke Ava met haar grote bos blonde haren en eigenzinnige optredens. Sieg en Ava zijn dermate elkaars tegenpolen, dat ze grote waardering voor elkaar krijgen. Siegs karakter leent zich echter niet voor initiatieven, zij kan zich echter wel laven aan Ava’s temperament en door hun innige vriendschap en begrip voor elkaars zienswijzen, kunnen ze op zeker moment zelfs niet meer zonder elkaar.

Kristien De Wolf put voor haar roman, die geschreven is vanuit het perspectief van Sieg Engel, uit de talloze geestesgesteldheden en gedragingen die mensen vertonen als ze een relatie met een ander aangaan. En dat doet ze niet alleen door middel van rake psychologische en filosofische kanttekeningen, maar ook in rijke bewoordingen, waarbij prachtige Vlaamse uitdrukkingen de kers op de taart zijn.

In periodes dat je het naar je zin hebt hoop je dat er niets verandert, al weet je dat het er toch van komt. Als je het niet naar je zin hebt, daarentegen, reken je erop. Dan verheugt het je dat het frivole, zinderende leven vroeg of laat in de pot zal roeren. Daar kun je helemaal van op aan. Zoek een gemakkelijke stoel, zet je neer. Je hoeft alleen te wachten tot het zover is.

Natuurlijk voel je aankomen dat een relatie als deze risico’s met zich meebrengt. Sieg ziet vol afgrijzen hoe Ava zichzelf verliest als Matisse haar begint te benaderen, maar ook later moet ze erkennen dat een mens verandert door de voortgang van de tijd, de druk van het werkende bestaan en de tekortkomingen van de eigen mogelijkheden.

Of Sieg ook een seksuele relatie met Ava had gewenst, blijft geheel onbesproken, wat je beslist een zwakte aan de roman kunt noemen, aangezien de twee wel lange tijd samenleven. Maar waar Ava ten langen leste de ene na de andere jongen/man verslijt, lijkt Sieg, in een steeds ongezondere rol die nog het meest op die van een bezorgde oude moeder lijkt, terug te keren naar haar vroegere isolement. Haar enige seksuele ervaring deed ze, beschreven in een even grappige als gênante scène, op puur rationele gronden op om zich beter te kunnen voorstellen wat Ava toch bezielt. Het onderstreept de onderworpen houding van een van de partners in een relatie, die De Wolf in misschien wel elke menselijke verhouding lijkt te herkennen.

André Keikes

Kristien De Wolf – Ava Miller en ik. In de knipscheer, Haarlem, 300 blz. €19,50.