Een knulletje vol fantasie

Het plot van Lanny is dodelijk simpel: een slaperig Engels dorpje wordt waker geschud door de verdwijning van een jongetje. De bewoners roddelen, de nationale televisie staat non-stop voor de deur en de plaatselijke dorpsgek wordt ervan beschuldigd Lanny wat aan te hebben gedaan. Daarop volgt een thrillerachtige zoektocht naar waar de jongen is en wat er gebeurd kan zijn. Voor de rest is er niets eenvoudig in het tweede boek van de Britse Max Porter.

Na zijn debuut Verdriet is het ding met veren werd Porter in één klap wereldberoemd in de literaire wereld. De verwachtingen over het tweede boek van de Britse schrijver waren hooggespannen. Net zoals in zijn debuutroman maakt Porter in Lanny gebruik van dezelfde mengeling van poëzie en proza en opnieuw speelt een kind de hoofdrol. Maar waar Verdriet is het ding met veren je naar de keel greep door de realistische en hartbrekende passages, is Lanny vrolijker en experimenteler.

In Porters debuut zorgde Ted Hughes’ Kraai voor een surrealistisch sausje aan het verhaal, in Lanny speelt opnieuw een magische wezen de glansrol: Dode Papa Scheurwortel. De chagrijnige Dode Papa Scheurwortel woont in de bossen en weilanden naast het naamloze dorpje van Lanny en zijn ouders. Dat hij geen lieverdje is wordt op de eerste bladzijde al duidelijk: ‘Hij wil dingen doodmaken, dus hij zingt’. Scheurwortel kan overal in veranderen: een vlo, een brandnetel, een boom. Het enige waar hij echt vrolijk van wordt is luisteren naar flarden van gesprekken. De zinnen en woorden die Dode Papa Scheurwortel hoort staan kronkelend afgebeeld op de pagina, vreemde flarden van gesprekken zoals: ‘aanlopende ventilatorrien’, ‘het kan verkeerd gaan met een land’, of ‘dat roodharige rotjong van hun pest onze Aaron’, vullen de bladzijdes. Wie of wat Scheurwortel precies is en wat zijn intenties zijn blijft gissen, maar juist de willekeur van deze vreemde bosgeest maakt het boek zowel speels als raadselachtig.

Lanny is het enige kind van een thrillerschrijfster en een forenzende vader. Lanny’s moeder schaamt zich voor haar werk tegenover haar zoon. Zijn vader voelt zich schuldig omdat hij weinig tijd met zijn kind kan doorbrengen: ‘Boven mijn bureau is een tekening van Lanny geprikt. Van mij in een cape, vliegend boven een skyline, en er staat bij: “Waar gaat papa elke dag naartoe? Geen mens die het weet.”’ Lanny’s ouders zijn dol op hem en tegelijkertijd weten ze soms niet wat ze aan moeten met hun vreemde kind dat als hij niet kan slapen vraagt: ‘Wat is er geduldiger volgens jou, een idee of hoop?’

Porters taalvirtuositeit blijft ook in zijn tweede boek verbazen, evenals de meesterlijke vertaling door Saskia van der Lingen. Ze weet het allitererende Engels van Porter in swingend Nederlands om te zetten. Alleen de vertaling van ‘Dead Papa Toothwort’ in ‘Dode Papa Scheurwortel’ is opmerkelijk. Thoothwort is een schubwortel in het Nederlands: een oud plantje dat parasiteert op wortels van andere planten en insecten verorbert. ‘Scheurwortel’ is echter een ouderwetse benaming voor de ‘smeerwortel’, een heel ander plantje dat door de Grieken gebruikt werd om wonden te genezen. Maar dit is kattenpis vergeleken bij klinkende zinnen als: ‘Dode Papa Scheurwortel, plaatselijke historicus, vierenzeventigste generatie culturele-compostzifter, geeft een knaloranje dop van een Fantafles een rondleiding door het dorp.’

Porter is een ster in het beschrijven van kinderen. Lanny is een aandoenlijk knulletje vol fantasie. Zijn belevingswereld is kinderlijk eenvoudig waardoor het boek juist vol opmerkelijke invalshoeken zit. Als Lanny en Gekke Pete, een kunstenaar die mobiles van dode vogels maakt, over straat lopen en twee jongens ‘LIJPO’ naar Pete blaffen, vraagt Lanny Pete: ‘Wat denk je, hadden ze het over mij of over jou?’ Als Lanny in het bos aan het dwalen is, gaat zijn moeder bezorgd elk huis af en als ze hem eindelijk gevonden heeft reageert hij laconiek op haar zorgen. Het contrast tussen de volwassenen om hem heen die zich voortdurend zorgen maken en de zorgeloze jeugd van het jongetje is overduidelijk. Af en toe wordt het boek mij ook iets te absurd. Bijvoorbeeld wanneer Scheurwortel Lanny’s ouders en Pete uitnodigt voor een zotte theatervoorstelling waarin hun ergste nachtmerries worden uitgebeeld. Of wanneer Lanny’s moeder een egel tot moes pureert.

Ondanks dat Porter een nieuw verhaal vertelt, voelt Lanny vaak als een herhaling van Verdriet is het ding met veren: weer een kind, weer een novelle, weer een surrealistisch wezen dat de normale wereld verstoord en weer ouders die niet weten hoe ze met hun kinderen om moeten gaan. Het grote verschil tussen de twee boeken is dat Lanny naast het verhaal van een mysterieuze verdwijning, een ode is aan het Engelse platteland waar kinderen nog naar hartenlust buiten kunnen spelen.

Kinha de Almeida Guimarães

Max Porter – Lanny. Vertaald door Saksia van der Lingen. De Bezige Bij, Amsterdam. 208 blz. € 20,99.