Afgelopen maandag is in zijn woonplaats Amsterdam dichter en criticus T. van Deel overleden. Dat heeft uitgeverij Querido zojuist bekend gemaakt. Hij werd 74 jaar.

Van Deel debuteerde in 1969 bij Querido met de dichtbundel Strafwerk. Zijn bundel Achter de waterval werd in 1987 bekroond met de Jan Campert-prijs. In 2016 verscheen zijn laatste bundel, Herfsttijloos getiteld. Hij was ook mede-oprichter van het literaire tijdschrift De Revisor.

Querido schrijft:

In Van Deels poëzie kwam de tijd tot stilstand. Een anekdote, een herinnering, een landschap of een schilderij kon het uitgangspunt zijn van een milde overdenking, een treffende verbeelding van de vergankelijkheid. De medewerkers en voormalige medewerkers van Querido gedenken Tom van Deel met warmte en bewondering.

Maar vooral als criticus was Van Deel bekend. Tot en met 2008 schreef hij recensies voor dagblad Trouw. In het schrijven van recensies over poëzie en proza was hij schoolgegaan bij de mensen van het tijdschrift Merlyn die veel aandacht voor de vorm hadden. In een interview met Márgitka van Woerkom in Tsjip zei hij daarover:

Er is vervolgens een mythe rond Merlyn ontstaan als zou deze manier van literatuur benaderen een heel benauwde -de tekst en niets dan de tekst- zijn geweest. Zo heb ik het absoluut niet ondervonden. Ik heb die tijdelijke blikvernauwing als iets heel heilzaams ervaren. In de tijd daarna is wel gebleken dat er vanzelfsprekend nog een heleboel meer aan literatuur vastzit dan die puur structurele benadering die Merlyn voorstond. Maar ik ben altijd blijven geloven, wil je de literatuur als literatuur recht doen en niet meteen, zoals Merlyn ook in haar beginselverklaring zei, eromheen gaan babbelen en met impressionistische reacties komen, dat je dan in elk geval de merlinistische blik moet kunnen opbrengen. Als je er geen oog voor hebt hoe een gedicht vaak gewoon technisch in elkaar steekt, dan sla je iets over waar je beslist als lezer, ook al zou je daar niet opletten, door bewerkt wordt.