Het leven is een constante strijd

Emmanuel Bove werd ontdekt door Colette en bewonderd door grootheden als Rilke en Beckett. Mirjam de Veth vertaalde al eerder werk van Bove en nu is haar puike vertaling van Vrouwelijk karakter verschenen. Deze postuum gepubliceerde roman is een geconcentreerde vertelling over schuld en boete.

Emmanuel Bove, geboren in 1898 en overleden op vrijdag 13 juli 1945, raakte na zijn dood in de vergetelheid. Dat kwam onder meer, schrijft Mirjam de Veth in het nawoord bij haar vertaling van Vrouwelijk karakter, doordat zijn tweede vrouw zulke hoge bedragen vroeg voor vertalingen en verfilmingen dat deze nooit tot stand kwamen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd Bove herontdekt, vooral door toedoen van de Oostenrijkse schrijver Peter Handke. In 1999 werd een manuscript van Bove uitgegeven dat in 1936 door uitgever Fayard was afgewezen, ten onrechte, zo blijkt uit de Nederlandse vertaling van Vrouwelijk karakter. Sommige fouten uit het verleden kunnen gelukkig wel hersteld worden.

Bove is een schrijver van romans die in één dag gelezen kunnen worden; het zijn korte geconcentreerde romans in een heldere stijl die, hetzij minder ironisch, misschien goed te vergelijken is met de lucide taal van Willem Elsschot. Bove hield zich afzijdig van het modernistische geweld dat de literatuur van het interbellum domineerde en schreef romans waarin grote gevoelens klein worden beschreven. Vaak introduceert hij personages in een paar rake zinnen. Als Édouard Salmand in het begin van Vrouwelijk karakter een kamer binnenloopt zegt de verteller: ‘Hij was lang, dun en gebogen, het leek of hij zijn borst niet vooruit kon steken. Waarschijnlijk droeg hij zijn hoofd erg hoog, bijna achterover. Hij had een lange smalle kaak en oren die wijd uitstonden, zo mager was zijn nek van achter.’ De uiterlijke beschrijving is bij Bove vaak een belangrijke impressie van het innerlijk van zijn personage. Zo schrijft Bove over hoofdpersoon Colette als ze haar vader, dokter Salmand, ziet:

Het leek of ze bang was om geslagen te worden en keek hoe ver ze achteruit kon deinzen. Daarna hield ze haar armen stokstijf langs haar lichaam, niet zoals iemand in de houding gaat staan, maar krampachtig, zoals stervenden doen wanneer ze proberen zich op te richten in hun bed. Die beweging had iets angstaanjagends, zoals alle bewegingen die een enorme inspanning verraden, terwijl ze loos blijven.

Colette is na jaren terug in Parijs om haar vader om financiële hulp te vragen. Met moeite krijgt ze hem zo ver om haar wat geld te geven en ze keert terug naar Zwitserland, waar haar geliefde Jacques woont. Jacques is in de Eerste Wereldoorlog gewond geraakt en komt hierna niet meer in aanmerking voor het leger. Hij wil echter wel in dienst als hij hoort dat zijn broer is overleden; Jacques eist van een dokter dat hij hem goedkeurt zodat hij zijn broer kan wreken. De dokter weigert en Jacques schiet hem dood. Om straf te ontlopen vlucht Jacques naar Zwitserland. Colette reist hem achterna en hoort pas in Zwitserland de reden van zijn vertrek. Het is een vlucht zonder einde, want het verleden reist altijd mee, er is geen ontkomen aan. Jacques wordt achtervolgd door wroeging, rancune, berouw, schuld en angst om gepakt te worden; de wanhoop wordt afgewisseld door woede-uitbarstingen. Jacques is verwant aan Raskolnikov, de hoofdpersoon van Dostojeveski’s roman Misdaad en straf, vanwege zijn intense karakter. Ondanks het feit dat Jacques niet is berecht, wordt hij toch gestraft, want Jacques wordt geteisterd door somberheid en depressie.

Colette is een vrouw met een krachtig karakter. Toen haar ouders uit elkaar gingen, moest ze kiezen tussen haar vader of haar moeder. Ze koos niet, haar moeder verliet vader en dochter en Colette bleef bij haar vader wonen in Parijs. Later kiest Colette bewust voor Jacques en dus ook voor zijn lot; nadat ze het verhaal van de moord heeft gehoord aarzelt ze niet om hem bij te staan en ‘hem te helpen zijn evenwicht te hervinden.’ Het verleden van Jacques is nu ook haar verleden geworden. Voor Jacques is Colette het belangrijkste: ‘Ze was voor Jacques onmisbaar, zo erg dat hij niet wilde eten als zij niet bij hem was’.

Colette verandert van geliefde in een verzorger; ze cijfert zich weg en leeft in de schaduw van Jacques’ bestaan. Hoewel ze samenleeft met Jacques is ze toch alleen door het gevecht dat ze constant moet leveren: ‘Eén waarheid speelde steeds opnieuw door haar hoofd: het leven is een voortdurende strijd. De mens kan nergens van op aan.’ Vrouwelijk karakter is een uitwerking van deze gedachte, dat tijdens het gevecht dat het bestaan is, de anderen tegenstanders zijn en dat de strijd ontstaat door onbegrip en misverstand met als pijnlijk gevolg vervreemding en eenzaamheid.

Koen Schouwenburg

Emmanuel Bove – Vrouwelijk karakter. Vertaald door Mirjam de Veth. De Arbeiderspers. 168 blz. €18,99.
Deze recensie stond eerder in het Friesch Dagblad van 31-08-2019
Lees ook deze recensie van Vrouwelijk karakter door Andre Keikes.