Knap verhaal, maar liever zonder sticker

De omslag van Hotel Solitude van Koen Strobbe is aantrekkelijk. Een witte kaft en daaromheen een halve stofomslag met een magisch realistische afbeelding. Ook de titel intrigeert. Maar dan is er die sticker: ‘Voor de liefhebbers van Joël Dicker’. Meeliften op andermans succes is natuurlijk altijd fijn, maar is dat wel zo’n verstandige zet? Het legt de lat direct hoog. Dicker schrijft aanstekelijk, de lezer wil door, bijna ieder hoofdstuk eindig met een cliffhanger en de plot zit zo in elkaar dat je terug gaat denken waar je precies misleid bent.

Koen Strobbe moet dus bij voorbaat al aan allerlei verwachtingen voldoen. Zonder de achterflap gelezen te hebben, heeft de lezer een idee over wat hem of haar te wachten staat. En dan is er een kans dat het tegenvalt.

Het verhaal begint boeiend, de hoofdpersoon, Max Costa, begeleidt als redacteur de succesvolle Franse schrijver Makarov. Ze bevinden zich samen in een hotel in Zuid-Frankrijk en de uitgeverij wacht vol ongeduld op het volgende boek van Makarov. Het moet een bestseller worden want er moet geld verdiend worden. En daarvoor is Max er, om de schrijver aan te sporen te schrijven en niet te veel de beest uit te hangen en feesten en casino’s te bezoeken. Hij schrijft twee uur per dag, meer kan hij niet opbrengen.

Max is overigens de tegenpool van Makarov, een wat eenzelvige jongeman die alles behalve een vrouwenversierder is. Daarom werkt het wellicht ook, die twee samen. Maar dan komt de beroemde schrijver op tragische wijze aan zijn einde, juist op het moment dat hij de laatste hand aan zijn manuscript heeft gelegd. Het gevolg is dat Max niet meer aan de zijlijn staat maar het middelpunt van het verhaal wordt. Kan hij waarmaken wat men van hem verwacht, heeft hij de regie nog in handen? En wie is er te vertrouwen en wie niet? Het draait allemaal om het manuscript dat met de dood van Makarov verdwenen is.

Wie er te vertrouwen is en wie niet kan de lezer zich ook afvragen: door wiens ogen volgen we het verhaal en klopt het allemaal wat ons wordt voorgeschoteld? Of, zoals bij Joël Dicker, op welk punt wordt de lezer op het verkeerde been gezet?

De stijl is prettig, geen zware lange zinnen, er zit een zeker vaart in:

De bel ging en er stond een vrouw voor de deur. Ze stelde zich voor als Astrid Dumas, zag er ouder uit dan ik, maar toch ook niet zo veel ouder. Haar jeans en witte blouse gaven haar iets sportiefs, haar kort gehouden kapsel ook iets van een te vroeg opgegeven meisjesdroom. Toch gomde er nog voor zij binnenkwam, iets in mijn hoofd in één klap alle ellende van de voorbije week. Over de liefde had ik veel onzin gelezen, maar het feit dat een hart een tel kan overslaan, bleek te kloppen (…).

Misschien iets te veel ‘iets’ en bij het uitgommen van de ellende kan je als lezer even haperen, omdat gummen doorgaans wat langer duurt, maar toch is het weer eens wat anders om aan te geven dat je leven kantelt en je een frisse start kan maken door een enkele ontmoeting. Deze dame laat de hoofdpersoon niet meer los en vice versa. Ze hebben elkaar nodig en aan het einde blijkt waarom. Een intrigerend spel van afstoten en aantrekken en dubbele agenda’s.

Die vergelijking met Joël Dicker bleef tijdens het lezen door mijn hoofd spoken, de stijl en spanningsopbouw kwamen zeker in de buurt. De vaart nam af en toe af, de rode draad lag in een kronkel, maar er zat genoeg in om door te blijven lezen en uit te zien naar de volgende bladzijde. En na de verrassende plot ga je op zoek naar het moment dat je misschien niet goed opgelet hebt. Een knap verhaal, zonder meer. Maar zonder sticker was ik er onbevangener aan begonnen en had ik er wellicht meer van genoten.

Arjen van Meijgaard

Koen Strobbe – Hotel Solitude. Borgerhoff & Lamberigts, Gent.  342 blz. € 19,99.