Onze eigen geest bevrijden

In 1995 vond het Festival Indië/Indonesië plaats. Schrijvers en dichters uit Indonesië en Nederland kwamen samen in Theater aan het Spui in Den Haag om zich te mengen in het debat over de koloniale geschiedenis in Indië en Indonesië. Volgens organisator Ton van de Langkruis kwamen de mooiste misverstanden naar boven: ’totaal verschillende visies op de gezamenlijke geschiedenis die leidden tot adembenemende gesprekken. In dat jaar tijdens die ontmoeting kwam de dekolonisatie van de geest op gang.’ Dit evenement was de start van het festival Winternachten, een internationaal literatuurfestival in Den Haag, dat dit jaar voor de vijfentwintigste keer plaatsvond. Om dat lustrum luister bij te zetten verscheen een inspirerende verhalenbundel, met de intrigerende titel: De verovering van Jupiter.

Verhalenbundels zijn op hun sterkst als het geheel meer is dan de som der delen, zeker als het om meerdere schrijvers gaat. Denk bijvoorbeeld aan de magnifieke bundel Als dit zo doorgaat die Auke Hulst in 2017 samenstelde. Die bundel toonde al dat engagement en goede literatuur een sterk huwelijk kunnen aangaan. De verovering van Jupiter is met zijn 25 uiteenlopende stukken net zo’n welkome slijpsteen voor de geest. Niet alleen de herkomst van de auteurs is divers: Zimbabwe, Indonesië, Zuid-Afrika, Suriname, Liberia, Kenia, Rusland, Rwanda, Aruba, Pakistan, Noorwegen, Iran, Irak, Syrië en Nederland. Het genre is ook fluïde: er zitten onversneden fictieve verhalen en gedichten in, naast essayistische stukken en dagboekfragmenten. De visies op de dekolonisatie van de geest waaieren in allerlei windrichtingen uit.

Sommige stukken willen zich heel nadrukkelijk verhouden tot het essay ‘Decolonising the mind’ van Ngūgī wa Thiong’o uit 1986, dat handelt over cultureel imperialisme en de rol van scholen tijdens het koloniale bewind. Andere auteurs nemen er meer afstand van. Een van de beste bijdragen is van Mohsin Hamid die met zijn intelligente essay een uitweg biedt uit de dreigende houding tegenover vluchtelingen. Slechts vierenhalve pagina heeft hij nodig om het mens zijn te verbinden aan het migrant zijn. Manon Uphoffs essay vertrekt vanuit een beschouwing over de sinistere novelle Het behouden huis van W.F. Hermans, om uit te komen bij de levensgrote noodzaak van het contact met de ander:

Alleen wanneer we gedaantewisselaars worden, durven te veranderen, ons mentaal durven te verplaatsen, ons de vorm van het leven van anderen kunnen voorstellen en indenken, kunnen we dekoloniseren. Alleen als we weten wat ons perspectief werkelijk inhoudt kunnen we onze eigen geest bevrijden.

Goenawan Mohamad toont het belang van ogenschijnlijke banaliteiten, zoals schoenen. Antjie Krog weet ook nu weer poëtisch verfijnd aan te zetten tot contemplatie over identiteit en diversiteit. Haar bewonderenswaardig gelaagde stuk met de titel ‘Een meerstemmige voorstelling: Pogingen om de witte blik uit te leggen aan witte mensen’ is er eentje om op te kauwen.

Het is alleen jammer dat de bundel ontsierd wordt door een zeer cryptisch geformuleerde inleiding van Toef Jaeger waarin de beeldspraak in zichzelf verstrikt lijkt te raken: ‘Een eigen verhaal zonder dat iemand ermee op de loop gaat, dat is wat deze bundel probeert te zijn: er wordt grond ontgonnen zonder te zaaien. Want wie zaait die neemt; wie zwijgt stemt toe. Nemen en toestaan: ze zijn de dood in de culturele pot.’ En haar allusie naar de titel van de bundel in de volgende alinea roept ook na het lezen van alle stukken nog vragen op:

Jupiter, wees gewaarschuwd: de zaaiende, bevragende, woordenrijke mens komt eraan. Maar wees ook gerustgesteld: het gaat om de nieuwe mens met eigen verhalen. Ze wil grond slechts ontginnen om te kunnen zien wat er gaat bloeien. En dat nieuwe bloeiende zal hij in vol ornaat laten zijn wat het is.

Maar ach, dit is een spijker op een laag water. Lezers met een open blik voor de andere stem, voor een nieuw geluid in het steeds harder wordende debat over integratie en culturele identiteit kunnen hun hart ophalen aan de rijke schakeringen in De verovering van Jupiter.

Miriam Piters

Toef Jaeger (red.) – De verovering van Jupiter. Over de dekolonisatie van de geest. Jurgen Maas, Amsterdam. 226 blz. € 18,99.