De pest

Nobelprijswinnaar Albert Camus publiceerde in 1947 De pest, onmiskenbaar een van de hoogtepunten uit zijn indrukwekkende oeuvre. Bij elke herlezing van het boek zie je wel iets nieuws, maar in de huidige situatie vallen sommige details wel erg op. Zo was ik er nooit eerder bij blijven stilstaan dat zelfs op het hoogtepunt van de epidemie in Oran – Algerije was nog Frans grondgebied – sociale ontmoetingsplaatsen als cafés, restaurants en bioscopen gewoon open blijven. Camus beschrijft ‘een ongeregelde massa die elke dag voor de bioscoop staat te wachten, die zich verspreidt over alle zalen, theaters en zelfs dancings, en die als een vloedgolf zijn weg zoekt over straten en pleinen; het terugschrikken voor elk contact, en daartegenover de honger naar menselijke warmte die de een toch naar de ander drijft, elleboog naar elleboog en geslacht naar geslacht’. Ondanks de donderpreken van pater Paneloux grijpt niet alleen de pestbacil, maar ook de losbandigheid om zich heen. De Oranezen, waarvan een niet onaanzienlijk deel schijnt te geloven dat alcohol helpt om de pestbacil op afstand te houden, hebben afleiding nodig. Paniek blijft niet duren, en als er te veel doden vallen om de situatie nog te kunnen bevatten, reageert de bevolking met een zekere gelatenheid.

De stadspoorten gaan onherroepelijk dicht en worden bewaakt, maar in Oran zelf gaat het gewone leven dus grotendeels door. Alleen wie al ziek is, gaat in quarantaine. Geen ‘social distancing’ dus, of ‘flattening the curve’. Rekenen de bevelhebbers van de prefectuur op groepsimmuniteit? Het ziet ernaar uit, al betaalt de bevolking daar wel een zware tol voor: hele tramstellen moeten worden opgevorderd om lijken van pestlijders naar de begraafplaatsen te brengen, waar hooguit tijd is om ze in massagraven te gooien. Opvallend is ook dat de Oranezen weinig informatie krijgen. De berichtgeving is beperkt tot de radio en kranten. Fake news gaat soms van mond tot mond, maar er is niemand om de bevolking op stang te jagen met apocalyptische berichten in de sociale media.

Praktisch advies om een epidemie door te maken, krijgt u niet van Camus. Wel houdt hij een pleidooi voor persoonlijke moed en verantwoordelijkheidszin, en dat kan wel van pas komen om na te denken over uw eigen keuze: laat u uw eigenbelang primeren, of spiegelt u zich aan dokter Rieux, die met gevaar voor eigen leven onvermoeibaar pestlijders blijft verzorgen? Zoekt u hulp bij een hogere macht, of vindt u ethiek in deze situatie een kwestie van individuele verantwoordelijkheid?

Overigens staat De pest tegenwoordig weer behoorlijk hoog in de Franse bestsellerlijsten, naast de kinderboeken die wanhopige ouders massaal bestellen om hun kinderen een beetje bezig te houden tijdens het nationale huisarrest. Ook naar de Nederlandse vertaling is er veel vraag. In noodsituaties heeft de bevolking dus blijkbaar ook behoefte aan reflectie.

Daan Pieters

Albert Camus – De pest. Uit het Frans vertaald door Jan Pieter van der Sterre. De Bezige Bij, Amsterdam. 352 blz. € 15.