Reisgidsenproza

Het gegeven achter het Boekenweekgeschenk van 2020 is interessant en ondanks de historische context hoogst actueel: de interraciale liefde tussen de Zuid-Hollandse Leon Herckenrath en de tot slavin gemaakte Amerikaanse Juliette Louisa McCormick. Juliette komt in het leven van Leon als hij als consul en handelaar in Charleston door ziekte geveld wordt en zij hem verzorgt. De liefde die ontstaat is een gevaarlijke blijkt uit het historische onderzoek dat Van der Zijl heeft verricht voor dit geschenk, want de maatschappij in het zuiden van Amerika is nog ongekend racistisch en wreed ten opzichte van de zwarte bevolking, ook als zij zich vrij hadden kopen uit de klauwen van de slavenhouders. Juliette werd door Leon vrijgekocht.

Ondanks het boeiende thema is Leon & Juliette een uiterst saai boekje geworden, waarin op het beginhoofdstukje na, met daarin de aanloop naar een duel, voornamelijk een afhandeling van de feiten wordt gegeven. Daarbij valt vooral op dat Annejet van der Zijl een voorliefde heeft voor de meest voor de hand liggende bijvoeglijke naamwoorden. Dat zie je vooral bij ruimtebeschrijvingen die zo uit de plaatselijk VVV-folder overgenomen lijken te zijn. Direct op de eerste bladzijde bijvoorbeeld:

Boven de Cooperrivier kleurt de dageraad de hemel roze, de eerste vogels kwetteren en de koelte van de nacht heeft nog niet plaatsgemaakt voor de zware, vochtige hitte van de dag. De stad om hem heen is in diepe rust.

Ze moet nog even de pen losmaken, denk je, maar tien bladzijden later lees je:

Aan de oostkant staken tientallen korte en langere kaden als ongelijke franje de Cooper in. Deze steigers, waarvan de grootste aan wel twaalf zeilschepen tegelijkertijd accommodatie konden bieden, waren bebouwd met kantoren, pakhuizen en winkels. Eromheen krioelde het van kleinere vaartuigen, die heen en weer voeren naar de majestueuze, op de lome golfslag van de baai deinende drie- en viermasters. Op de modderige walkanten tussen de steigers scharrelden pelikanen op zoek naar eten en overal dartelden dolfijnen, glanzend en sierlijk opduikend uit het water, jagend op prooi.
De stad zelf was nog indrukwekkender. Overal wiegden palmen in de zoele wind en het rook er naar de sinaasappelbomen die langs de met keien of vergruizelde schelpen bedekte straten waren aangeplant. De huizen waren gebouwd in de kleurige koloniale stijl van Caraïbische eilanden als Barbados en Tobago.

Dit reisgidsenproza vind je het hele boek door. Van der Zijl wisselt die beschrijvingen af met grove algemeenheden (‘Voor negentiende-eeuwers was de dood een vertrouwde metgezel’) en onnavolgbare redeneringen.

Toen in 1852 oom Frans op tweeënzeventigjarige leeftijd in Venlo overleed, was het vanzelfsprekend dat ook hij werd bijgezet in de grafkelder, vlak bij het huishouden waar hij zijn hele leven zo welkom was geweest. Daarna waren er enkele jaren geen nieuwe sterfgevallen in de familie te betreuren. Wellicht had dat te maken met het feit dat Nederland in deze jaren eindelijk begon op te krabbelen uit de economische misère, vooral dankzij de opbrengsten van zijn koloniën in Nederlands-Indië.

Dat lijkt me niet echt een goed onderbouwde, causale relatie.

Nergens komt Leon & Juliette en de innige relatie van het paar – die wel steeds verondersteld wordt, maar nauwelijks beschreven wordt door Van der Zijl omdat bewijzen daarvoor ontbreken – echt van de grond. Je wordt gebombardeerd met het ene feit na het andere en er is altijd wel een citaat uit een of ander werk te plukken, maar aan het einde van dit boekje is wel duidelijk geworden dat er bitter weinig bekend is over die relatie. Als je een fictieschrijver bent, dan kun je je verbeelding nog aan het werk zetten en er iets van maken, als je zoals Van der Zijl een ander genre beoefent, dan moet je andere literaire trucs inzetten om hetzelfde resultaat te bereiken, wat schrijvers als Frank Westerman en Joris van Casteren bijvoorbeeld uitstekend lukt. Van der Zijl lepelt als een boekhouder de feiten op in nogal clichématig proza. Het is te hopen dat het grotere boek dat Van der Zijl over deze relatie gaat schrijven meer te bieden zal hebben.

Coen Peppelenbos

(Foto: Annejet van der Zijl wordt geïnterviewd door Johan Hooge in boekhandel Boomker te Haren aan het begin van de Boekenweek.)