Een gematigd barbaar

Antonio Scurati schreef met M. De zoon van de eeuw een verontrustend boek over de opkomst van Mussolini, die als leider van de Italiaanse fascisten vanuit de marge opstoomt naar de absolute macht.

Benito Amilcare Andrea Mussolini (1883 – 1945) wordt geboren als zoon van een smid in Emilia-Romagna, een regio onder Milaan. Afkomstig uit een socialistisch milieu heeft hij reeds vroeg belangstelling voor linkse politiek en flirt hij zelfs met het marxisme. Om zijn dienstplicht te ontlopen vlucht de antimilitarist Mussolini in 1902 naar Zwitserland. Na zijn terugkeer wordt hij in 1912 hoofdredacteur van het socialistische krant Avanti! (‘Voorwaarts!’). Wanneer in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt en het internationaal georiënteerde socialisten en marxisten toch erg loyaal blijven aan hun eigen land, verliest Mussolini zijn politieke geloof. Hij sticht zijn eigen krant Il Popolo d’Italia (‘Het volk van Italië’), gaat naar het front en zal na de oorlog zijn leven in dienst stellen van de fascistische politiek.

De fasci di combatimento ontstaat na de Eerste Wereldoorlog als een los verband van gefrustreerde oorlogsveteranen (verenigd onder de naam Arditi, naar het beruchte elitekorps), avonturiers, meelopers, klaplopers en kunstenaars. Het uitdagen van het weinig effectieve, stroperige gezag van het nog jonge koninkrijk is de missie, ook omdat het gevoel leeft dat Italië als een van de overwinnaars door de geallieerden niet serieus wordt genomen. Een soort van gele hesjes avant la lettre, in die zin dat er nog geen organisatie of programma is. De enige constante is Mussolini, die zich gaandeweg steeds meer moet verhouden met het toenemende geweld van zijn zwarthemden. Hij veracht ze weliswaar, maar beseft ook dat hij ze niet kan missen. De strijd tussen besturen of actievoeren zal de andere constante in Italiaanse fascistische beweging zijn.

M. De zoon van de eeuw is het eerste deel van een trilogie en richt zich op de periode 1919-1925, als Mussolini eigenlijk razendsnel van zijn thuisbasis Milaan via de mars op Rome – een nogal knullige onderneming – in het regeringscentrum in Rome belandt.

Een aantal factoren brengen hem in deze zetel, hier in willekeurige volgorde. In de eerste plaats heeft de journalist Mussolini de gave van het woord, waarmee hij via zijn krant massa’s kan bereiken. Daarnaast is hij ook een uitstekend redenaar, die over bravoure beschikt en meerdere registers kan opentrekken. In de tweede plaats is de Duce een behendig strateeg, die als oud-socialist weet dat de zwakke plek van zijn belangrijkste tegenstander hun onderlinge verdeeldheid is en als intelligent en jong politicus ook weet dat hij partijen nodig heeft om de fascistische macht op te bouwen. Ten derde weet hij zich niet alleen gesteund door een groep trouwe medestanders – van hun (wan)daden doet Scurati uitgebreid verslag – maar ook door belangrijke industriëlen en grootgrondbezitters. Wanneer de fascistische knokploegen in diverse regio’s hun zondagse matpartijen verrichten, kijkt de gegoede burgerij vooral de andere kant op. Ten vierde weet Mussolini zijn macht te combineren met primaire geneugten. De Duce is een fervent bordeelbezoeker, heeft invloedrijke minnaressen (en buitenechtelijke kinderen) en leeft zich verder uit in snelle auto’s en moderne vliegtuigen. Zijn lichaam – breed, met een hoofd als een helm en een kaakpartij van staal – geeft hem het aureool van de wilskrachtige leider.

In de opkomst van de fascistische beweging is een patroon te zien. Mussolini staat het geweld officieel niet toe, maar keurt het ook niet af. Hij weet van de wreedheden van de wijn en grappa drinkende zwarthemden, maar zoekt naar een compromis met zijn tegenstanders. Tijdens de mars op Rome, wanneer de hoofdredacteur zich heeft verschanst op de gefortificeerde burelen van Il Popolo d’Italia zegt hij: ‘We moeten zorgen voor de gewapende verdediging van het pand en de machines. De revolutionaire actie gaat beginnen en iedereen moet zijn plaats innemen. Dit is een fort, ons fort, en we moeten het tot iedere prijs verdedigen.’ Volgende zin (Scurati vervolgt):

Maar intussen slaat de Leider van het fascisme tegenover de buitenwereld een heel andere toon aan, de verzoenende, voldane toon van iemand die tot voor kort de wereld het hof maakte en nu door haar het hof wordt gemaakt. Opeens zijn het de anderen die met hem willen onderhandelen en hij ontzegt niemand een schamele leugen. Tegenover Lusignoli houdt hij vol dat hij liever de combinatie met Giolitti wil, tegenover Costanzo Ciano, die naar Rome zou vertrekken, heeft hij voor de toekenning van vijf portefeuilles de fascistische beschikbaarheid voor een akkoord met Salandra aangegeven, hij heeft zelfs de gezanten van Nitti ontvangen en de voormalige minister-president een inmiddels onmogelijke formatieopdracht voorgespiegeld

Hoewel de Leider dus beseft dat de knokploegen hem uiteindelijk schade zullen berokkenen, speelt hij tevens een opportunistisch spel vol bluf en berekening. Zo maakt de beweging steeds één stap vooruit en twee weer terug – of andersom. Niemand in dit onzekere, gewelddadige vacuüm kan weerstand bieden: de koning is te zwak, veel partijen zijn hem te gezind en de socialisten zijn te verdeeld. Zijn enige echte tegenstander is de volhoudende socialist Giacomo Matteotti, die een aantekenboekje bijhoudt met het aantal dodelijke slachtoffers van het fascisme. Waarschijnlijk met medeweten van inmiddels minister-president Benito Mussolini wordt hij in 1924 op brute wijze vermoord, een moord die vanwege de bewijslast richting de fascisten wederom nogal knullig is uitgevoerd.

M. De zoon van de eeuw is geschreven vanuit de kennis van toen, maar geeft geen specifiek tijdsbeeld van die roemruchte jaren twintig. Naast de baas zelf worden vrienden, medestanders, rivalen, vijanden en minnaressen gekoppeld aan een specifieke dag, zodat het verhaal bestaat uit de som der fragmenten. Aldus verrijst een uitstekend gedocumenteerde, tijdloze (en schitterend vertaalde) tijdsspanne, waarin alles gebeurt alsof het nu is. Nu helpt het dat er honderd jaar later vergelijkbare personen zijn die het persoonlijke politiek maken en in het landsbelang massa’s opzwepen en hun politieke ideeën koppelen aan simplificaties en leugens. De kracht van dit boek is vooral dat het laat zien hoe subtiel dit in zijn werk gaat, hoe je macht moet hanteren. Een verslavend boek, ware het niet dat het geen verbeelding is – het is gewoon honderd procent waar gebeurd.

Jaap Krol

Antonio Scurati – M. De zoon van de eeuw. Uit het Italiaans vertaald door Jan van der Haar. Podium, Amsterdam. 850 blz. € 35,00.