Het wordt beter

Ik ga het aan mijn ouders vertellen, tijdens kerstavond, dat ik iemand ontmoet heb, en dat dat een jongen is. Ik vind dat ik niet uit de kast hoef te komen, dat ik moet zeggen ‘ik bén homo’, want dat ben ik niet, ik bén Wobie, en Wobie valt misschien op mannen. Dat ga ik ze vertellen. Ik heb mijn broers ook nooit horen zeggen dat ze hetero zijn, ik heb ze wel horen zeggen dat ze een leuk meisje hebben ontmoet.

Wobie is de koosnaam van de hoofdpersoon in het autobiografische Confettiregen van Splinter Chabot. Het boek laat zien dat je, opgroeiend in een open milieu (moeder is arts, vader is de schrijver Bart Chabot), toch enorm kunt worstelen met je gevoelens, de aanvaarding van je seksuele geaardheid en de daarbij behorende onuitgesproken dwang vanuit je omgeving om daarvan rekenschap te geven. Wat Chabot goed laat zien zijn die geleidelijke overgangen bij het opgroeien, waarbij steeds duidelijker wordt dat jouw gevoelens niet passen bij de rest van de groep. Het krachtigst wordt dat verwoord in het tweede deel van het boek, ‘Daniël’ getiteld, waarin Wobie hevig verliefd wordt op een jongen met die naam. Wat voor de een slechts vriendschap is, is voor de ander veel meer. Wobie kan erover praten met de vriendinnen die hij heeft op school, maar hij kan er niet over praten met zijn ouders, met zijn broers, laat staan met Daniël. Dat heeft voor een deel te maken met angst om gepest te worden (terloopse opmerkingen van medeleerlingen en docenten zorgen ervoor dat hij continu op zijn hoede blijft) en voor een ander deel met de weerzin om in een hokje geduwd te worden.

Door te blijven wachten met het openlijk vertellen van zijn seksuele voorkeur, al geven zijn familie en de mensen om hem heen daartoe alle ruimte, wordt het isolement van Wobie steeds groter, ook binnen het gezin. Misschien zelfs juist binnen het gezin. Pas als hij studeert in Amsterdam en daar een keer slaapt met een jongen vindt hij de moed om met kerst thuis te vertellen wat iedereen al heel lang weet.

Als je Confettiregen van Splinter leest vlak na Mijn vaders hand van vader Bart, dan ontdek je nogal veel overeenkomsten, bijvoorbeeld in de manier waarop leraren beide drukke Chabots onheus behandelen. Maar de grootste overeenkomst is wel die enorme eenzaamheid van beide opgroeiende pubers, al zijn de omstandigheden totaal anders. Over de zwartste periode blijft Splinter Chabot een beetje vaag. In de epiloog noemt hij een van de elementen die hem erdoorheen heeft geholpen. Marc-Marie Huijbregts praat in De Wereld Draait Door over de zelfdoding van een Amerikaanse jongen die worstelde met zijn geaardheid. Daarna werd door de lgbtq+-gemeenschap de campagne ‘It Gets Better’ gestart waar mensen pubers een hart onder de riem proberen steken. Huijbregts zei in de camera: ‘Het wordt beter! Het. Wordt. Beter. Houd moed!’ Een boodschap die in huize Chabot aankwam.

Misschien kun je literair van alles opmerken aan Confettiregen, maar soms overstijgt de boodschap van een boek al dat arbitraire literaire geneuzel. Ik denk dat Confettiregen heel veel jongeren zal helpen te overleven.

Coen Peppelenbos

Splinter Chabot – Confettiregen. Spectrum, Amsterdam. 342 blz. € 21,99.