Dat je zin krijgt om te gaan slapen op een berg

De levende berg vangt aan met een plattegrond van het Cairngorm Plateau, gelegen in de bergketen in het noordoosten van Schotland. Het suggereert je mee op reis te nemen, reisliteratuur te zijn, routes of mooie plekken te zullen beschrijven. En dat doet het allemaal, maar het lijkt nooit het voornaamste doel te zijn geweest. Veel meer is De levende berg een beschrijving van de liefde voor de natuur, en voor bergen in dit gebied in het bijzonder. Het gaat er bij Nan Shepherd niet zozeer om welke route wordt gelopen of welke top er wordt bereikt. Het bezoeken van dit natuurgebied was voor haar – ze stierf in 1981 – ‘zoals je een vriend bezoekt met geen ander doel dan zijn gezelschap.’

Die personificatie van natuurelementen of -verschijnselen is kenmerkend. In poëtisch proza portretteerde Shepherd haar omgeving, zoals in haar pagina’s lange relaas over de diversiteit aan wolken.

Sommige wolken vallen de wandelaar op de hoogten aan – lage wolken worden hier regen, of natte sneeuw – en sommige likken hem zachtjes maar zo aanhoudend dat hij net zo goed door een meer zou kunnen waden. […] Ik liep eens in een wolk die op geen enkele manier waarneembaar was. In het binnenste was hij niet tastbaar en niet zichtbaar, ook al had hij er bij nadering dicht en dreigend uitgezien.

Daar ga je toch anders van naar wolken kijken. Of naar het water (‘zijn vermogen om te stromen […] kan ik niet doorgronden’), de wind, de sneeuw, de bergtoppen. Soms is het alsof iemand het licht op het lichaam van zijn geliefde beschrijft, of de fijne plooien in een gezicht, de blik in grijsblauwe ogen. Een schilderij ontspringt uit vele passages.

Een dunne laag sneeuw waardoorheen je het gesteente nog kunt zien, kan onwerkelijker lijken dan het doorzichtigste blauw – een fantoom gecreëerd door wat werkelijk bestaat. Als de sneeuw smelt en de hoogvlakte nog wit is maar de lagere flanken streperig en vlekkerig zijn, zie je bij een grijswitte lucht alleen de donkere vlakken; het plateau is verdwenen, de richels rondom de keteldalen steken ertegen af als pinakels en rotspunten. Later, als de avond valt, wordt de lucht grijsblauw als lei, identiek aan het blauw dat nu ook de lagere delen van de bergen kleurt, en de langgerekte, hoge top van sneeuw, met zijn tentakels die naar beneden reiken, lijkt daar zomaar te hangen.

Maar hoewel zulk soort bespiegelingen op zichzelf niets meer te wensen over laten en het boek aan de hand van verschillende onderwerpen en elementen (vorst en sneeuw, licht en lucht, dier en mens) van structuur is voorzien blijven de losse memoires, gedachtegangen en anekdotes soms ook wat vrijblijvend in een aaneenschakeling liggen. Wie per ongeluk een hoofdstuk – of zelfs een stuk uit de lopende tekst – overslaat zal dat niet direct als een probleem ervaren. Shepherd boeit in haar literaire spitsvondigheid en scherpzinnige observaties, maar niet in haar verhaallijn.

Natuurlijke historie, kennis van planten en dieren, en concrete gebiedsaanduidingen doorkruisen hier en daar de lyrische natuurbeschrijvingen. Ze contrasteren: ‘De blaadjes van de bosbes zijn vlammend karmozijnrood, en zijn op hun mooist in Rothiemurchus Forest, waar in de oorlog van 1914 de sparren werden geveld […] De eerste grote kap van het bos vond plaats tijdens Napoleontische oorlogen.’ Voor wie het boek leest met die interesse in dit specifieke gebied is dat feitelijke kader misschien een welkome toevoeging, maar soms ook lijken de jaartallen en veelvoud aan eigennamen lastig te rijmen met het idee om de natuurbeleving persoonlijk te maken. Het is een uitzoomen dat niet altijd past bij de prettig geschreven intieme ervaringen die soms zo raak zijn dat je zin krijgt om te gaan slapen op een berg.

Want inslapen op een berg heeft als heerlijke tegenhanger het ontwaken. Om uit het niet uit de slaap omhoog te komen en met de eerste blik de klif en de kloof te zien, verwonderd, omdat je was vergeten waar je was, is een manier om de zuivere verwondering te ervaren die maar zo zelden wordt gevoeld.

Ivanka de Ruijter

Nan Shepherd – De levende berg. Vertaald door Pauline Slot. De Arbeiderspers, Amsterdam, 176 blz. €18,50.