Eerlijk en echt over de wereld van nu (en manga)

Afgelopen januari gaf de Japanse mangaka Inio Asano een interessante, drukbezochte masterclass op het stripfestival van Angoulême. In de grote zaal van de schouwburg vertelde hij over zijn kunstenaarschap, zijn werkwijze en onder meer zijn baanbrekende strip Goodnight Punpun – die een hit is in Frankrijk en ook in Nederland op veel bijval kan rekenen, vanwege de Engelse uitgave die afgelopen jaar compleet verscheen.

Ook sprak Asano in zijn typische, onderkoelde manier over zijn laatste werk, Downfall, dat in maart in het Engels uitkwam. De interviewers stuurde er meteen op aan: de hoofdpersoon in Downfall leek wel verdacht veel op Asano zelf. Deze Fukazawa is net als Asano een mangaka, beiden hebben een succesvolle mangareeks afgerond en beiden moeten aan de slag – Fukazawa voelt een enorme leegte en druk van zijn omgeving. Hij wordt geacht het vorige succes minstens te evenaren, maar liever nog te overtreffen.

Fukazawa denkt daar anders over. Hij heeft het zelfs volkomen gehad met de hele nepwereld van uitgevers, vertegenwoordigers, redacteuren én lezers die met hem dwepen of hem op social media kanalen voor stront uitmaken. Het liefst zet hij er een punt achter. Niet dat hij weet wat hij aan moet met zijn leven, maar toch: weg uit deze toestand. Weg uit de industrie die zijn aanvankelijke voorliefde voor manga compleet heeft verwoest.

Dat gaat bepaald niet zachtzinnig. Hij koeioneert zijn studiocollega’s die van hem afhankelijk zijn en zet zijn relatie op het spel. Dat laatste kost hem weinig moeite: zijn vriendin is vertegenwoordiger van een uitgeverij en daarmee zijn vleesgeworden afkeer. Fukazawa zoekt zijn heil bij een jonge en mysterieuze sekswerker met wie hij een soort verhouding krijgt. Intussen doolt hij en onttrekt hij zich zoveel mogelijk aan zijn verplichtingen.

Asano heeft een voorliefde voor jonge mensen die de weg kwijt zijn. In zijn tweedelige verhalenbundel What a wonderful world portretteert hij een aantal van hen, terwijl ze op zoek zijn naar de zin van het leven, hun plaats in de maatschappij. Het zijn geen succesvolle mensen, eerder tobbende tieners en twens die nog een lange weg te gaan hebben: zij die het gevoel hebben te moeten kiezen. Een burgerbestaan of toch het roekeloze avontuur van de punkband.

Downfall heeft iets soortgelijks: Fukazawa heeft zijn mangareeks afgerond, er moet iets nieuws komen. Het benauwt hem, hij komt tot niets. Bovendien heeft de uitgeverswereld, die hij beschrijft als een gewetenloze en oppervlakkige industrie, afgedaan. Kiest hij voor een nieuwe mangareeks en haakt hij toch weer aan, of laat hij de hele boel barsten?

Asano’s figuren zijn herkenbaar uit duizenden. Zijn kracht is dat hij personages normaal kan laten lijken. Precies tot het moment dat zij acteren: dan ziet de lezer hun ware aard, de angst, de gekte en het verwijt naar de wereld. Fukuzawa is een goed voorbeeld: ogenschijnlijk onaangedaan, maar in staat om mensen pijn te doen. De lezer begrijpt hem, maar kan geen sympathie opbrengen.

De wereld waarin ze leven is ook al onverzoenlijk: Asano werkt fotorealistisch, vanuit bijzondere standpunten en hoeken. Tijdens zijn masterclass vertelde hij dat zijn studiomedewerkers 3d-modellen maken van kamers, straten en huizenblokken (hij werkt niet alleen aan zijn verhalen en laat de achtergronden en decors door anderen tekenen). Zo kan hij met vervreemdende, knellende perspectieven werken. Aan de hand van zijn outer space sciencefictionverhaal Dead Dead Demons Dededede Destruction liet hij zien hoe computers het tekenwerk voorbereiden. Ook in Downfall pakt dat heel beklemmend uit: met name Fukazawa’s appartement is benauwend en daardoor dreigend. Asano weet de omgeving zo te laten meevoelen met het personage.

Het hele interview voorafgaand aan de masterclass bleef Asano om de hete brij draaien. Was Fukuzawa op hem gebaseerd of niet? Zijn antwoorden waren vermakelijk: als iedereen gewoon zijn werk bleef kopen, dan hoefde hij niet na te denken over een nieuwe mangareeks, dus in dat geval: nee, dan was het niet op hem gebaseerd. Toen de interviewer zijn zoveelste poging zag stranden, zei Asano toch dat het mogelijk is, dat het kan, maar niet hoeft.

Autobiografisch of niet, Downfall is van zichzelf een krachtig statement. Eén die bijna onjapans stevig is, als het gaat om de kritiek die eruit spreekt. De mangaindustrie is verdorven en holt zichzelf uit, ze is alleen nog gericht op verkoopsuccessen. Alles lijkt op elkaar, iedereen wil de volgende hit. Artistieke kwaliteiten doen er niet meer toe. Dat vindt Fukazawa, maar Asano evenzeer. Dáár was hij dat weer wel heel helder over.

Stefan Nieuwenhuis

Inio Asano – Downfall. VIZ Media. 240 blz. € 12,99.