De Drommedaris in Enkhuizen was de eerste kroeg die ik in mijn leven betrad. Zeevolk met rode koppen dronk er bier. Het was in dezelfde stad aan de Zuiderzee dat ik voor het eerst een carillon hoorde. ’s Avonds in mijn slaapzakje in het vooronder verbond ik alle indrukken aan de scheepvaart. Nu meer ik – bijna veertig jaar later – opnieuw met mijn vader aan in Enkhuizen. Het roer ligt in nieuwe handen, een voetnoot in de schaduw van de Drommedaris.