De Gouden Poëziemedaille 2020 is toegekend aan Edward van de Vendel voor de bundel Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt. De Gouden Poëziemedaille is een tweejaarlijkse prijs voor de beste kinderpoëziebundel die wordt uitgereikt door Poëziecentrum en CANON Cultuurcel.

Het juryrapport:

Alle gedichten in de bundel beginnen met dezelfde woorden: ‘Wat je moet doen als’. Maar de adviezen die Edward van de Vendel geeft, zijn altijd compleet verrassend, vaak absurd maar tegelijk met een twist die je aan het denken zet of gevoelens aanspreekt. Als je geen lievelingsdier hebt, krijg je de raad ‘nu meteen op YouTube’ te gaan zoeken naar de poedoe en andere bijzondere dieren. En geef vooral de hoop niet op, want

Ooit word je
door troostende pootjes omarmd.
Ooit komt er eentje
op jou af gesprint
en dan ben je het,
eindelijk.
Lievelingskind.

Telkens weer bieden de gedichten je een andere kijk op de dingen. En ze doen dat dartelend met taal. De opsomming van lievelingsdieren is pure klankpoëzie. En wat een speels neologisme is ‘kriebelliefdesbrief’. Ook Van de Vendels beeldspraak is hoogst origineel. In ‘Wat je moet doen als je midden in de nacht moet plassen en het is koud en je voeten bevriezen’ werkt hij een vergelijking uit, waarbij voeten dappere ridders worden, aangestuurd door de ‘grote Hersenkoning’. Dat zorgt voor een leuk eindrijm: ‘Of/ wat ik eigenlijk bedoel:/ KEN JIJ EEN ZALIGER GEVOEL/ dan weer warm te worden in bed/ na een toernooi/ op het toilet.’ In het gevoelige ‘Wat je moet doen als je opa steeds meer vergeet’ stelt het kind zich voor dat er een gummend hondje in opa’s hoofd zit. In ‘Wat je moet doen als je je zorgen maakt over je beste vriend of vriendin’ verpersoonlijkt Van de Vendel de vriendschap: ‘Misschien heeft onze vriendschap / griep./ Misschien is onze vriendschap / verkouden.’ Hierdoor ga je als lezer op een andere, intensere manier kijken naar vriendschap en de vragen die die kan oproepen.

Elk gedicht wordt vergezeld van een illustratie van Martijn Vander Linden in heel verschillende technieken en stijlen. Zijn interpretaties zijn telkens passend én verrassend: speels bij de absurde verzen, gevoelig bij de intieme.

Johannes Genard maakte het Poëziemedaillelied van het gedicht ‘Wat je moet doen als je moeder huilt’ uit de winnende bundel.

Daarnaast werden er ook nog vier poëziesterren uitgedeeld voor afzonderlijke gedichten:

De Poëziesterren gaan dit jaar voor de kleuters naar Erik van Os voor het gedicht ‘Wie deed dat’ (Haren vol banaan, Uitgeverij Rubinstein 2019), voor de eerste graad naar Joke van Leeuwen voor het gedicht ‘Appel’ (Hee daar mijn twee voeten, Querido 2019),voor de tweede graad naar Kasper Peters voor ‘De bende van a en e’ (Vogelzwemvliegles, Uitgeverij Passage 2018) en voor de derde graad naar Edward van de Vendel voor ‘Wat je moet doen als je je zorgen maakt over je beste vriend of vriendin’ (Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt, Querido 2019).

Een vakjury bekroont de beste Nederlandstalige kinderpoëziebundel met de Gouden Poëziemedaille. In de jury zetelen: Marina Waterschoot (leerkracht lager onderwijs), Kathleen Meersseman (mediatheek Arteveldehogeschool), Bieke Verlinden (leerkracht lager onderwijs), Kay Lambrechts (CANON Cultuurcel) en juryvoorzitter Jan Van Coillie (hoogleraar Faculteit Letteren KU Leuven – Campus Brussel). De jury boog zich in februari over de oogst kinderpoëzie van de afgelopen twee jaar en stelde uit de 33 deelnemende bundels een shortlist op met vijf nominaties.

De Poëziesterren zijn een publieksprijs, waarbij leerlingen uit de kleuter- en lagere school per graad hun favoriete gedicht kiezen. Meer dan 86.000 leerlingen basisonderwijs in Vlaanderen waren ingeschreven om mee te stemmen van 11 tot 15 mei 2020 voor het beste kindergedicht uit de lage landen. Per graad kenden ze zo 4 Poëziesterren toe. Een echt taalfeest waardoor de leerlingen op een laagdrempelige manier in contact komen met poëzie.