Tussen werkelijkheid en waarheid

Van Oorschots nieuwe uitgave van Radetzkymars van Joseph Roth is een boek om blij van te worden: het is gebonden, gevat in een mooi omslag, gezet in een fijne letter, voorzien van een informatief voorwoord door Geert Mak, opnieuw vertaald door Els Snick die ook het nawoord schreef en prachtig geïllustreerd door Jan Vanriet. En dan is er nog het fantastische verhaal zelf over de ondergang van de familie Trotta en die van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk.

Radetzkymars verscheen net als Roths eerdere romans Hotel Savoy en Rebellie eerst als feuilleton in een dagblad. Het boek was direct na verschijnen in 1932 een doorslaggevend succes. Eind januari 1933 was Roths roman het best verkopende boek van uitgeverij Kiepenheuer. De Oostenrijks-Joodse schrijver vlucht al enkele uren voor Hitlers benoeming op 30 januari 1933 tot rijkskanselier naar Parijs. Anderhalve maand na Hitlers machtsovername worden Roths boeken verboden en in mei worden ze verbrand.

Vier generaties van de familie Trotta passeren de revue in Radetzkymars. De Sloveense overgrootvader, wachtmeester bij de gendarmerie, raakt een oog kwijt in de strijd met Bosnische smokkelaars en slijt zijn dagen als parkopzichter op Slot Laxenburg in de buurt van Wenen. Zijn zoon Joseph Trotta redt in 1859 het leven van de keizer tijdens de slag van Solferino, wordt in de adelstand verheven en gaat voortaan door het leven als ridder Joseph Trotta von Sipolje. Hij gaat uiteindelijk aan zijn dwangmatige liefde voor de waarheid ten onder. Hij kan niet verkroppen dat zijn heldendaad verkeerd wordt weergegeven in de schoolboeken. In de educatieve weergave van het verhaal is Joseph lid van de cavalerie, snelt hij op een paard naar voren om keizer Franz Joseph I te redden en treft een lans hem in de borst. In werkelijkheid vangt Trotta te voet een schot op dat voor de keizer bedoeld was. Volgens het schoolboekverhaal kon de keizer het prima af zonder Josephs hulp. In werkelijkheid deed de keizer helemaal niets. Als een ‘ridder der waarheid’ probeert Joseph tevergeefs de instanties te bewegen het juiste verhaal in het curriculum op te nemen. Omdat hij er niet in slaagt zijn gelijk te halen, mag zijn zoon Franz beslist geen militair worden. Hij moet rechten studeren. Franz, die jurist en ambtenaar wordt, heeft er altijd spijt van gehad dat hij niet in het leger heeft gediend en stuurt zijn zoon Carl Joseph bewust wel naar de militaire academie, de cadettenschool van de cavalerie in Moravisch Weisskirchen. Carl Joseph heeft niet veel met de hiërarchie van het leger en de ambtelijke wereld die zijn vader vertegenwoordigt. Hij is een wat weke jonge man die van gokken, drank en affaires met getrouwde vrouwen houdt.

De Radetzkymars van Johann Strauss, in 1848 – het jaar dat Franz Joseph keizer werd – voor het eerst opgevoerd, slingert als een motief door de roman. De mars wordt elke zondag ‘met grote militaire en muzikale precisie’ op het plein voor het huis van Franz gespeeld en beroert elke week het gemoed van de luisteraars.

Er verscheen een gelukzalige glimlach op het gezicht van alle toehoorders en het bloed begon te tintelen in hun benen. Ze stonden nog stil, maar dachten al dat ze marcheerden.

Het is de perfecte muziek om op te sterven, aldus Roth. Carl Joseph heeft daar al een visioen van.

De vlugge kogels vlogen Carl Joseph in de maat om de oren, zijn blanke sabel schitterde, en in hart en hoofd vervuld van een heerlijk opzwepend marstempo verzonk hij in de trommelende roes van de muziek, en zijn bloed sijpelde in een donkerrood straaltje over het glanzende goud van de trompetten, het diepe zwart van de pauken en het triomfantelijke zilver van de cimbalen.

Carl Josephs overgrootvader heeft nog meegemaakt hoe veldmaarschalk Josef Wenzel Radetzky, graaf von Radetz, naar wie de mars is vernoemd, de soldaten kleineerde (koeioneerde in de oude vertaling van Willy Wielek-Berg). De werkelijkheid is altijd minder glorieus dan de verbeelding. Carl Joseph zal dan ook geen heldendood op het slagveld sterven, maar nogal knullige aan zijn einde komen, overigens wel begeleid door zijn favoriete muziek. ‘Hij hoorde reeds de schoten die nog niet waren gevallen en tegelijk de eerste trommelmaten van de Radetzkymars.’

De discrepantie tussen werkelijkheid en waarheid is het eigenlijke thema van Radetzkymars. Tussen vader Franz en zoon Carl Joseph wordt vooral gezwegen. Carl Joseph heeft vanaf zijn vijftiende een verhouding met de vrouw van wachtmeester Slama. Als ze in het kraambed gestorven is, geeft Franz zijn zoon de opdracht de weduwnaar te bezoeken. Die geeft Carl Joseph, de vermoedelijke vader van de eveneens gestorven baby, in opdracht van Franz de liefdesbrieven mee die hij aan zijn vrouw schreef. Tijdens het condoleancebezoek aan Slama en de ontmoeting met zijn vader in een café doet Carl Joseph alsof zijn neus bloedt. Ook in zijn latere leven weigert hij zijn eigen rol in de dood van zijn vriend Demant te erkennen en wijst hij elke verantwoordelijkheid van de hand. Carl Joseph is altijd het slachtoffer van het lot.

Ook op historisch niveau speelt de kloof tussen realiteit en waarheid een rol. Radetzkymars is een historische roman over een familie die nooit heeft bestaan. De auctoriale verteller laat de lezer weten dat de Habsburgse monarchie gedoemd is onder te gaan, hoewel Joseph Roth zelf in 1936 nog droomt van een nieuwe Oostenrijkse monarchie met Otto von Habsburg aan het hoofd. Op 2 maart, twee weken voor de Anschluss, is Roth zelfs nog in Wenen om een staatsgreep voor te bereiden.

De nieuwe vertaling van Els Snick, die in 2011 op de journalistieke en literaire netwerken van Roth in Nederland en België promoveerde, is fris en accuraat. Ze wijkt wat vaker af van de grammaticale structuur en woordkeuze van Roth dan Willy Wielek-Berg die Radetzkymars in 1981 vertaalde, maar doet de originele tekst nergens geweld aan. Dat Roth een groot stilist was, lees je ook in Snicks vertaling. Uit onderstaand fragment blijkt hoe Snick Roths werk, dat al sinds 1924 in Nederlandse vertaling verkrijgbaar is, toekomstbestendig maakt.

Joseph Roth

‘Ich gratulier’ dir! sagte der Vater mit gewöhnlicher Stimme, im harten Deutsch der Armee-Slawen. Er ließ die Konsonanten wie Gewitter hervorbrechen und beschwerte die Endsilben mit kleinen Gewichten.

Vertaling van Willy Wielek-Berg, herzien door Elly Schippers

‘Gefeliciteerd!’ zei zijn vader met zijn gewone stem, in het harde Duits van de leger-Slaven. Hij liet de consonanten losbreken als donderslagen en bezwaarde de eindlettergrepen met kleine gewichten.

Vertaling van Els Snick

‘Ik moet je feliciteren!’, zei zijn vader met zijn bekende stem, in het harde Duits van de Slavische troepen. De medeklinkers liet hij hard knallen als een onweer en de laatste lettergreep gaf hij telkens een klein beetje gewicht.

Marie-José Klaver

Joseph Roth – Radetzkymars. Uit het Duits vertaald door Els Snick. Van Oorschot, Amsterdam. 446 blz. € 32,50.