Blijven functioneren in Het proces van Franz Kafka

Over Het proces van Franz Kafka is inmiddels een kleine bibliotheek aan interpretaties bij elkaar geschreven, schreef Hannah Arendt in 1944 in haar essay ‘Franz Kafka: A Revaluation’. Arendt schreef het essay, dat verscheen in de Partisan Review, ter gelegenheid van Kafka’s twintigste sterfdag. De meeste interpretaties wijst Arendt (1906-1975) van de hand. De sleutel tot het begrijpen van de romans Het proces en Het slot ligt volgens Arendt niet in de mystiek, de religie of de psychoanalyse, maar in Kafka’s werk zelf.

In beide romans staat een bureaucratische wereld, door Arendt ook wel aangeduid met de termen ‘bureaucratische machine’ en ‘machinerie’, centraal. Kafka (1883-1924) wil deze wereld volgens Arendt vernietigen door haar gruwelijke en verborgen structuur bloot te leggen. Hij doet dat door realiteit en schijn tegenover elkaar te stellen. Kafka was geen voorspeller van de toekomst, aldus Arendt, maar een analist van de onderliggende structuren van in zijn tijd bestaande bureaucratieën en machtssystemen. Kafka wist als jurist en ambtenaar van de Boheemse Arbeidersongevallenverzekering, een instituut dat arbeidsongeschiktheidsaanvragen moest beoordelen en belast was met de veiligheid van bedrijven en overheidsinstellingen, veel van bureaucratische systemen.

 

Arendt weet de verwarrende leeservaring, die ook mij onlangs beving toen ik Het proces herlas om te bespreken voor Tzum, goed in woorden te vatten. Waar gaat dit boek eigenlijk over?, dacht ik de hele tijd. Wat ik de eerste keer dacht toen ik Der Process las, weet ik niet meer. Ik weet wel dat het bij mijn tweede lezing een heel ander boek was dan ik in herinnering had.

De lezer van Het proces verkeert volgens Arendt in verwarring omdat hij met een eindresultaat wordt geconfronteerd. De hoofdpersonen beschikken niet over psychologische eigenschappen en maken nauwelijks een ontwikkeling door die de lezer kan meebeleven. Kafka’s personages zijn hun baan. Het is niet zo dat ze vinden dat hun werk ten koste van hun privéleven gaat. Het uitvoeren van het werk is gewoon het allerbelangrijkste. Blijven functioneren is het devies. Daar is geen discussie over mogelijk.

In Het proces gaat K.’s werk inderdaad te allen tijde gewoon door. Hij is verwikkeld in een gecompliceerde juridische procedure, zonder duidelijke aanklacht, en steekt veel tijd in zijn verdediging, maar hij gaat ook gewoon elke dag naar kantoor en maakt zelfs nog promotie.

Arendt vergelijkt Kafka’s schrijfprocedé met het bouwen van modellen. Wie een huis wil bouwen, heeft een bouwtekening nodig. Een bouwtekening doorgronden is heel moeilijk, maar zonder bouwtekening kun je geen huis bouwen. Zonder fantasie kun je je niet voorstellen dat de blauwdruk een echt huis verbeeldt.

Ook Kafka’s romans vragen volgens Arendt om de verbeelding van de lezer. Wie leest om zich te identificeren, is verloren als hij Kafka leest. Ook de escapistische lezer komt bij Kafka van een koude kermis thuis. Je eigen leven is waarschijnlijk aangenamer dan dat van Kafka’s personages. De lezer die het leven en de wereld wil doorgronden en op zoek is naar enig inzicht, is volgens Arendt bij Kafka en zijn blauwdrukken aan het juiste adres omdat de Tsjechisch-Joodse schrijver de ‘naakte structuren’ van de gebeurtenissen blootlegt.

Uit Arendts essay spreekt waardering voor Kafka’s onderneming om de wereld vanuit literair perspectief te duiden. De klassieke negentiende-eeuwse roman als plaats van verbeelding heeft voor Arendt afgedaan, omdat ‘[i]n our world real events, real destinies, have long surpassed the wildest imagination of novelists’.

Irrationaliteit en noodzaak
Vijf jaar voor Arendt verwierp Simon Vestdijk al religieuze interpretaties van Kafka. In zijn essay ‘De realiteit bij Franz Kafka’ dat Willem van Toorn kort bespreekt in zijn nawoord bij zijn vertaling van Het proces gaat Vestdijk net als Arendt in eerste instantie voornamelijk werkimmanent te werk. Volgens Vestdijk gaat het bij Kafka om ‘de irrationaliteit van het rationele’ (cursivering van Vestdijk). ‘Waarom gehoorzaamt de wereld aan de door ons bedachte wetten?’ vraagt Vestdijk.

Bij Kafka is volgens Vestdijk meer dan bij welke andere schrijver ook het rationele ‘innig’ en ‘concreet’ van het irrationele doordrongen. Kafka’s personages zijn volgens Vestdijk ‘verstandsmensen’, ‘denkmachines’ zelfs. Ook hem valt op dat Josef K. uit Het proces en de landmeter K. uit Het slot nauwelijks psychologische kenmerken hebben. De denkmachines worden volgens Vestdijk gekenmerkt door een ‘argeloze oprechtheid’ en een ‘voorbeeldige redelijkheid’. Deze eigenschappen zijn niet door de auteur bedacht, meent Vestdijk, maar vormen ‘het bouwprincipe der machine’, waarbij met machine mens wordt bedoeld.

Arendt spreekt van ‘noodzaak’ en ‘noodzakelijkheid’ als verklaring voor het feit dat de wereld zo functioneert als zij functioneert binnen Kafka’s romans en binnen bureaucratische systemen. ‘[J]e hoeft niet alles voor waar aan te nemen, je moet het voor noodzakelijk houden’, zegt de priester tegen K. in Het proces. In de parabel die de geestelijke vertelt, die in 1915 werd gepubliceerd als Vor dem Gesetz, staat twijfelen aan de functionaris die de wet bewaakt gelijk aan twijfelen aan de wet zelf.

Hij is door de wet met zijn taak belast, aan zijn waardigheid twijfelen betekent twijfelen aan de wet.

Zeven jaar na haar beschouwing over Kafka publiceerde Arendt The Origins of Totalitarianism, haar bekende boek over de onderliggende structuren van het nationaal-socialisme en het stalinisme. Brian Danoff schrijft in ‘Arendt, Kafka, and the Nature of Totalitarianism’ over het verband tussen Arendts essay over Kafka’s werk en The Origins of Totalitarianism, dat als één van de standaardwerken over totalitaire systemen wordt beschouwd. Het idee uit The Origins of Totalitarianism dat mensen niet zelf hun lot bepalen, maar zich laten meeslepen door krachten die als ‘natuurlijk’ en ‘historisch’ worden beschouwd, vind je volgens Danoff in ‘embryonale vorm’ terug in Arendts Kafka-essay. De kracht van de ‘machinerie’, het bureaucratische systeem, ligt volgens Arendt in ‘de schijn van noodzakelijkheid aan de ene kant, en in de bewondering van mensen voor noodzakelijkheid aan de andere kant.’ Liegen in de naam van de noodzaak wordt volgens Arendt als ‘iets subliems’ beschouwd. Josef K. accepteert dit niet. ‘De leugen wordt tot wereldordening gemaakt’, is zijn verontwaardigde reactie op de priester. Hij blijft zich verzetten tegen de leugens van het systeem en wordt aan het slot van Het proces als een hond afgemaakt.

Het proces tegen Eichmann
Danoff beperkt zich tussen verbanden tussen Arendts Kafka-essay en The Origins of Totalitarianism. Het is ook interessant om ‘Franz Kafka: A Revaluation’ met Arendts boek Eichmann in Jerusalem. A Report on the Banality of Evil (1963) te vergelijken. In dit boek, dat in februari en maart 1963 eerst in de vorm van vijf lange artikelen in The New Yorker is verschenen, doet Arendt verslag van het proces tegen SS-Obersturmbannführer Adolf Eichmann dat in 1961 in Jeruzalem plaatsvond. Het functioneren, de noodzaak van het systeem en de uitwassen van de bureaucratie spelen een belangrijke rol in Arendts duiding van Eichmanns handelen. Ook in Eichmanns getuigenverklaringen komen ze telkens terug.

Eichmann (1906-1962) was één van de hoofdverantwoordelijken voor de Holocaust. Hij heeft nooit eigenhandig een Jood vermoord, maar fungeerde als de spin in het web van de ambtelijke organisaties die de vervolging van Joden in Duitsland, Oostenrijk en alle door de nazi’s bezette landen organiseerden. Hij was ook de ontwerper van het systeem dat de Europese Joden naar concentratie- en vernietigingskampen deporteerde. Tijdens het proces zei Eichmann dat hij altijd zijn plicht heeft gedaan en alle bevelen die hem opgedragen waren, heeft uitgevoerd. De oorlogsmisdadiger beroept zich op de bevelsstructuur van het Derde Rijk en gaat er prat op nooit enig eigen initiatief getoond te hebben. Eichmann was in zijn eigen ogen alleen uitvoerder. De taak van zijn afdeling was het ‘Ordnung in die Dinge zu bringen,’ zei Eichmann tijdens het proces in Jeruzalem.

Arendt laat zien dat Eichmann ook een ontwerper is. Zo ontwierp hij bijvoorbeeld in 1941 een systeem, dat hij zelf een ‘lopende band’ noemde, dat Joden die wilden emigreren van al hun rechten en bezittingen beroofde. Na een bureaucratische procedure hadden ze alleen een paspoort en moesten ze binnen twee weken vertrekken, anders zouden ze naar een concentratiekamp gedeporteerd worden. En daarna werd het alleen maar erger. Eichmann was betrokken bij de Wannseeconferentie waar op 20 januari 1942 wordt besloten elf miljoen Europese Joden te vermoorden. De vernietiging van de Joden was volgens Joseph Goebbels het ‘noodzakelijke gevolg’ van oorlog. In maart en oktober 1942 organiseerde Eichmann twee vervolgconferenties waar verdere ‘details’ werden uitgewerkt en waar ambtenaren van de Gestapo best practices over de deportaties deelden.

In de woorden van Arendt in Eichmann in Jerusalem:

De uitroeiingsmachinerie was in al haar details gepland en geperfectioneerd lang voordat Duitsland zelf door de verschrikkingen van de oorlog getroffen werd. De ingewikkelde bureaucratie functioneerde met dezelfde onwankelbare precisie in de jaren van gemakkelijke overwinningen als in die laatste jaren toen een nederlaag onvermijdelijk was.

Over de bureaucratische machinerie in Het proces en Het slot schreef Arendt in haar Kafka-essay:

Omnicompetentie is de motor van de machine waarin Kafka’s helden worden gevangen, die op zichzelf zinloos en destructief is, maar die zonder tegenspraak functioneert.

De relatie tussen Het proces en de werkelijkheid beschrijft ze als volgt:

Het is kenmerkend geweest voor onze geschiedenis-bewuste eeuw dat de ergste misdaden zijn gepleegd in de naam van de een of andere noodzaak of in de naam – en dit komt op hetzelfde neer – van de ‘wave of the future’*.

Wie Eichmann hoort vertellen over zijn taken (op de site van de Gedenk- und Bildungsstätte Haus der Wannsee-Konferenz zijn verschillende geluidsfragmenten van Eichmanns getuigenissen te beluisteren) hoort hoe noodzakelijk hij de correcte uitvoering vond. De treinen moesten op tijd rijden en er mochten niet te veel en niet te weinig mensen in zitten. Dat de mensen die hij liet vervoeren werden vermoord was niet zijn zorg. Als het systeem maar functioneerde.

Marie-José Klaver

* De uitdrukking ‘wave of the future’, die Arendt zonder bronvermelding gebruikt, is afkomstig van de Amerikaanse auteur en luchtvaartpionier Anne Morrow Lindbergh (1906-2001), die in 1940 een pro-fascistisch pamflet publiceerde met de titel The Wave of the Future. In haar pamflet, dat heel snel na verschijnen de non-fictie bestsellerlijst aanvoerde, beweert Morrow Lindbergh, die een groot bewonderaar van Hitler was en met haar man Charles Lindbergh het America First Committee oprichtte, dat het fascisme de ‘onvermijdelijke weg vooruit’ was.

Literatuur
Arendt, Hannah, ‘Franz Kafka: A Revaluation’. In: Essays in understanding 1930-1954: Formation, Exile, and Totalitarianism. (Voor het eerst in 1944 verschenen in Partisan Review, Xl/4, 1944).

Arendt, Hannah, The Origins of Totalitarianism. New York: Harcourt, 1994. (1e druk 1951.)

Arendt, Hannah, Eichmann in Jerusalem. A Report on the Banality of Evil. Introduction by Amos Elon. New York: Penguin Classics, 2006. (Een iets kortere versie van dit boek verscheen voor het eerst in 1963 bij The Viking Press.)

Danoff, Brian, ‘Arendt, Kafka, and the Nature of Totalitarianism’. In: Perspectives on Political Science 29/4, 2000, pp. 211-218.

Gedenk- und Bildungsstätte Haus der Wannsee-Konferenz, Protokoll und Dokumente.

Aussage Adolf Eichmanns über seine Funktion als Transportexperte des Reichssicherheitshauptamtes (Gerichtsverhandlung, Mai 1961, Hörtext: 3 Min. 46 Sek., mp3). In: Gedenk- und Bildungsstätte Haus der Wannsee-Konferenz, Protokoll und Dokumente.

Kafka, Franz, Het proces. Uit het Duits vertaald door Willem van Toorn. Amsterdam: Querido, 2020. (Oorspronkelijk als Der Prozess verschenen in 1925.)

Kafka, Franz, Het slot. Uit het Duits vertaald door Gerda Meijerink en Willem van Toorn. Amsterdam: Querido, 2014. (Oorspronkelijk als Das Schloss verschenen in 1926.)

Toorn, Willem, ‘Nawoord Een geheimzinnig veemgericht’. In: Kafka, Franz, Het proces.

Vestdijk, Simon, ‘De realiteit bij Franz Kafka’. In: Lier en lancet. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 1976, pp. 169-219. (‘De realiteit bij Franz Kafka’ verscheen voor het eerst in 1939 in drie delen in Groot Nederland.)