Hij vroeg door naar mijn eenzame verdriet

Met de uit Guatamala afkomstige Fernando heeft Mark een Grindr-date die al snel een relatie wordt. Maar Fernando heeft ook nog een sugardaddy in Luxemburg die hem zo af en toe opeist. In de nieuwjaarsnacht die Fernando gescheiden van Mark doorbrengt in Parijs met zijn Luxemburgse vrienden verongelukt Fernando. Dat is geen spoiler-alert, want het gebeurt al vrij snel in de roman Kerst in Essen van Roelof Smit.

Je weet ook al vrij snel dat Kerst in Essen niet een grootse literaire roman wordt, want elk gevoel van Mark wordt letterlijk benoemd. Sommige schrijvers volgen de schrijfwet show don’t tell, Smit is meer van tell, tell, tell. ‘Mijn ware verdriet mocht er niet zijn.’ ‘En ik was heel verdrietig.’ Mark is namelijk verdrietig vanwege het verlies van zijn vriend, maar heeft tegelijk het idee dat hij Fernando uiteindelijk toch verlaten zou hebben. Ik citeer een alinea waarin er werkelijk niets aan de verbeelding van de lezer wordt overgelaten.

Ik zou hem ook zo gemist hebben als ik het had uitgemaakt. Dat was het punt. Ik voelde het verdriet dat ik anders op een later moment gevoeld zou hebben, als ik er zelf voor had gekozen om afscheid te nemen. Vanzelfsprekend werd dat verdriet versterkt door zijn dood. Door de schok, omdat het zo plotseling gebeurde, door de onomkeerbaarheid ervan. Door de heftigheid van de emoties die de dood nu eenmaal met zich meebrengt. Maar het bleef verdriet dat er net zo goed zou zijn geweest als hij niet op dat fatale moment in die auto had gezeten.

De flaptekst rept van een beheerste stijl, maar dit is een stijl waarin elke emotie is platgeslagen en uitgewalst. En we zijn hier nog maar op bladzijde 27.

Mark stort zich in het nachtleven, met veel drank en daarna saunabezoek voor de seks. Het saunabezoek wordt zelfs doel op zich. Verwacht geen uitgebreide seksscènes, want Kerst in Essen is ongekend preuts in de beschrijvingen. Een voorlopig dieptepunt in zijn leven is de reis naar Essen tijdens de kerst alwaar hij de feestdagen in de sauna zal slijten. De titel representeert niet echt het de rest van het boek en lijkt me commercieel nogal slecht gekozen, maar in Essen ontmoet hij in de sauna wel de Syrische Omar. Omar is een danser die tijdens de oorlog gevlucht is naar het Westen.

Smit richt het perspectief van zijn vertelling dan even op de jeugd van Omar en de moeizame weg om binnen een Syrisch gezin de ambitie van danser te volgen. Uiteindelijk mag hij naar de dansacademie in Damascus, maar dan begint ook de oorlog in het land. Als enige van het gezin weet Omar te ontsnappen en hij eindigt in Duitsland. Het perspectief komt daarna weer bij Mark te liggen die een relatie met Omar begint en hem ondanks allerlei problemen naar Nederland haalt.

De zwakte van het boek is die figuur van Mark, want vanaf dat moment staat weer centraal hoe diep zijn liefde is. Zijn familie wantrouwt Omar en zijn liefde voor de danser, wat zorgt voor een verwijdering met ouders en zus. Ook Omar is niet helemaal zeker van de liefde van Mark voor hem. Die thematiek valt wat weg tegen de belangrijkere thematiek over oorlog en vluchtelingen. Het boek zou een stuk spannender zijn geworden als we ook vanuit Omar naar die relatie hadden kunnen kijken, maar dat gebeurt niet. En dan volgt er een melodramatische slothoofdstuk dat ook nog de onheilspellende titel ‘Vragen om ongelukken draagt’. Het doet een beetje denken aan Vallen van Anne Provoost. Op dat moment is het lezen van deze roman al werk geworden. Je struikelt op elke bladzijde over zinnen als: ‘Hij vroeg door naar mijn eenzame verdriet.’ Omdat Smit onder de naam Rudolf Julius voor De Speld schrijft, hoop je dat de stijl een parodie is op een keukenmeidenroman. IJdele hoop, ben ik bang.

Coen Peppelenbos

Roelof Smit – Kerst in Essen. Podium, Amsterdam. 224 blz. € 20,50.