Mozaïek van het geheugen

Cor Gout heeft met 19x Dans, smalle man, dans – prachtig uitgegeven door In de Knipscheer – een kleurrijk mozaïek samengesteld van herinneringen aan zijn vader. In 19 korte fragmenten schetst hij zichzelf als zeven- of achtjarige en de relatie die hij had met zijn vader. Bij elk fragment staan paginagrote collage-achtige afbeeldingen van Harrie Geelen, soms als achtergrond, soms ernaast. Ze vergroten aspecten uit en verrijken het beeld dat bij de lezer wordt opgeroepen door de tekst.

Het venijnige van herinneringen zit hem in het feit dat ze vaak niet afgebakend zijn maar overlopen in herinneringen aan wellicht een heel andere periode. En de ene keer blijft het bij een korte opleving van een beeld, dan weer wordt het een aaneenschakeling van gebeurtenissen, als een groot en druk schilderij.

Cor Gout heeft zich niet laten verleiden tot lang verhaal over zijn vader die overleed toen hij acht jaar was. Zoals hij zelf in het voorwoord schrijft, zijn het reminiscenties (terugkerende herinneringen) zonder ‘opsmuk, zonder uitbreidingen, zonder misleiding’. Juist door niet het ik-perspectief te gebruiken, maar vader en zoon in de derde persoon te beschrijven, ontstaat een prettige afstand waardoor je als lezer mee mag kijken met de belevenissen van het jongetje, Tom geheten in de verhalen.

In al hun eenvoud zijn de situaties waarin Tom en zijn vader zich bevinden des te indringender. Geen opsmuk, inderdaad. Herkenbaar, misschien niet doordat je als lezer hetzelfde hebt meegemaakt, maar wel het gevoel herkent van Tom: een gevoel van nieuwsgierigheid, verlangen of verbazing. Zoals wanneer zijn vader eerst jongens wegstuurt uit het stuk bos achter hun tuin, omdat ze aan het voetballen zijn en niet veel later aan diezelfde jongens vraagt of Tom mee mag doen.
Of wanneer hij met zijn vader een sorbet gaat eten bij Heck’s Lunchroom aan het Spui, een begrip in die tijd in Den Haag. Zoiets maakt indruk, niet alleen om de sorbet, maar ook om de clientèle die er kwam:

De serveersters die door de ruimte flaneerden met dienbladen en gebakschalen en wier wit gesteven schortjes hij langs zijn stoel hoorde knisteren, het vrouwtje met een pothoed op haar hoofd en met rouge op haar konen die het pekineesje op haar schoot slagroom voerde, de deftige dame die haar thee vanaf het schoteltje naar binnen slurpte.

Er was muziek, er was ijs en hij was samen met zijn vader.

Het zijn ‘gewone’ herinneringen van een kind aan zijn vader. Maar het ongewone zit hem in het feit dat de herinneringen na zijn achtste jaar niet meer aangevuld worden, maar op zichzelf komen te staan. Daardoor werd de schrijver gestimuleerd ‘herinneringen scherp af te bakenen, niet te verfraaien of te ontsieren, maar ze zo waarheidsgetrouw te laten zijn als mogelijk was.’

De titels van de fragmenten vatten in een woord het beeld samen waar de herinnering waarschijnlijk aan is opgehangen: ‘De onhandigheid’, ‘De dierentuin’, ‘De Vissen’. Vader en zoon trekken samen op, hebben verwachtingen van elkaar, onuitgesproken en soms uitgesproken, zoals wanneer zijn vader Tom met de auto kwam halen, maar de hele klas moest nablijven en zijn vader ongeduldig voor het raam van het lokaal stond.

De vader wordt in elke afbeelding van Harrie Geelen min of meer op dezelfde manier weergegeven, schetsmatig in zwart-wit, met een pak aan en in een wat observerende houding, zonder dat zijn ogen goed te zien zijn. Een vader op wie je kunt terugvallen, die er voor je is, niet in het middelpunt staat, maar naast of achter je. De achtergrond is kleurrijk en contrasteert daardoor mooi met het beeld van de vader: een geel strand, een groen grasveld, een blauwe veranda. Treffend is de afbeelding waar vader rechts staat, de regen neerdaalt op een lege straat en het hondje Bobby (van Kuifje) links van de bladzij loopt. Tom had een prijs gewonnen met een tekening, ‘een cadeaubon van drie gulden vijftig, in te wisselen bij De Bijenkorf.’ Twee dagen later gingen vader en Tom naar de Bijenkorf. Hij wilde een Kuifje, maar een stripboek kostte drie gulden en hij wilde er eigenlijk twee die bij elkaar hoorden. Zoals een vader zou moeten doen, deed ook de vader van Tom. ‘Dan krijg je ze allebei, (…). Wat je tekort komt, leg ik wel bij.’

Het is bewonderenswaardig hoe in de relatief korte fragmenten, in de 19 afgebakende herinneringen, voor de lezer een compleet beeld ontstaat van de vader, een beeld van een man die er is wanneer het nodig is, die zijn eigen gang gaat maar niet vergeet dat zijn zoon er ook nog is, een beeld van een man op wie hij kon vertrouwen.

Arjen van Meijgaard

Cor Gout – 19x Dans, smalle man, dans. Met tekeningen van Harrie Geelen. In de Knipscheer, Haarlem. € 24,50.