Een huis zoenen

Ondanks onze hedendaagse reislust, is het eigen huis nog steeds een bron van inspiratie en contemplatie. Elk daar neergezet of opgehangen object, maar ook het huis zelf, kan het vertrekpunt zijn voor uitwaaierende reflecties. Ingrid Vander Veken neemt in Wat overblijft niet alleen afscheid van een huis, waarin ze jarenlang met genoegen heeft gewoond, maar ook van een dierbare vriend (‘Vriend’), wiens leven door een niet mis te verstane diagnose spoedig ten einde komt. Deze met de tijdelijkheid verbonden gebeurtenissen samenbrengen, levert een aansprekende raamvertelling op, die even realistisch als poëtisch is. Bovendien, door toeval, ook nog passend in deze coronatijd.

Het wegdoen van ‘spullen’ is in de mode. Opruimgoeroe Marie Kondo raast door onze huizen, onder het voorwendsel dat emotionele betekenis van veel voorwerpen alleen maar ballast is. Voor je het weet zit je dan in een kale bunker met een langzaam maar zeker verhevigd terugkerende koopdrift. Wat dat betreft is het Kondo-denken een economische vondst van jewelste. Het wegdoen van spullen in Vander Vekens boek is anders. Zij leefde met haar man en ‘uitdijende inboedel’ decennialang in een oude woning in Antwerpen, die met de jaren alleen maar mooier en persoonlijker werd. Wat begon met de simpele blijdschap een eigen deur en een eigen sleutel van een stukje vervallen herenhuis te hebben, ontwikkelde zich met de jaren. Het huis en zijn bewoner. Tot ze moet vaststellen dat ze ouder is geworden en een andere woning daar vermoedelijk beter bij past.

Je moet er, zoals Vander Veken, waarschijnlijk wel een bepaald karakter voor hebben om oog te hebben voor kleine dingen als de met de seizoenen wisselende lichtinval, twee charmante treetjes bij de voordeur, een smeedijzeren balkonnetje en kleine gewassen in een binnentuintje, maar dan heb je de rijkdom ook binnen handbereik. Een van haar beste vrienden, Vriend met een hoofdletter, is ook zo iemand met belangstelling voor de wereld en de mensen, maar zijn goede leven verandert van de ene op de andere dag als hij hoort dat hij ernstig ziek is en er geen genezing meer mogelijk is.

Het is dat moment waarop Wat overblijft zich verbreedt. Behalve meer persoonlijke gedachten, herinneringen en kleine filosofieën over leven en wonen, opgroeien, volwassen worden, je een plaats veroveren, maar ook kunst en literatuur, zelfs stadsontwikkeling, omvat het boek dan tevens bespiegelingen over de Werdegang van de mens, hier in de persoon van Vriend. Juist hij, zo wordt duidelijk, was altijd een man van smaak en stijl, van oprechte aandacht en onderzoekslust, waardoor diens tragische aftakeling nog harder binnenkomt:

Elke extra dag scherpt het besef aan: dit zijn de laatste voorbereidingen voor het dubbele afscheid. Vanaf nu zal elk gebaar van mij, elke ingreep in mijn omgeving, bij hem een onverbiddelijke tegenhanger krijgen. Het negatief van een momentopname dat de donkere kamer niet zal verlaten.

Waar bijvoorbeeld Maarten Biesheuvel met Reis door mijn kamer en Emmanuel Bove met Reis door een appartement, zich vooral bezighouden met een bestaande toestand, is het Vander Veken juist te doen om de onthechting. Hoe kun je een geliefd huis verlaten, hoe kun je? Had ze niet ooit een Frans boerenstulpje gezoend, puur uit dankbaarheid voor de vele mooie vakanties? En dan nu zo maar deze verhouding verbreken? Om kort daarop weer onder ogen te zien dat dit nu eenmaal de loop der dingen is. Ergens stelt ze vast dat verhuizen welbeschouwd een kwestie is van vervellen.

Je ogen zien wat ze daarvoor niet zagen, je oren horen andere klanken. Je armen en benen wachten nieuwe bewegingen. Je bent dezelfde en toch niet meer, en dat is wennen. Straks, wanneer het vreemde weer vertrouwd is geworden, zal de tijd gaan liggen. Dan zal zich in het andere huis voltrekken wat zich in dit huis heeft voltrokken.

En zo wordt Wat overblijft een intellectuele filosofie van de verhuizing, maar vooral een tedere beschouwing over de hechting van de mens aan zijn korte, particuliere bestaan, met inbegrip van de daarbij horende geliefde medemensen.

André Keikes

Ingrid Vander Veken – Wat overblijft. Polis, Kalmthout. 262 blz. € 22,50.